Redactie Trends

‘De Europese factuur zal serieus toenemen’

De Europese begroting zal, zonder besparingen, aardig wat meer eisen van de Belgische belastingbetaler. Dat zegt professor Herman Matthijs (UGent en VUB).

De Europese Unie onderhandelt al maanden over de financiering van de algemene begroting. Het gaat om het nieuwe meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2021-2027. De meerjarenbegroting van de Europese Unie zou, volgens het voorstel van de Europese Commissie, stijgen tot 1135 miljard euro of 1,11 procent van het gezamenlijke bruto binnenlands product (bbp). Dat is een toename van 0,11 procent. De vastleggingskredieten voor de periode 2014-2020 bedragen 959 miljard euro. Op de aankomende top van de Europese Raad in december, onder Fins voorzitterschap, zal weer moeten worden gezocht naar een akkoord – er moet unaniem worden beslist. De vraag is wie meer geld op tafel wil leggen voor de Europese begroting.

Eigen middelen

Het huidige eigenmiddelenbesluit dateert uit 2014. Volgende week wordt een poging gedaan daarover een nieuw akkoord te bereiken. Hoeveel riskeert de Belgische schatkist meer te moeten betalen aan de Europese Unie?

Ten eerste zijn er de douanerechten. In 2020 betaalt ons land 2,2 miljard euro douanerechten aan de Europese Unie, op een totaal van 22,2 miljard euro. Volgens het huidige eigenmiddelenbesluit innen de nationale douanediensten die heffingen aan de buitengrenzen en storten ze die voor 80 procent door aan de Europese Unie. De inningskosten van 20 procent kunnen voor 2020 worden begroot op ongeveer 570 miljoen euro. Maar de Unie wil de inningskosten verminderen tot 10 of 12,5 procent. Dat zal de federale begroting 215 tot 285 miljoen euro kosten. De som van de opbrengst van de douanerechten van België en Nederland is hoger dan de opbrengst van Duitsland. Dat wijst op het enorme belang van de mondiale invoer via de zee- en de luchthavens van de lage landen.

Ten tweede is er de heffing op het bruto nationaal inkomen (bni) die momenteel 0,90 procent bedraagt. Daarop bestaat al de uitzondering dat drie landen – Denemarken, Nederland en Zweden – samen een jaarlijkse vermindering van ongeveer 1,1 miljard euro krijgen. De reden is dat ze grootse nettobetalers zijn. België moet in 2020 ongeveer 3,2 miljard betalen. Met 110,5 miljard euro is de heffing op het bni de belangrijkste financieringsbron voor Europese begroting. Gezien de groeiprognoses van het bbp behouden we hier een relatieve status quo.

De belasting op toegevoegde waarde (btw) is de derde bron. Ons land moet 0,3 procent van zijn opbrengst afdragen aan de Europese Unie. Dat is in 2020 goed voor zowat 620 miljoen euro. Een verhoging van dat percentage zal de schatkist geld kosten. Bovendien zijn er drie landen – Duitsland , Nederland en Zweden – die maar 0,15 procent moeten afdragen. Er zijn wel meerdere landen die zo’n afwijking willen bekomen.

In 2020 bestaat er ook nog de Britse rebate van 5,2 miljard, waarvan België 255 miljoen moet opnemen. Dat systeem vervalt in het nieuwe eigenmiddelenbesluit door het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. Ook op dat systeem zijn er uitzonderingen ten voordele van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden. Die vier landen moeten maar 25 procent betalen van de meerkosten van de Britse rebate.

De Europese factuur zal serieus toenemen.

Zelfs met die rebate blijft het Verenigd Koninkrijk een nettobetaler aan de Europese Unie. Een analyse van de uitgaven leert ons dat de Britten zowat 9 miljard euro krijgen uit de regionale, landbouw, sociale en andere fondsen van de Europese begroting. Londen betaalt 18,5 miljard euro. Zo is het land in 2020 nog altijd een nettobetaler van ongeveer 9,5 miljard. Dat bedrag zal in het nieuwe stelsel moeten worden bespaard of gecompenseerd door de andere lidstaten.

Belgische bijdrage

In de goedgekeurde Europese begroting voor 2020 wordt de Belgische bijdrage begroot op zowat 6,3 miljard euro. Het idee van de Europese Commissie het MFK te verhogen met bijna 175 miljard euro in combinatie met de brexit en de verlaging van de inningskosten voor de douanerechten, zal de Belgische schatkist bijna een miljard euro meer kosten. Tenzij de Europese Unie grootse besparingen op de uitgaven invoert, maar die zijn moeilijk omdat de oostelijke en de zuidelijke leden dat niet zien zitten. De voorzitter van de Europese Raad, de voormalige Belgische premier Charles Michel, belooft meer geld uit het migratiefonds en genoeg geld voor Henegouwen. In die provincie wonen de voorzitters van de twee grootste Waalse politieke partijen.

De regering in lopende zaken en de kandidaat-leden van de nieuwe federale regering hebben al vele ideeën opgelaten om meer geld uit te geven. Ook de Europese begroting zal, zonder besparingen, aardig wat meer eisen van de belastingbetaler.

Als men een budgettaire analyse van deze Europese begroting maakt, merkt men de structurele problemen door de dertien nieuwe leden sinds deze eeuw. De zes oorspronkelijke leden van de jaren vijftig betalen nog altijd zowat 58 procent van de begroting. De vijftien leden in 1995 betalen liefst 90 procent. De uitbreiding van de Unie deze eeuw is dus geen budgettair geschenk geweest voor de belastingbetalers van Noord- en West-Europa. Zonder twijfel mag de lopende of de nieuwe federale regering zich verwachten aan een serieus toenemende Europese factuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content