China zoekt naar een tweede adem

© belga

De excessen van het verleden wegen steeds meer op de Chinese economische groei. Het land moet durven in te zien dat het staatsgeleide kapitalisme nergens toe leidt.

De excessen van het verleden wegen steeds meer op de Chinese economische groei. Het land moet durven in te zien dat het staatsgeleide kapitalisme nergens toe leidt.

Steeds meer cijfers bevestigen dat de economische groei in China hapert. De Chinese overheid gaat uit van ongeveer 7 procent groei van het bruto binnenlands product (bbp). Naar Europese en Amerikaanse normen is dat zeer veel, maar China zit in een andere ontwikkelingsfase. Hoewel het land de op één na grootste economie ter wereld is, bedraagt het bbp per capita slechts 6000 dollar. China moet dus blijven groeien.

Net daar zit het probleem. Het groeimodel van investeringen in infrastructuur en productiecapaciteit heeft zijn grenzen bereikt. Het niveau van de privéschulden is gestegen tot bijna 200 procent van het bbp, een extreem hoog peil voor een groeiland. De kredietexplosie heeft geleid tot een oververhitte vastgoedmarkt en overcapaciteit, waardoor de return on investment onvermijdelijk is gedaald en het aantal slechte leningen zal stijgen. De stress in het Chinese banksysteem werd al duidelijk toen in juni de interbancaire rente fors steeg.

De overcapaciteit zal de winstgevendheid van de Chinese bedrijven aantasten, met wanbetalingen tot gevolg. En dan wordt richting overheid gekeken om de banken te helpen. De Chinese overheid heeft weinig schulden (ongeveer 20 procent van het bbp), een laag begrotingstekort (minder dan 2 procent van het bbp in 2012) en veel buitenlandse reserves. Maar de overheid is minder sterk dan ze lijkt. Het Internationaal Monetair Fonds berekende dat, als rekening wordt gehouden met alle buitenbalansvehikels die de lokale overheden hebben opgezet om vastgoedprojecten te financieren, de overheidsschuld oploopt tot 45 procent, en het begrotingstekort tot 10 procent.

Korte en lange termijn

De marktgerichte hervormingen en de herstructurering van de economie betekenen een afweging tussen onhoudbare kortetermijngroei en duurzame langetermijngroei. Het betekent ook dat de Chinese elite haar greep op de economie moet lossen. Dat gaat niet alleen in tegen de communistische dogma’s, maar ook tegen hun eigenbelang. Het gros van de Chinese rijkdom zit bij een beperkt aantal schatrijke ondernemersfamilies met goede politieke connecties. Omdat de hervormingen uitgerekend van die elite moeten komen, bestaat de kans dat dit niet of onvoldoende zal gebeuren.

De nieuwe leiding van de Communistische Partij heeft wel degelijk aangegeven dat ze de onevenwichtigheden in de economie wil aanpakken. In het twaalfde Vijfjarenplan is ‘bijdrage tot de groei van het bbp’ niet meer het belangrijkste criterium voor ambtenaren. Het wordt echter afwachten of ze de hervormingen kan doorvoeren. In de overgangsperiode zal de groei onvermijdelijk nog meer vertragen en de werkloosheid zal tijdelijk stijgen. Wanneer de sociale onrust en de frustratie toeneemt, bestaat het risico dat men net als in 2009 terugvalt in de oude zonden, door bijvoorbeeld met infrastructuurbestedingen de groei tijdelijk te willen stimuleren.

Het volledige artikel over China leest u deze week in Trends.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content