Jozef Vangelder

De Griekse blunders van het IMF

Jozef Vangelder redacteur bij Trends

De Griekse premier Alexis Tsipras wil niet meer weten van de financiële hulp van het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

In de krant Financial Times vraagt Tsipras dat de supranationale instelling zich terugtrekt uit het programma voor noodhulp aan Griekenland. Het programma, dat afgelopen zomer werd ondertekend, is goed voor 86 miljard euro. Het is al het derde hulpprogramma sinds 2010, toen Europa en het IMF voor het eerst Griekenland te hulp moesten schieten.

Tsipras is niet bepaald een liefhebber van het IMF. Tijdens de onderhandelingen over het derde hulpprogramma bleef IMF-topvrouw Christine Lagarde hameren op de verhoging van de btw-tarieven en zware besparingen op de pensioenen. In volle Griekse recessie waren die maatregelen onverteerbaar voor de Grieken, vond Tsipras. Hij ging ver in zijn kritiek op het IMF. Hij verweet de instelling dat ze een ‘criminele verantwoordelijkheid’ droeg in de Griekse crisis.

Dat verwijt ging voorbij aan het echte probleem: het IMF had zich nooit mogen wagen aan het Griekse avontuur. Toen de instelling in 2010 – toen nog onder leiding van Dominique Strauss-Kahn – mee in de bres sprong voor Griekenland, zondigde het tegen zijn eigen regels. Volgens die regels mag het IMF geen noodleningen verstrekken aan landen met een onhoudbare schuld. Landen in zo’n situatie moeten eerst hervormingen doorvoeren en een schuldkwijtschelding rond krijgen. De bedoeling is de schuld naar een beheersbaar niveau terug te brengen.

De Griekse blunders van het IMF

Maar in 2010 was de Griekse schuld al opgelopen tot een onhoudbare 133 procent van bruto binnenlands product (bbp). De noodzaak van een schuldherschikking was toen al hoog. Het IMF liet zich echter vermurwen door de eurocraten. Zij wezen erop dat een schuldherschikking zou uitlopen op zware verliezen voor de houders van Grieks schuldpapier. Dat zou op zijn beurt paniek veroorzaken op de financiële markten, waar op dat moment spanningen heersten. Landen als Spanje, Portugal, Ierland en Italië lagen in de vuurlijn.

Door niet te doen wat het moest doen, schoot het IMF de eurozone te hulp, en niet Griekenland. Belangrijk detail: Duitse en Franse banken hadden grote hoeveelheden Griekse obligaties op hun balansen staan. Dat zal ongetwijfeld hebben meegespeeld in het pleidooi van de eurocraten om de Griekse schuld met rust te laten.

De misrekening kwam het IMF duur te staan. Eind juni 2015 was de Griekse regering niet in staat 1,5 miljard terug te betalen aan het IMF. Griekenland was daarmee het eerste ontwikkelde land dat een schuld niet kon aflossen aan het IMF.

Het was niet de enige misrekening. In 2010 voorspelde het IMF dat Griekenland een relatief korte recessie zou moeten verduren als gevolg van de opgelegde besparingen. In werkelijkheid verloor de Griekse economie in de daaropvolgende vijf jaar een kwart van haar omvang.

De Duitse bondskanselier Angela Merkel had destijds aangedrongen op de deelname van het IMF aan het Griekse hulpprogramma, omwille van zijn expertise. Heimelijk hoopte Merkel dat het IMF de onafhankelijke en strenge scheidsrechter zou spelen in het Griekse dossier. De nood aan zo’n scheidsrechter illustreert de onmacht van de Europeanen. Het continent is blijkbaar niet in staat zijn interne problemen op te lossen.

Intussen wil het IMF geen leningen meer verstrekken aan de Grieken. Het land stevent af op een schuldgraad van maar liefst 190 procent van het bbp in 2016. Europa moet leren om zelf zijn boeltje op te kuisen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content