De scheuren in het Verenigd Koninkrijk worden groter

BORIS JOHNSON Londen grijpt weer de macht in het Verenigd Koninkrijk. © REUTERS
Matthew Holehouse correspondent Britse politiek van The Economist

Het gaat niet goed met de unie van het Verenigd Koninkrijk die Engeland, Schotland, Wales en Noord-Ierland omvat. Het verbond zal 2021 en de jaren daarna nog wel overleven. Het lijdt onder een chronische, geen acute aandoening. Maar de verstandhouding tussen Londen en de andere nationale hoofdsteden zal verder verzuren.

Twintig jaar lang is de spanning tussen het unionisme en het separatisme in het Verenigd Koninkrijk in bedwang gehouden door het decentralisatieakkoord, waardoor de parlementen van Edinburgh, Cardiff en Belfast hun eigen wetten kunnen opstellen. Dat systeem zal langs alle kanten worden aangevallen.

De grootste bezwaren tegen het voortbestaan van de unie zullen in Noord-Ierland opduiken. In 2021 herdenken ze daar de honderdste verjaardag van de stichting en de scheiding van Ierland. Dat wordt een ingetogen feest. De Britse overheid heeft een programma voorgesteld om cultuur, sport en het bedrijfsleven in de schijnwerpers te plaatsen. Michelle O’Neill, de vicepremier van Sinn Fein, een nationalistische partij die Ierland wil herenigen, zegt dat er “niets te vieren” valt. Voor de unionisten mogen de festiviteiten ook beperkt zijn.

Op 1 januari stapt het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Ondanks de belofte van premier Boris Johnson om de vrije handel in stand te houden, zal Noord-Ierland de voorschriften van de Europese Unie voor voeding en producten blijven volgen en zullen er douanecontroles zijn voor goederen die de Ierse Zee zijn overgestoken. Als het Verenigd Koninkrijk zich afscheidt van de rest van Europa, zullen de regels die beslissen over het economische beleid van Noord-Ierland minder die van Londen en meer die van Dublin worden. Unionisten vrezen dat een economische scheiding van de rest van het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk zal leiden tot een politieke afscheiding.

Unionisten vrezen dat een economische scheiding van de rest van het Verenigd Koninkrijk uiteindelijk zal leiden tot een politieke afscheiding van Noord-Ierland.

Schotland en Wales

In Schotland loopt de unie niet meteen gevaar, maar het laat wel meer van zich horen. De brexit heeft het idee aangewakkerd dat Schotland en Engeland een andere richting zijn ingeslagen. In mei 2021 vinden de Schotse parlementsverkiezingen plaats. Dan zal de Scottish National Party meer zetels veroveren in het parlement, wat volgens de Schotse eerste minister Nicola Sturgeon zal gelijkstaan met een volmacht om een nieuw referendum te organiseren over de onafhankelijkheid van Schotland.

Boris Johnson zal weigeren daarvoor de toestemming te geven. Hij heeft weinig te winnen en veel te verliezen bij een stemming die het land kan doen uiteenvallen. Sturgeon zal de oproep van haar aanhangers om een referendum te houden zonder de goedkeuring van Londen negeren, omdat het juridisch gezien waterdicht moet zijn om de onafhankelijkheid te garanderen. Daarop zal een lange en akelige impasse volgen.

De verkiezingen voor het Welshe parlement in mei zullen een aardschok veroorzaken. Labour, dat verantwoordelijk was voor de decentralisatie, is al tientallen jaren oppermachtig in Wales. De partij zal zetels verliezen aan de conservatieven, die een hechtere band met Londen willen opbouwen, en aan Plaid Cymru, dat een voorstander van onafhankelijkheid is. Radicale ideeën zullen de kop opsteken: de steun voor onafhankelijkheid zal er veel geringer blijven dan in Schotland, maar hij kan licht toenemen. Dat geldt ook voor het voorstel dat bij extreemrechts circuleert, om het gedecentraliseerde parlement op te heffen.

Londen grijpt de macht

Vertrouwelingen van Johnson denken dat de strategie van de voorbije twintig jaar – separatisme afweren door de gedecentraliseerde regeringen almaar meer bevoegdheden te geven – mislukt is. Hij wil de rol van de regering in Londen opnieuw versterken. EU-subsidies voor wegen en bruggen gingen tot nu naar de gedecentraliseerde regeringen, die zelf over de uitgave ervan mochten beslissen. De regering-Johnson zal zich dat geld toe-eigenen en daar veel misbaar bij maken.

Johnson wil af van het idee dat hij een gast is als hij Schotland bezoekt. Na de brexit zal Londen ook voor Schotland en Wales de regels bepalen rond pesticiden, concurrentie en nog veel meer. Vroeger gebeurde dat in Brussel. Dat zal beschuldigingen uitlokken over een machtsgreep door een centrum dat al te veel macht heeft. Het team van de eerste minister bestaat uit oudgedienden van het referendum van 2016, die hun land uit de Europese Unie wilden weghalen. Het komende jaar zal blijken of Johnson net zo sterk is in het beteugelen van opstandjes tegen niet zo populaire unies als hij was in het veroorzaken ervan.

Lessen van 1721

Van het jaar 1721 kennen we een paar verhalen die nu ook relevant kunnen zijn. Het was het jaar dat alles weer bijtrok, nadat de South Sea Bubble in 1720 geknapt was. Duizenden mensen werden geruïneerd door de speculatieve handel in aandelen van een bedrijf dat een monopolie had verworven in de slavenhandel naar de Stille Zuidzee. Een onderzoekscommissie – zoals er nu een het Britse covid-19-beleid onder de loep zal nemen – bracht in 1721 verslag uit en ontdekte dat hoge omes in de regering, die gratis aandelen in de South Sea Company hadden aangenomen en er mee voor gezorgd hadden dat hun koers kunstmatig gestegen was, de schuldigen waren. Velen werden ontslagen. De minister van Financiën werd in de gevangenis opgesloten.

Sir Robert Walpole, die schone handen had, nam de begunstigden van het bedrijf het grootste deel van hun rijkdom af en overhandigde dat geld aan de slachtoffers, hoewel hij de koning en zijn minnares beschermde. Op die manier heeft hij het woedende volk gesust, de monarchie te vriend gehouden en zijn naam opgebouwd, waarna hij de eerste Britse prime minister werd. Walpole heeft zijn ambt twintig jaar lang uitgeoefend – nog altijd een record. De brokken weer aan elkaar lijmen na een ramp kan dus je carrière lanceren.

Een ander verhaal dat in 2021 nog relevant kan blijken, is dat van Lady Mary Wortley Montagu, de vrouw van de Britse ambassadeur in Turkije. Zij merkte op dat er heel weinig gevallen van pokken waren in dat land. In elk dorp, schreef ze, was er een oude vrouw die “met een notendop van de beste pokkenvariant naar je toe komt en vraagt welke ader opengemaakt mag worden. Ze spuit zoveel van de materie als er op de punt van haar naald past in de ader.”

Lady Mary keerde terug naar haar land en liet in 1721 haar dochter inenten in het bijzijn van een groep mensen, onder wie de arts van de koning. Er brak een schandaal los, maar sommige van haar vrienden volgden haar voorbeeld, en ook de koning. Pas 75 jaar later onwikkelde Edward Jenner een vaccin op basis van koepokken en werd inenten algemeen aanvaard. Maar 1721 was een belangrijk jaar voor de overwinning op een dodelijke ziekte. De Britten hopen dat 2021 dat ook wordt.

Partner Content