Al meer dan een jaar proberen vakbonden en werkgevers in de Nationale Arbeidsraad (NAR) tot een akkoord te komen over de aanpassing van het statuut van uitzendarbeid.
De standpunten liggen mijlenver uit elkaar, waardoor de gesprekken vaak worden stilgelegd. “Tijdens de zomer werd er niet onderhandeld maar in september heeft er wel een vergadering plaatsgevonden. De komende maanden volgen er nog een paar. Maar ik moet toegeven dat de gesprekken niet snel gaan”, zegt Sébastien Delfosse van Federgon, de federatie van hr-dienstverleners.
De werkgevers willen een vierde motief voor uitzendarbeid invoeren: instroom op de arbeidsmarkt of aanwerving. Bovendien willen ze ook dat er uitzendcontracten voor onbepaalde duur kunnen worden afgesloten. Momenteel is uitzendarbeid alleen toegelaten bij een tijdelijke vervanging van een werknemer, een tijdelijke vermeerdering van werk of bij uitzonderlijk werk.
De vakbonden verzetten zich radicaal tegen een versoepeling van uitzendarbeid. Ze willen daarentegen de regeling verstrengen. Vorige week voerden ze nog actie voor de afschaffing van de dagcontracten in de uitzendsector. Een actie die de gesprekken binnen de NAR zeker niet vlotter zal doen verlopen. Met een dagcontract heeft een uitzendkracht een wettelijk contract voor één dag. Volgens het ABVV is het een courante praktijk om uitzendkrachten die worden ingeschakeld voor een opdracht van enkele weken of zelfs maanden aan te werven met zulke dagcontracten. Die moeten dan elke dag vernieuwd worden.
Dagcontracten maken het voor werkgevers mogelijk om een uitzendkracht van de ene dag op de andere weg te sturen, zonder enige vergoeding. Een extreme en onaanvaardbare vorm van flexibilisering, zeggen de vakbonden.
Federgon relativeert: “Als we het volume of het aantal gepresteerde uitzenduren bekijken dan zijn dagcontacten goed voor 6 procent van de sector. Het systeem moet voor ons zeker behouden blijven. In sommige sectoren zijn dagcontracten onvermijdelijk zoals op grote evenementen, voor weekendwerk of in de horeca.”
A.M.
