Vrije Tribune

De paradox van het nieuwe werken: ‘Hoe groter de vrijheid aan werk, hoe groter de nood aan controle’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Als niemand nog bijhoudt hoeveel je werkt, loert de burn-out om de hoek. Dat zegt Peter s’Jongers, CEO van Protime, het softwarebedrijf dat gespecialiseerd is in tijdsregistratie.

Het regent deze zomer plannen om flexibeler te werken. Minister Kris Peeters wil de arbeidstijd niet langer per week maar per jaar berekenen, minister Steven Vandeput hoopt met glijdende uren en meer thuiswerk de burn-outs bij ambtenaren terug te dringen. Positieve evoluties, maar waakzaamheid is geboden bij de invoering van concrete maatregelen. Hoe groter de vrijheid van werk, hoe groter ook de nood aan controle. Als niemand nog bijhoudt hoeveel je werkt – wérkt, niet louter aanwezig bent – loert de burn-out om de hoek. En dan zijn we nog verder van huis.

De plannen van minister van Werk Kris Peeters om de arbeidstijd te ‘annualiseren’ (op jaarbasis te berekenen) doen heel wat stof opwaaien. Nochtans is het uitgangspunt niet meer dan logisch. Vandaag werken we nog altijd zoals 30 jaar geleden, met de introductie van de 38-urenweek in de privésector. Zelfs sinds 1960, toen de vijfdagenweek werd ingevoerd, is er niet zo gek veel geëvolueerd. Terwijl het internet en allerlei mobiele technologieën de wereld waarin we leven wél radicaal veranderd hebben.

Vanwaar dan die hevige reacties die de plannen van Peeters oproepen, zowel bij werknemers als werkgevers?

Werkgevers vrezen extra administratie door de annualisering van de arbeidstijd, vooral bij hr-afdelingen is de ongerustheid groot. Als de werknemer een jaar lang werkweken van 45 uur afwisselt met weken van 30 uur, met alle mogelijke variaties ertussenin, hoe gaan ze dan het overzicht nog bewaren op het einde van het jaar? En hoe gaan ze open en transparant de tel bijhouden, zodat noch zij, noch hun werknemers na pakweg 11 maanden plots voor onaangename verrassingen staan?

Voor de werknemers dreigt min of meer hetzelfde probleem. Hoe bewaken ze hun grenzen nog als ze de ene week 42 uur werken en de volgende 32? Wat als ze op het einde van het jaar te weinig uren gewerkt hebben? Krijgen ze dan minder loon? Moeten ze in extremis nog een sprintje trekken met een week van 45 uur? Of omgekeerd: krijgen ze extra loon als ze te veel uren gepresteerd hebben? Extra vakantiedagen? Niets zo stresserend en frustrerend als het gevoel dat je geen meester meer bent van je eigen tijd.

Hoe groter de vrijheid aan werk, hoe groter de nood aan controle

Weg met het presenteïsme

Niet alleen in de privésector is flexibeler werken het hete hangijzer van de zomer, ook bij de ambtenaren heeft de bevoegde minister Steven Vandeput grootse plannen. Hij wil glijdende uren en telewerk veralgemenen om stress en de burn-outs te lijf te gaan.

Ook die plannen vinden, beter laat dan nooit, aansluiting bij de veranderde samenleving en de aangepaste manier van werken. Heel veel ambtenaren zijn uiteindelijk kenniswerkers, die dankzij de moderne technologie eender waar en eender wanneer kunnen werken, zolang de dienstverlening aan de burger maar gegarandeerd blijft.

Waar de minister te kort door de bocht gaat, is met zijn redenering dat het afschaffen van de prikklok (de maatregel die de meeste aandacht kreeg van de media) het aantal burn-outs zal terugdringen. Burn-outs hebben veel oorzaken, maar de prikklok is er geen van. Wel integendeel.

De klassieke prikklok is passé, daar heeft de minister gelijk in. Die doet niet veel meer dan registreren of iemand zich daadwerkelijk in het gebouw bevindt. Ambtenaar X kan zich 7,36 uur te pletter werken – en snel achter zijn klavier een boterham verorberen – terwijl ambtenaar Y in principe 7,36 uur kan liggen suffen op zijn bureau. De ouderwetse prikklok meet presenteïsme, that’s it. We kunnen ons afvragen of dat zoveel beter is dan absenteïsme.

Een moderne prikklok voorkomt burn-outs

Of het nu gaat om de overheid of om privébedrijven, om werkgevers of om werknemers, het begrip tijd is helemaal niet voorbijgestreefd. Flexibel werken maakt de arbeidstijd net actueler en belangrijker dan ooit. Dat is de paradox van het nieuwe werken: om meer vrijheid van werken te garanderen, is er ook meer nood aan controle over het tijdsgebruik.

Het is te gemakkelijk om met de karikatuur van de prikklok alle tijdregistratie naar de prullenmand te verwijzen. Er bestaan ook oplossingen – en die worden steeds accurater – om tijdregistratie aan productiviteit te koppelen. Niet registreren waar een werknemer is, maar wat hij doet. Werknemers krijgen dankzij de tijdregistratie, die meet met welke taken ze zich bezighouden, hetgevoel dat ze hun tijd nuttig besteden. Ze plannen hun werk zelf en plukken ook de vruchten van die grotere autonomie. Een van de belangrijkste redenen waarom werknemers last krijgen van stress of ultiem uitvallen met burn-outs, is het verlies van controle over hun tijd. Het zou niet verstandig zijn om nu het kind met het badwater weg te gooien en de tijdregistratie af te schaffen. Dan sturen we niet alleen werkgevers, maar ook heel wat werknemers geblinddoekt het bos in. Met alleen maar meer stress tot gevolg. Een moderne prikklok zal uiteindelijk meer burn-outs voorkomen dan creëren.

Peter s’Jongers, CEO Protime

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content