Daan Killemaes

‘250 miljard Belgische euro’s die niets opbrengen’

Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De ‘vermogende’, en dat is voor het overgrote deel de hardwerkende burger, wordt allesbehalve ontzien in de strijd tegen de crisis. Dat zegt Trends-hoofdredacteur Daan Killemaes.

België heeft de voorbije decennia zodanig onder zijn stand geleefd, dat we met zijn allen een buitenlandse spaarpot van netto 250 miljard euro opgebouwd hebben. Maar wat brengen deze vorderingen op het buitenland op? Helemaal niets. Erger nog, in 2015 boekten we een negatief rendement van 1,3 miljard euro op deze centen. Menige spaarder zal nu roepen: “De schuld van Mario Draghi!” Niet ten onrechte. Dat we geld verliezen op onze positieve externe positie is deels te wijten aan de daling van de rentevoeten, versterkt door het heel expansieve beleid van de Europese Centrale Bank. Maar België sluist ook 90 miljard euro van zijn spaaroverschot via grootbanken naar het buitenland, en dat tegen een minimale vergoeding. Onze spaarreflex en risicoschuwheid financieren op die manier jobs en investeringen buiten onze grenzen.

Die bittere realiteit voelen de Belgische spaarders ook individueel. De voorbije jaren daalde het inkomen uit vermogen gestaag. De intrestinkomsten bijvoorbeeld kalfden in 2013 af met 14 procent, in 2014 met 39 procent en vorig jaar met 21 procent. Intresten leverden in 2015 nog een povere 2,5 miljard euro op, en dat zal er niet op beteren. De inkomens uit vermogen daalden van 32,6 miljard euro in 2011 tot 28,4 miljard in 2015. Het expansieve beleid van de ECB is een weinig democratische, maar wel hoge belasting op vermogensinkomsten, die te weinig aangestipt wordt als de regering op zoek gaat naar geld. De ‘vermogende’, en dat is voor het overgrote deel de hardwerkende burger, wordt dus allesbehalve ontzien in de strijd tegen de crisis. Dat is goed om te weten als de discussie over een hogere roerende voorheffing weer eens op de regeringstafel komt.

250 miljard Belgische euro’s die niets opbrengen

Het beleid van de ECB zorgt dus voor serieuze koopkrachtverschuivingen tussen schuldeisers en schuldenaars. Dat komt eigenlijk neer op een taxshift, en dus doet de ECB ongewild aan politiek. Het mag dan niet verbazen dat de politici steeds bitser en luider reageren op het ECB-beleid, vooral in spaarlanden als België, Nederland en Duitsland. Nog meer dan België leeft Duitsland onder zijn stand. Onze oosterburen stapelen de handelsoverschotten met het buitenland op, wat hen vaak het verwijt oplevert dat hun mercantilistische strategie de Europese economie comateus en de eurocrisis levendig houdt. Voor een vergrijzend land als Duitsland is het echter logisch om een spaarpot voor de oude dag op te bouwen. En de vruchten van het harde labeur van de voorbije jaren, denk aan de arbeidsmarkthervorming en de loonmatiging, schenk je niet zomaar weg aan het buitenland. Volgens berekeningen van de Duitse verzekeraar Allianz zijn de intresten uit spaartegoeden de voorbije tien jaar met 70 procent gedaald in Duitsland. Tussen 2010 en 2015 kostte de rentedaling 367 euro per Duitser. De winnaars zijn te vinden in Portugal, Griekenland en Italië, want zij winnen tot 1200 euro per kop dankzij de gedaalde rentevoeten. Het eurogebied is geen politieke transferunie, maar al wel een monetaire transferunie.

Er zijn grenzen aan het Duitse geduld en vrijgevigheid. “Ik ben niet gelukkig met deze lage intrestvoeten. Ik verkies hogere”, zei de Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble op 8 april. Bovendien verweet hij Mario Draghi de opkomst van eurosceptische partij Alternative für Deutschland (AfD). Volgens Schäuble zou het succes van AfD voor de helft te wijten zijn aan het beleid van de ECB. Zijn uithaal heeft wellicht meer te maken met interne politiek dan met het ECB-beleid. Door de ECB aan te vallen, probeert Schäuble wat wind te nemen uit de zeilen van de AfD, die ook garen spint bij de massale instroom van migranten in Duitsland.

Het is ver gekomen dat uitgerekend Duitsland de onafhankelijkheid van de ECB aanvalt. Duitsland is het laatste land waarvan je zo’n uithaal verwacht. Vergeet niet dat Duitsland in de eurozone stapte op voorwaarde dat de euro een sterke munt zou zijn, bewaakt door een onafhankelijke centrale bank. Het hoofdkwartier van de ECB staat niet toevallig in Frankfurt.

Het is ver gekomen dat zelfs Jens Weidmann, de voorzitter van de Duitse centrale bank en notoire criticus van het beleid van Draghi, in de bres moet springen voor zijn Italiaanse collega. Weidmann: “We zijn onafhankelijk, en op dit moment is een expansief beleid het gepaste beleid. En mensen zijn meer dan spaarders. Ze zijn ook werknemers, belastingbetalers en schuldenaars. Zij profiteren in die hoedanigheid van de lage rentevoeten.”

Het is ver gekomen dat zelfs de Fransen de Duitsers de les lezen over de onafhankelijkheid van de ECB, bij monde van minister van Financiën Michel Sapin, die zei dat Duitsland moet stoppen met kritiek op het ECB-beleid. Het mag duidelijk dat de ECB en haar niet-verkozen technocraten dezer dagen veel te veel aan politiek moeten doen, precies omdat de Europese leiders dat te weinig doen. Het geduld van de spaarders, Belgen en Duitsers, raakt terecht op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content