De balans: coronabeleid wordt politiek gesjacher

Minister Vandenbroucke en premier De Croo © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De versoepelingen die het Overlegcomité in het vooruitzicht stelt, zijn het resultaat van urenlang politiek gepingpong tussen de partijen en de regeringen. Het coronabeleid verschilt niet veel van het gesjacher tijdens nachtelijke begrotingsonderhandelingen. Het duo Alexander De Croo-Frank Vandenbroucke lijkt de regie wat kwijt.

“Frank, ik denk dat je onze collega’s begint de irriteren.” Dat zei de Waalse minister-president, Elio Di Rupo (PS), vorige woensdag aan het einde van het Overlegcomité aan de federale minister van Volksgezondheid, Frank Vandenbroucke (Vooruit). Vandenbroucke wilde de coronaversoepelingen in mei tot een minimum beperken en deed het urenlange gemarchandeer over wat wel en niet kon nog wat langer duren. Op een bepaald moment legde hij de afgesproken heropening van de contactberoepen en de niet-essentiële winkels opnieuw in de weegschaal. Als er versoepelingen zouden komen in de horeca, zoals de heropening van de terrassen, dan moesten de winkels en de kappers maar dicht blijven.

Het veroorzaakte ergernis aan de tafel met de vertegenwoordigers van de deelstaatregeringen. Daarvoor had het Overlegcomité al veel weg van een tapijtenmarkt. De Vlaamse minister-president, Jan Jambon (N-VA), en enkele MR-ministers wilden een heropening van de terrassen op 1 mei. Het federale duo, premier Alexander De Croo (Open Vld) en Frank Vandenbroucke, kozen voor 15 mei. Na veel gesjacher werd het 8 mei.

Het overlegcomité leek in veel op de nachtelijke begrotingsonderhandelingen, wanneer aan het einde hier een paar miljoen euro’s besparingen gevonden worden en elders plots evenveel nieuwe belastinginkomsten opduiken. Die vorm van beleid voeren is nooit een fraai schouwspel, maar dezelfde techniek toepassen in de strijd tegen een pandemie maakt het nog een stuk erger.

Onzekerheid

Een deel van het compromis is dat de versoepelingen voorwaardelijk zijn. De vaccinatiegraad moet over een paar weken hoog genoeg zijn (70% van de 65+plussers moeten hun eerste prik gekregen hebben) en de bezetting op de afdelingen intensieve zorg van de ziekenhuizen moet substantieel dalen. De eerste doelstelling is haalbaar, de tweede blijft onzeker. Wat als die doelstellingen niet bereikt worden? Komt het Overlegcomité dan terug op de beloofde versoepelingen?

Politiek ligt dat heel gevoelig. De gouverneurs en de burgemeesters hebben al duidelijk gemaakt dat de ordediensten op hun tandvlees zitten, en dat het almaar moeilijker wordt om de coronamaatregelen te handhaven.

Corona-aanpak is geen bonus meer

Het coronabeleid van de voorbije maanden was zeker in Vlaanderen een bonus voor de regering-De Croo, in het bijzonder voor de premier en de minister van Volksgezondheid. Na de chaos onder premier Sophie Wilmès (MR) was de strikte maar duidelijke communicatie over de pandemie een verademing. In de populariteitspolls klommen de ministers omhoog.

Maar het ziet ernaar uit dat het duo De Croo-Vandenbroucke de regie wat verliest. Tijdens elk Overlegcomité komen ze almaar meer onder druk. Ook hier speelt de gewone partijpolitiek haar rol. Voor de deelstaatregeringen, die de voorbije maanden door de federale regering overvleugeld werden, lijkt het nu paybacktime. Een onverwachte coalitie van de N-VA namens de Vlaamse regering en een aantal Waalse ministers wint tijdens het Overlegcomité aan belang. Zij hebben het gehad met de strenge aanpak. Tijdens de komende samenkomsten zal hun stem nog altijd luid klinken.

Het klinkt cynisch, maar het voordeel van de coronacrisis was dat de Vivaldi-regering de andere problemen en uitdagingen voor zich uit kon schuiven: de fiscale hervorming, de pensioenen, de begroting waren in het eerste halfjaar van de Vivaldi-regering geen prioriteit. Dat wordt nu moeilijker. Deze week raakte bekend dat er de regering 8 miljard euro moet vinden tegen 2024 om de begroting op orde te krijgen. Die inspanning begint het best al volgend jaar. Dat betekent dat ze bij de begrotingsopmaak 2022, na de zomer, moeilijke knopen moet doorhakken.

In de Wetstraat hopen ze dat de federale regering zich kan optrekken aan de uitrol van het Belgische relanceplan van 5,9 miljard euro voor de periode na corona. Maar een analyse van het Planbureau, waaruit blijkt dat het relanceplan maar 3900 banen en voor maximaal 0,22 procent extra groei meebrengt, tempert het enthousiasme. Een wondermiddel voor de Belgische economie is het relanceplan dus niet. Het Planbureau stelt dat de impact van de Duitse en Franse relanceplannen voor ons land groter zal zijn. België is een open exporteconomie, en zal onder andere met zijn vele toeleveranciers aan de grootste twee EU-economieën een graantje meepikken van hun relancebeleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content