De balans: Arizona-coalitie is economische kamikaze

Egbert Lachaert (Open VLD), Joachim Coens (CD&V) en Georges-Louis Bouchez (MR) op 17 juni 2020.
Alain Mouton
Alain Mouton Redacteur bij Trends

De ego’s van verschillende partijvoorzitters maken de vorming van een Arizona-coalitie een schier onmogelijke opdracht. En dat is wellicht geen slechte zaak. Om een regering zonder de PS op de been te krijgen zullen de vroegere Zweedse coalitiepartijen een zware prijs moeten betalen: een sociaal-economisch beleid dat gelijk staat aan verder ontsporende overheidsfinanciën en dat de concurrentiekracht zwaar aantast.

“Beste partijvoorzitters, 1. Groei -8,3 procent 2. 180.000 werklozen extra 3. 10 procent bedrijven failliet 4. Energie onzekerheid 5. Vergrijzingskost 6. Verkeersinfarct 7. Zwakkeren verliezen inkomen 8. Gezondheidszorg onder druk 9. 5G? 10. Overheidsinvesteringen? Maar geen #begov mogelijk.” Dat tweette Pieter Timmermans, topman van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) onlangs. Zijn bezorgdheid over de sociaaleconomische uitdagingen voor België zijn terecht.

Deze week zag het er even naar uit dat de liberalen, de christendemocraten, de N-VA en de sp.a hun tegenstellingen zouden proberen te overstijgen en zouden beginnen te werken aan een zogenaamde Arizona-coalitie die het herstel- en relancebeleid na corona zou moeten uittekenen. Een regering zonder de PS, waarvan duidelijk is dat er geen land meer mee te bezeilen valt. Toen Pierre Wunsch, gouverneur van de Nationale Bank, verklaarde dat de Waalse overheidsuitgaven tot 70 procent van het bruto binnenlands product (bbp) zouden stijgen en dat dat deed denken aan een communistisch regime, reageerde Waals minister-president Elio Di Rupo als door een wesp gestoken. In plaats van in eigen boezem te kijken, verweet men Pierre Wunsch, een ex-MR-kabinetschef, een politieke agenda. Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt. Begin dit jaar stelde Di Rupo doodleuk dat de cijfers van de Nationale Bank over de gestegen koopkracht niet kloppen.

Zo bont heeft de sp.a, de Vlaamse zusterpartij van de PS, het nooit gemaakt. Voor sp.a-voorzitter Conner Rousseau leek de voorbije week de periode van de waarheid aan te breken. Hij werd door de partijvoorzitters van CD&V, de MR en Open Vld geconfronteerd met zijn stelling dat hij op basis van inhoud bij een regeringscoalitie zou aansluiten. Een ontmoeting met MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez zou de eerste stap zijn richting een opening. Maar een dag later was het terug naar af: Bouchez raakte in de clinch met CD&V-voorzitter Joachim Coens over de stemming van een versoepelde abortuswet. Gevolg: de ego’s van de partijvoorzitters hebben de kans op een Arizona-coalitie aanzienlijk verkleind. De ‘drie koningen’ Bouchez, Coens en Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert hebben officieel de plooien wel gladgestreken, maar eigenlijk is het wachten op het nieuwe incident dat de federale regeringsvorming doet stokken.

En ook al is iedereen de spelletjes in de Wetstraat beu, wellicht is dat geen slechte zaak. Om in een federale regering te stappen zonder de PS leggen de sp.a en de Franstalige centristen van het cdH de lat zeer hoog.

Een Arizona-coaltie zou al zeker op sociaal-economisch vlak een zeer linkse stempel moeten dragen. Hun voorstellen over hogere pensioenen en hogere lonen voor de onderkant van de arbeidsmarkt zouden voor de andere partijen wellicht te slikken zijn. Net als een relancebeleid gericht op extra overheidsinvesteringen. Maar wat met de voorstellen voor nieuwe en hogere vermogenstaksen? Wat te denken over het feit dat een sanering van de overheidsfinanciën voor de sp.a en het cdH geen prioriteit is? Wat te denken van het pleidooi voor een vierdaagse werkweek? Om nog maar te zwijgen over de eis om de belastingen op consumptie niet te verhogen. Die cocktail zorgt ervoor dat de overheidsuitgaven die dit jaar oplopen tot een nooit geziene 62 procent van het bbp, nog verder zullen stijgen. Bovendien dreigt de concurrentiekracht van de ondernemingen zwaar te worden aangetast terwijl die eindelijk wat aan het herstellen was. Het is duidelijk dat het cdH en de sp.a zullen proberen de beperkte realisaties van de regering-Michel I terug te draaien.

Wat tijdelijk is wordt definitief

Een Arizona-coalitie waarin minipartijen als de sp.a en het cdH de duim omhoog of omlaag kunnen houden, zou ook betekenen dat tijdelijke maatregelen die tijdens de coronacrisis werden ingevoerd definitief worden. Naar goede Belgische traditie. Het versoepelde stelsel van landingsbanen voor 55-plussers dreigt een nieuw halftijds brugpensioen te worden. De tijdelijke werkloosheid dreigt een geïnstitutionaliseerd systeem te worden. De degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen die tijdelijk on hold werd gezet, zou definitief worden afgeschaft. De gedeeltelijke overheidsfinanciering van collectieve arbeidsduurvermindering wordt een blijver. Dat zou ook een slechte zaak zijn voor de overheidsfinanciën en de concurrentiekracht van de bedrijven. De N-VA en een door Egbert Lachaert geleide Open Vld kunnen onmogelijk meestappen in zo’n economische kamikaze-opdracht.

Premier Sophie Wilmès (MR) voelt de bui al hangen en stelde gisteren op de RTBF voor dat de huidige minderheidsregering gewoon een relanceplan moet voorbereiden en dan op zoek moet gaan naar een meerderheid in de Kamer. Dat is weinig realistisch. Het wordt misschien stilaan tijd dat er in de Kamer een andere meerderheid wordt gezocht: om verkiezingen mogelijk te maken in het najaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content