De balans: energiesteun is de nieuwe heilige koe voor Vivaldi

Minister van Financiën Van Peteghem en premier De Croo © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

Een tijdelijke maatregel wordt in België snel definitief. Dat blijkt weer bij de lagere btw op gas en elektriciteit die de federale regering ingevoerd heeft als onderdeel van de energiesteun voor de Belgen. Zelfs na deze energiecrisis blijft het tarief 6 procent. En de compensatie via hogere accijnzen laat op zich wachten, ondanks druk van minister van Financiën Vincent Van Peteghem. Terwijl het zoveel logischer zou zou zijn om de btw opnieuw op te trekken.

Alain Mouton

Nog geen maand na het kerstreces zit het er alweer bovenarms op in de Vivaldi-regering. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) stelde voor om het btw-tarief op gas en elektriciteit permanent te verlagen van 21 naar 6 procent, maar koppelt daar wel nieuwe accijnzen aan vast. Daardoor zou de energiefactuur voor een gemiddeld gezin vanaf april 20 euro per maand duurder worden. Dat wordt hem niet in dank afgenomen door de andere coalitiepartners.

Eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) was not amused dat het voorstel al in de media kwam nog voor Van Peteghem het aan de andere ministers had voorgelegd. De socialisten en groenen zijn niet tegen de maatregel maar de datum van 1 april is onder andere voor de PS te vroeg. De Franstalige liberalen van de MR vinden hogere accijnzen geen goed idee, want dat is een belastingverhoging. Van Peteghem wijst op het gat dat de lagere btw op energie in de begroting slaat: 1,3 miljard euro zonder compenserende maatregelen. Zijn accijnzenplan zou 543 miljoen euro opbrengen.

Een ander argument van de christendemocraat is dat de energiecrisis op een bepaald moment eindigt en de energiesteun dan moet worden bijgestuurd. De hogere accijnzen passen in dat plan. Dat klinkt aannemelijk, maar eigenlijk zou het logischer zijn de btw op gas en elektriciteit opnieuw op te trekken naar de oorspronkelijke 21 procent, of op zijn minst naar 12 procent.

Btw-populisme

Maar dat zal niet gebeuren. De energiesteun is voor de Vivaldi-partijen een heilige koe geworden waaraan men niet mag raken. Al in de herfst van vorig jaar maakte minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke duidelijk dat de 6 procent btw op energie voor eeuwig was. Want het gaat om een basisproduct en de consumenten moeten hun koopkracht zo veel mogelijk behouden. Kortom, wat een tijdelijke maatregel was, wordt in België nog maar eens definitief. Het is een traditie in dit land. Denk maar aan de crisisbelasting die de regering-Dehaene in de jaren 90 invoerde opdat België zou slagen voor het ingangsexamen voor de Europese Muntunie. Die belasting wordt nu pas afgebouwd.

Dat men niet wil raken aan het pakket energiesteun heeft voor deel ook te maken met het btw-populisme waaraan politici maar ook een aantal fiscale experts zich de voorbije maanden hebben bezondigd. De consumptiebelasting kan voor hen in moeilijke tijden bij wijze van spreken niet laag genoeg zijn.

Gelukkig zijn er ook economen die waarschuwen voor de nefaste effecten van de energiesteun en de 6 procent btw in het bijzonder. Gert Peersman (UGent) herhaalt het tot vervelens toe: zelfs een tijdelijke btw-verlaging op elektriciteit leidt tot permanent hogere prijzen. Het komt vooral de producenten ten goede die de prijzen niet doen dalen en het btw-verschil als winst binnenrijven.

In strijd met fiscale trend

De permanente steun voor gas en elektriciteit gaat trouwens in tegen een internationale fiscale trend waarbij belastingen op arbeid worden verlaagd en gecompenseerd worden door hogere consumptiebelastingen. België doet het omgekeerde: lagere consumptiebelastingen (met een kluwen van btw-tarieven en -uitzonderingen) en nog altijd te hge lasten op arbeid.

Peersman zei het in december nog in een interview in De Zondag: “Als je de lasten op arbeid wil verlagen, zal je toch vooral naar consumptie moeten kijken, want vermogen wordt al zwaar belast. Wij heffen relatief weinig belastingen op consumptie. In de welvarende Scandinavische landen is het tarief zelfs 22 procent.” De rapporten van de Hoge Raad van Financiën formuleren trouwens voorstellen in die richting. Maar de politici lijken deze passages niet gelezen te hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content