Redactie Trends

‘Vijf redenen waarom collectieve arbeidsduurvermindering geen goed idee is’

Collectieve arbeidsduurvermindering met het behoud van loon is geen goed idee, oordeelt Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het VBO.

Het VBO is een werkgeversorganisatie die handelt vanuit principes. Op één van die principes gaan we voor één keer een uitzondering maken: we reageren namelijk nooit op voorstellen die economisch volledig de bal misslaan. Met de regelmaat van de klok pleiten organisaties voor collectieve arbeidsduurvermindering met het behoud van loon. Dat is op zijn zachtst gezegd geen goed idee.

De laatste keer dat dit idee werd gepropageerd, was naar aanleiding van de beslissing van Femma om een 30-urige werkweek in te voeren met het behoud van loon. Uiteraard is een vzw vrij om te doen en te laten wat ze wil. Vzw’s moeten geen producten of diensten aanleveren in een concurrentiële omgeving, wat hen de gelegenheid geeft hun arbeid op een minder kostenefficiënte manier te organiseren. Als ze voldoende giften of subsidies ontvangen om het extra personeel te bekostigen dat nodig is om hun activiteiten op peil te houden, dan klopt hun financiële plaatje. Of ze kunnen natuurlijk ook minder doen en hopen dat de schenkers en de subsidiërende overheid daar niet over vallen. Bedrijven in de privésector hebben, althans theoretisch, ook de mogelijkheid collectieve arbeidsduurvermindering in te voeren als zij dat willen, maar doen dat niet, en wel om vijf redenen.

In de eerste plaats is arbeid geen vast gegeven. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de intrede in de voorbije decennia van vrouwen op de arbeidsmarkt. Hebben zij de jobs van mannen ingepikt? Neen. Hun inschakeling op de arbeidsmarkt heeft de productiviteitsgroei een duwtje in de rug gegeven, waardoor inkomens zijn gestegen en finaal ook de vraag naar andere, nieuwe producten en uiteindelijk ook het totale aantal jobs. Daarenboven is het ene arbeidsuur het andere niet. In een industriële of dienstenomgeving met sterk gestandaardiseerde jobinhouden waar een heel aantal personen ongeveer hetzelfde doet, is dat misschien nog denkbaar, maar niet in organisaties waar functies erg verschillen. Daar is zo’n arbeidsduurvermindering op het terrein simpelweg onmogelijk.

Voorts moet ook worden gezegd dat België al een kampioen is in verlofsystemen. Zo telt ons land 24 verschillende verloven, die al heel flexibel kunnen worden opgenomen. Door die veelheid aan systemen werkt 24,2 procent van de Belgische bevolking deeltijds, mét financiële bijpassing door de overheid. Daar stopt het niet: als de plannen van de federale regering realiteit worden, kan je straks week-om-week-ouderschapsverlof opnemen. Probeer dat maar eens in te plannen in je organisatie.

Ten derde. Als je een vierdaagse werkweek met het behoud van loon invoert, stijgen de kosten van arbeid in één klap met liefst 20 procent. Als je rekening houdt met het feit dat de loonkosten in België op dit moment gemiddeld 11 procent hoger zijn dan in Nederland, Frankrijk en Duitsland, besef je dat dit een jobvernietigende maatregel is.

Vijf redenen waarom collectieve arbeidsduurvermindering geen goed idee is.

Een klein gedachte-experiment: stel je voor dat het VBO zou voorstellen dat de loonkosten in een enkele beweging met 20 procent moeten dalen. Dat zou initieel ettelijke miljarden kosten, maar de terugverdieneffecten zouden navenant zijn: meer tewerkstelling in de private sector, een grotere koopkracht, minder uitkeringen die uitbetaald moeten worden en meer consumptie. Maar mijn gok is toch dat zo’n symmetrisch voorstel met pek en veren zou worden overladen, wegens veel te duur. Maar een arbeidsduurvermindering met loonbehoud waarbij de loonkosten in één keer met 20 procent verhoogt, dat wordt in alle ernst verdedigd.

Volgens voorstanders is de krapte op de arbeidsmarkt geen excuus om collectieve arbeidsduurvermindering in te voeren, maar een kans, en is het een hardnekkig probleem om vacatures in te vullen ‘in sommige niches van de arbeidsmarkt’. Niches? Een derde van het aantal openstaande vacatures heeft geen enkele diplomavereiste. In nagenoeg alle sectoren schreeuwen bedrijven om geschoolde en ongeschoolde arbeidskrachten. In België zijn er op dit moment 145.000 openstaande vacatures waar men maar geen personeel voor vindt. Een collectieve verkorting van de arbeidstijd zal dat cijfer enkel de hoogte in stuwen.

Uiteindelijk zijn er ook geen voorbeelden waar dit voorstel geïmplementeerd en vervolgens positief geëvalueerd werd. In Frankrijk bestaat de 35-urige werkweek nog wel formeel, maar probeert men hier met alle mogelijke middelen onderuit te komen, onder meer door overuren veel makkelijker en goedkoper te maken.

Ik wil de voorstander van die maatregel wel op twee punten gelijk geven: de combinatie arbeid-gezin is niet vanzelfsprekend en burn-out is een reëel probleem dat oplossingen vereist, die niet enkel van de werkgever kunnen komen. Die oplossingen bestaan in een brede aanpak die focust op alle aspecten van de job. Het uitgangspunt moet zijn ‘hoe creëer je een organisatie waarin werknemers het beste van zichzelf kunnen en willen geven?’ Bevlogen werknemers en mensen die met goesting en trots werken: daar ligt de win-win voor het bedrijf en de betrokkenen. Er lopen op dit moment (in overleg met de vakbonden) overigens heel wat projecten om de burn-outproblematiek, waarvan de oorzaak niet alleen in de professionele sfeer gevonden moet worden, aan te pakken. Laten we daar werk van maken in plaats van economisch irrealistische voorstellen te formuleren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content