Westerse bedrijven bezorgd over islamextremisme in Egypte

© belga

De vrees voor islamextremisme vergoelijkte bij het zakendoen autoritaire en corrupte regimes in de Arabische wereld. Maar hoe gevaarlijk is de Moslim Broederschap voor de business?

Hoe moeten onze exportbedrijven en investeerders met een situatie omgaan waarin het Egyptische leger, hoeksteen van het regime, een tactische coalitie lijkt te smeden met islamradicale stromingen? We vragen het aan Uri Kupferschmidt, hoogleraar aan de Universiteit van Haifa, een kenner van Egypte. Hij publiceerde over de moslimbroeders en is verbonden aan het Jewish-Arab Center van de universiteit van Haifa.

Maakt u zich als inwoner van Israël zorgen over een mogelijke machtsgreep van islamextremisten in Egypte? Uri Kupferschmidt: “Vanzelfsprekend zal er in de hele Egyptische samenleving weinig sympathie zijn voor Israël zolang er geen oplossing is voor het Palestijnse knelpunt. Niettemin merk ik dat Israël niet de grootste kopzorg is van jonge Egyptenaren. Ze richten hun woede tegen vervalste verkiezingen, militaire noodwetten, de luxe en de corruptie van zakenlui en een elitaire bovenlaag.”

“Ik zou niet alle moslimbroeders als islamextremisten typeren. De moslimbroeders zijn geen politieke partij met een welomschreven programma. Hun standpunten zijn vaak onsamenhangend, geënt op de allesomvattende islamitische ordening van de samenleving of sharia. Er is echter een generatiekloof tussen hun conservatieve leiders en een beter opgeleide jongere generatie die andere prioriteiten heeft. Er bestaat een breed spectrum van gradaties in de Egyptische islam, daarin zitten ook militante groeperingen met terreurdaden op hun kerfstok.”

“Door het autoritaire karakter van zowat alle regimes in het Midden-Oosten kunnen de burgers hun frustraties alleen kwijt in islamitische bewoordingen in kranten en kleinere partijen. Opvallend is dat de moslimbroeders en andere islamisten de grootste voorstanders zijn van parlementaire democratie. Vraag is of dat gemeend is dan wel een tactisch manoeuvre?”

Voor het eerst mobiliseren niet religie, noch een populistische leider of oorlog met Israël de massa?
Uri Kupferschmidt: “Mij viel toch de beschadiging van kunstschatten en van mummies in het nationaal museum op. Het zou dus kunnen dat hier een ideologische factor speelt: de farao is in de Koran een negatieve persoonlijkheid. Alles uit de jahiliyya, het tijdperk vóór de islam, is van geen waarde bij een beperkte groep die wel aansluit bij de moslimbroeders.”

“Anderzijds verdienen de moslimbroeders aan het toerisme. Op het eerste gezicht waren de moslimbroeders niet de motor van de revolte. Volgens mij spreekt het Iraanse voorbeeld de Egyptenaren ook niet aan – het is veeleer Teheran dat zich zorgen moet maken over Egyptische toestanden. De oorzaak ligt bij te ver doorgedreven neoliberale concepten die enorme economische kloven in de samenleving hebben teweeggebracht.”

“De armen zijn misschien niet veel armer geworden, maar de rijken zijn heel wat rijker en corrupter geworden. De middenklasse raakte verdeeld tussen een omhooggevallen staatsbourgeoisie en een lagere middenklasse, die nauwelijks het hoofd boven water kan houden. Voor die problemen lijken de diverse oppositiegroeperingen in Egypte tot dusver geen economische oplossingen aan te dragen.”

“De moslimbroeders werden verdrukt door Mubarak en al zijn voorgangers. Niemand weet hoe de werkelijke krachtsverhoudingen liggen in een volledig open bestel. Toch is mijn aanvoelen dat zij niet noodzakelijk de meerderheid zullen hebben, hoewel de moslimbroeders nu nog het voordeel hebben van ‘discipline’ in hun sterke sociale netwerken.”

“Ik bespeur in Egypte een brede sympathie voor de Palestijnen, maar zeker niet voor Hamas, evenmin voor jihad als terreur of de FIS in Algerije. De moslimbroeders zenden vandaag gematigde signalen uit, wellicht beseffen ze ook wel dat de Egyptische economie niet kan overleven zonder de 13 miljard dollar jaarinkomsten uit het toerisme en 4,5 miljard dollar uit trafiek door het Suezkanaal. Er leeft bij de moslimbroeders een sterk gevoel tegen de onrechtvaardige verdeling van de welvaart. Zolang ze niet mee aan de macht zijn, weten we echter niet of ze corrupt zijn.”

E.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content