Vrije Tribune

‘Biotechstart-ups blijven steunen, rendeert voor heel Vlaanderen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

De lifesciences- en gezondheidssector (ook biotechsector genoemd) is een belangrijke groeimotor voor de economie. Dat zeggen Co-general managers van Flanders.bio* Pascale Engelen en Willem Dhooge en voorzitter van de raad van bestuur van Flanders.bio, Dirk Reyn.

Twee Vlaamse biotechbedrijven gaat het wel erg voor de wind. In 2019 creëerden Galapagos en argenx samen meer dan 10 miljard euro in extra beurswaarde. Daarenboven werd de CEO van Galapagos, Onno van de Stolpe, verkozen tot Trends Manager van het Jaar 2019.

Dat is goed nieuws voor zowel hun aandeelhouders als heel onze maatschappij. Dit soort bedrijven zorgt niet alleen voor extra zuurstof voor de economie; ze creëren ook banen en verbeteren de volksgezondheid met innovatieve medicatie tegen onder meer artritis, lupus en kanker. Maar ook succesvolle bedrijven moesten ooit ergens beginnen. Ook deze giganten waren ooit start-ups die een beroep moesten doen op de Vlaamse overheid om de torenhoge onderzoeks- en ontwikkelingskosten, die typisch zijn voor de lifesciencesector, te kunnen dekken. Heel wat Vlaamse biotechstart-ups met enorm potentieel bevinden zich momenteel in dit bootje. Net zoals in het verleden hopen zij een beroep te kunnen blijven doen op steun van de Vlaamse overheid om de eerste fase te kunnen overbruggen, ook in tijden van besparingen. Misschien schuilt een nieuw Galapagos of argenx wel onder hen.

De lifesciences- en gezondheidssector (ook biotechsector genoemd) is een belangrijke groeimotor voor de Belgische economie. Deze soort bedrijven ontwikkelen onder meer succesvolle kankerbehandelingen, immunotherapie en medicatie tegen auto-immuun-, hart- en vaatziektes, maar produceren bijvoorbeeld ook graanvariëteiten die beter bestand zijn tegen veranderingen in het klimaat of technologie voor een meer duurzame landbouw. Als we alleen al naar de beurswaarde kijken, is volgens een analyse van KBC Securities de Belgische biotechsector, met bedrijven zoals Galapagos, UCB en Argenx, 27 miljard euro waard. Hiermee is België de Europese leider met 23 procent van de markt. Daarenboven groeide de sector het voorbije jaar met 12.5 procent.

Toch innoveren niet alleen de beursgenoteerde biotechreuzen of klassieke farmabedrijven. De ‘2019 European Innovation Scoreboard’ erkent België, en vooral Vlaanderen, als ‘strong Life Sciences innovators’ in Europa, onder meer door de dynamische start-upscene bestaande uit universiteiten, kenniscentra en jonge biotech- of agrotechbedrijven.

Maar het leven van een biotechstart-up is niet eenvoudig. Om te slagen zijn deze bedrijven erg afhankelijk van externe investeringsbronnen zoals privé-investeerders of de financiële markten. Het klimaat voor jonge biotechs in België is over het algemeen positief, en heel wat mensen konden de afgelopen jaren een goed rendement meepikken door te investeren in Vlaamse bedrijven zoals Plant Genetic Systems, Movetis, Cropdesign, Ablynx en Galapagos. Toch kan de regering meer inspanningen doen om de miljarden aan slapende euro’s op de Belgische spaarrekeningen te activeren en burgers te overtuigen om te investeren in deze sector en zo deze groeibedrijven economisch te verankeren.

Biotechstart-ups blijven steunen, rendeert voor heel Vlaanderen.

Er zijn echter veel jonge start-ups die niet, of slechts gedeeltelijk, een beroep kunnen doen op privé-initiatieven of op de markten. Voor hen is het hefboomeffect van subsidies van de Vlaamse overheid vaak cruciaal om het financieringstekort te overbruggen. In deze tijden van besparingen en budgetrondes zou snijden in deze subsidiebudgetten catastrofale gevolgen kunnen hebben voor veel van deze jonge biotechbedrijven. Maar ook heel de maatschappij zou dat voelen. Succesvolle lifesciencesbedrijven ondersteunen niet alleen de Vlaamse en Belgische economie en werkgelegenheid, maar komen ook de volksgezondheid ten goede door de innovaties die zij creëren in voeding en gezondheidszorg. Ze zijn bovendien belangrijk in het vinden van oplossingen voor de vele uitdagingen die gepaard gaan met de klimaatverandering.

Bij de verdeling van de innovatiesteunmaatregelen is het dus belangrijk voldoende oog te hebben voor de kleine start-ups. In tegenstelling tot de grotere bedrijven hebben zij geen belangrijke winsten die ze kunnen gebruiken voor eigen research. Een bemoedigend signaal is de recente goedkeuring van vier nieuwe subsidieprojecten voor gepersonaliseerde geneeskunde, waaronder de ontwikkeling van een diagnostische epilepsiepleister en een nieuwe gepersonaliseerde celtherapie voor patiënten met vergevorderde darmkanker. Zulke projecten zijn erg belangrijk voor de maatschappij maar ook voor de betrokken kmo’s.

De Vlaamse overheid kan de jonge biotechbedrijven ook helpen bij het verwerven van Europese financieringsmiddelen. Dit kan door druk uit te oefenen bij de EU om de criteria voor Europese subsidies aan te passen opdat ook kapitaalintensieve en verlieslatende bedrijven zoals biotechs er vaker in aanmerking voor kunnen komen. Dat is nu niet altijd het geval.

De overheid moet daarenboven blijven inzetten op een stabiel, goed onderbouwd en “future proof” regelgevend kader voor de bedrijven. Het regelgevend kader om nieuwe lifescienceproducten naar de markt te brengen vergt een investering van meerdere jaren en een stabiel klimaat is cruciaal om zulke innovaties om te zetten in producten met maatschappelijke impact.

Ten slotte moet de Vlaamse overheid in samenwerking met het ecosysteem en de koepelorganisatie verder inzetten op internationalisatie van onze lifesciencesbedrijven alsook het actief aantrekken van internationale bedrijven en talent naar onze regio. Met een Vlaams beleid dat inzet op de kracht van innovatie moet dit alles mogelijk zijn.

Co-general managers van Flanders.bio* Pascale Engelen en Willem Dhooge en voorzitter van de raad van bestuur van Flanders.bio, Dirk Reyn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content