Waterland aast op België bierland

Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Het investeringsfonds Waterland praat met Brouwerij Bosteels over een instap in het kapitaal. Tegelijk aast het op nog meer Belgische brouwers van speciale bieren.

Antoine Bosteels was vorige week woensdag een opvallende afwezige tijdens de jaarlijkse algemene vergadering van de Belgische Brouwersvereniging. Nochtans hadden zijn collega’s ongetwijfeld veel vragen voor de 48-jarige gedelegeerd bestuurder van Brouwerij Bosteels. Een bericht van zaterdag 7 juni in De Standaard joeg een schokgolf door de Belgische brouwerswereld. De krant meldde dat brouwerij Bosteels zou worden verkocht aan het investeringsfonds Waterland. De brouwer van onder meer Karmeliet en Kwak bevestigt dat er gesprekken zijn. Maar van een overname door het investeringsfonds is geen sprake. “De brouwerij Bosteels is in gesprek met het Belgisch-Nederlandse investeringsfonds Waterland, enkel om eventueel groeikapitaal aan te trekken”, schrijft Antoine Bosteels. “Andere opties worden in dat verband niet overwogen.” Meer wil de brouwer niet kwijt. Ook Waterland houdt het kort: “Wij reageren niet op geruchten of al dan niet lopende transacties.”

Andere pogingen

Maar Brouwerij Bosteels is slechts het topje van de ijsberg van wat de belangrijkste consolidatiegolf in de Belgische bierwereld kan worden, sinds de fusie van Piedboeuf en Artois tot Interbrew (1987-1988). Waterland heeft nog verscheidene andere brouwers gecontacteerd. Het investeringsfonds zou ze willen samenbrengen in een internationaal zichtbaar miniconglomeraat, een koepel van Belgian specialty beers. Op die manier kan de versnipperde sector van ambachtelijke brouwerijen worden geconsolideerd, wat schaalgrootte creëert. Waterland zou volgens diverse bronnen een belang van minimaal 50 procent eisen, dus de feitelijke controle.

De verkoop van Belgische speciale bieren draait al enkele jaren als gek, zeker in het buitenland. 2013 was een “matig” jaar, volgens het vorige week voorgestelde jaarverslag van de Belgische Brouwersvereniging. Maar dat geldt geenszins voor de ambachtelijke brouwers. Stuk voor stuk breiden de brouwerijen hun productie uit, om aan de toenemende exportvraag te voldoen. Maar vaak zitten ze gekneld in een dorpskern. Dat geldt ook voor Brouwerij Bosteels in Buggenhout, een familieonderneming van de zevende generatie, die teruggaat tot 1791.

Maar Bosteels is verre van de enige brouwer waarmee Waterland sprak of spreekt. “Nee, ik ben niet te koop”, meldt Alain De Laet, de gedelegeerd bestuurder van Brouwerij Huyghe (Delirium Tremens). “Ik heb het gesprek met Waterland na een uur afgebroken. Er is zelfs niet over een prijs gesproken. Ik wil dat mijn zoon, de vijfde generatie, aan het hoofd komt. We hebben het moeilijk gehad eind vorige eeuw. Nu het eindelijk goed gaat, gaan we onze business niet verkopen.”

Een gelijkaardig verhaal meldt Omer-Jean Vander Ghinste van de gelijknamige brouwer, met onder meer de merken Bockor en Omer. “Ja, Waterland is bij ons geweest. Maar ik ben niet geïnteresseerd. We willen onafhankelijk blijven. Het beste bewijs is dat we nu een nieuwe brouwzaal bouwen. Zoiets doe je maar om de twee generaties.”

Het investeringsfonds praatte ook met Brouwerij Lindemans uit Vlezenbeek, een specialist in fruitbieren met in zijn jongste boekjaar een bedrijfswinstmarge van liefst 30 procent. “Waterland vertelde ons dat het een beter zicht wilde krijgen op de Belgische brouwerijwereld”, zegt gedelegeerd bestuurder Dirk Lindemans. “We hebben zelfs niet gesproken over een participatie. Wij zijn trouwens niet te koop.”

Ook Charles Leclef van brouwerij Het Anker in Mechelen (Gouden Carolus) werd door Waterland gepolst. “Groeien is niet altijd gemakkelijk. De brouwerijsector is bijzonder kapitaalintensief. Maar wij hebben tot nader order een zeer goede vertrouwensrelatie met onze bankiers.”

‘Jaloers op Bosteels’

Niemand in de sector begrijpt waarom Bosteels wel overstag gaat. Hij was de laatste van wie het werd verwacht. “Een schitterend bedrijf, waar anderen jaloers op zijn”, oordeelt Bert De Brabandere van de gelijknamige brouwerij (onder meer Bavik en Petrus). Ook hij, een telg van de vijfde generatie, werd gecontacteerd door Waterland. De gesprekken liepen via Nicolas D’Heygere. Diverse betrokkenen wijzen de ex-McKinsey-boy en lid van het investeringsteam bij Waterland aan als de gangmaker voor het bieroffensief. “Ik ken Nicolas nog uit mijn studententijd”, herinnert Bert De Brabandere zich. “Nicolas vroeg me informatie over de biersector. Ook wou hij weten of we interesse hadden in een overname. Maar ook wij zijn niet te koop. Ik begrijp trouwens niet waarom Waterland in Bosteels stapt. Die brouwer is superrendabel. Een investeringsfonds zoekt meestal bedrijven die het kan optimaliseren. Onze brouwerij bijvoorbeeld kan nog duidelijk beter”, oordeelt de gedelegeerd bestuurder die anderhalf jaar aan het roer van de brouwerij uit Bavikhove staat.

De balans van de nv Brouwerij Bosteels blaakt inderdaad van gezondheid en heeft geen behoefte aan externe groeifinanciering. In het voorbije boekjaar racete Bosteels naar een bedrijfswinstmarge van een kwart: 5,9 miljoen euro op een omzet van 23,4 miljoen euro. De solvabiliteit bedraagt 83 procent (inclusief overige schulden), en de onderneming heeft geen bankschulden. De dividenduitkering is bovendien erg karig: een schamele 3,1 procent op een nettowinst van ruim 4 miljoen euro. Het leidde tot 15,1 miljoen euro overgedragen winsten op de balans.

Eigenlijk heeft brouwer Bosteels vooral een luxeprobleem: hij kan de vraag niet bijbenen. Kwak werd een tijd bij Brouwerij Palm gemaakt, door capaciteitsgebrek. Ook Karmeliet is een kaskraker, met sporadisch distributieproblemen in de horeca. Dat komt ook wel omdat Antoine Bosteels enorm gedreven wordt door kwaliteit. Hij zal die nooit opofferen aan de toenemende vraag.

Net dat enorme succes maakt het feit dat Bosteels overstag gaat voor een investeringsfonds een belangrijk signaal. Maar gezien de eerste reacties van de brouwers, zal het fonds bijzonder omzichtig moeten werken.

Waterland heeft alvast één voordeel: het is een buitenstaander. Geen grote brouwer die slokop speelt. Want in dat geval spelen de familiale gevoeligheden in de sector op, waar soms al generaties vetes woeden. Grote en kleine brouwers kunnen zelden samen door één deur.

WOLFGANG RIEPL

Waterland wil meer. Ook met andere brouwers van speciale bieren werd gepraat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content