100 jaar Communistische Partij in China: balanceren tussen chaos en controle

HONDERD JAAR CHINESE COMMUNISTISCHE PARTIJ Xi Jinping heeft de touwtjes meer dan ooit in handen. © Yu Liangyi / Costfoto/Sipa USA

De Chinese Communistische Partij bestaat honderd jaar. Voor de partij een reden om te feesten, maar voor de wereld een reden om de adem in te houden.

In de 35 jaar dat ik verslag uitbreng over China, was Cao Siyuan een van de opmerkelijkste mensen die ik heb ontmoet. Hij was ooit adviseur van China’s hoogste leider. Maar als ik hem iets vroeg over die tijd, keerde hij in zichzelf en zei dat hij niet meer dan een “ambtenaar ter grootte van een sesamzaadje” was geweest.

Nochtans illustreert zijn leven – hij overleed in 2014 op 68-jarige leeftijd – de historische weg naar de heerschappij van de Chinese Communistische Partij (CCP) en veel aspecten van China’s breekbare relatie met de buitenwereld. Cao stond in China bekend als ‘Mister Bankroet’. Hij was in de jaren tachtig de architect van de eerste faillissementswet van het land. Ze betekende de ideologische overgang van het maoïstische communisme naar het hybride systeem van marktautoritarisme dat het land nog altijd aanhangt. Tot dan ging het in het communisme alleen maar om productie; winst en verlies werden niet erkend. Maar een faillissement erkende niet alleen financiële prestaties, het promoveerde ze tot de basis voor het overleven van bedrijven. De faillissementswet legde de basis voor China’s buitengewone economische opgang.

De Communistische Partij leidt een gesofisticeerde, hoogtechnologische economie. Maar ze doet dat met een politiek systeem dat door Vladimir Lenin zou kunnen zijn ontworpen.

De volksopstand van 1989

Tijdens een diner in 1999 zei hij iets wat me altijd is bijgebleven. Ik beschouw het als een basisregel in de softwarecode die bepalend was voor het wel en wee van China sinds de Partij in 1949 aan de macht kwam. “Als de hervormingen te snel gaan, komt er chaos. Als de hervormingen te traag gaan, is er stilstand”, zei hij. Dat mantra heeft ertoe geleid dat de machthebbers in China voortdurend laveren tussen groei en controle. Om meer van het een te krijgen, moeten zij vaak een zekere mate van het andere opofferen. Maar te veel van het ene of het andere houdt de dreiging van de ondergang in.

Cao werd zelf een slachtoffer van die wispelturige politiek. Zijn faillissementswet was een van de vele hervormingen die de groei in een stroomversnelling brachten en bijdroegen tot de torenhoge inflatie en de toenemende overheidscorruptie die in 1989 in grote delen van het land tot massale volksprotesten leidden. Toen een groep hardliners in mei 1989 in Peking de staat van beleg afkondigde, leidde Cao een gewaagde poging om een bloedbad te voorkomen. Die poging faalde en Cao verdween voor een jaar naar een gevangenis.

De bijdrage van Cao aan de economische dynamiek van China staat buiten kijf. De mogelijkheid van een faillissement heeft China’s door de staat gedomineerde economie de weg van risico en beloning leren kennen. Het spectrum van persoonlijke motivatie dat daardoor vrijkwam, heeft geleid tot de opkomst van een privésector die het leeuwendeel van de economische groei voor zijn rekening neemt.

Checks-and-balances

De hervormingen hebben geleid tot de grootste en langste economische boom in de geschiedenis. In 1980 bedroeg het bruto binnenlands product (bbp) van China slechts 191 miljard dollar, of 195 dollar per hoofd van de bevolking, waardoor het een van de armste landen ter wereld was. Bijna veertig jaar later is het bbp 75 keer zo groot, tot 14,3 miljard dollar, of 10.261 dollar per hoofd van de bevolking. Deng Xiaoping, die in 1978 China’s hoogste leider werd, wordt bewierookt voor een reeks liberaliseringen, waaronder de decollectivisering van de landbouw, de openstelling van China voor buitenlandse investeringen, de opheffing van prijscontroles en het terugdringen van de staatseigendom.

Ook heel wat politieke hervormingen onder leiding van Deng hebben een cruciale rol gespeeld. Deng had persoonlijke redenen om de dictatoriale neigingen van de CCP in te tomen. Hij was aan het begin van de Culturele Revolutie (1966-1976) uit hoge functies gezuiverd door Mao Zedong, de revolutionaire leider die in 1949 de Volksrepubliek stichtte. Zijn familie werd aangevallen door ultralinkse Rode Gardisten die vonden dat Deng een ‘kapitalist’ was. Zijn oudste zoon werd uit een raam op de vierde verdieping gegooid.

Dengs politieke hervormingen probeerden een einde te maken aan de tragische fout van de CCP: geconcentreerde en ongecontroleerde macht glijdt altijd af naar politieke wreedheid en economische stagnatie. Hij stelde checks-and-balances in die de macht van de leiders inperkten en voldoende vrijheid boden om een markteconomie tot bloei te laten komen. De president kon voortaan niet langer dan twee keer vijf jaar aanblijven, hij pleitte voor een ‘collectief leiderschap’ en in de grondwet werden de burgerrechten van de Chinezen opgenomen.

Sinds Xi Jinping in 2012 aan de macht is gekomen, zijn bijna alle belangrijke politieke hervormingen van tafel geveegd. Hij heeft de limieten voor de presidentiële ambtstermijn afgeschaft, waardoor hij de eerste Chinese leider sinds Mao wordt die kan regeren tot zijn dood. Er is geen spoor te bekennen van het collectieve leiderschap en er zijn geen tekenen dat Xi iemand klaarstoomt om het stokje over te nemen. Bepalingen in de grondwet over de vrijheid van meningsuiting, vereniging en demonstratie hebben nog amper betekenis.

Intussen besteedt Peking een groot deel van het bestuur van een land met 1,4 miljard inwoners uit aan algoritmes. Bewakingscamera’s houden in bijna elke straat in de gaten waar elke burger is. En binnenkort zal de digitale yuan de autoriteiten in staat stellen elke transactie van elke persoon in het land realtime te volgen. Daarbovenop staat een systeem van sociale controle dat de betrouwbaarheid van mensen beoordeelt en kortingen biedt aan degenen met een hoge score.

Kritiek van de elite

Zo hangt een gigantische tegenstrijdigheid boven de toekomst van China. De Partij leidt een gesofisticeerde, hoogtechnologische economie. Maar ze doet dat met een politiek systeem dat door Vladimir Lenin zou kunnen zijn ontworpen.

De scherpste critici van die situatie zijn leden van China’s eigen intellectuele elite. Een van hen was Cai Xia, een theoreticus van de CCP. Vorig jaar werd ze haar CCP-lidmaatschap ontnomen, nadat geluidsopnames waren uitgelekt waarin ze Xi een “maffiabaas” noemde en eraan toevoegde dat de CCP een “politieke zombie” was. In 2019 ging ze in ballingschap in de Verenigde Staten.

Gedurende een groot deel van de honderdjarige geschiedenis van de CCP had de machtsstrijd tussen haar elites weinig invloed op de buitenwereld. Maar nu is China ‘s werelds grootste handelsnatie, een cruciale bron van investeringen en technologie, en de woonplaats van ongeveer een vijfde van de mensheid. Nieuwe ongeordende veranderingen zoals de CCP die al zo vaak heeft gekend, kunnen nu de hele wereld in een crisis storten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content