Werkgeversorganisatie VBO wil een evaluatie van de Wet op Continuïteit van de Ondernemingen (WCO, die twee
jaar geleden van kracht werd ter opvolging van het gerechtelijk akkoord.
De zogenaamde doorstartwet blijkt een onverdeeld succes, want ongeveer 2.250 bedrijven maakten er al gebruik van. Toch blijken er misbruiken te bestaan en zouden bepaalde mechanismen slecht werken.
“We willen daarom alle actoren (magistraten, advocaten, bedrijfsleiders, bedrijfsjuristen, …) die bezig zijn met deze problematiek samenbrengen. De wet is niet per se goed of slecht: eerst willen we meer duidelijkheid via een rondetafel en dan zullen we misschien voorstellen maken”, aldus Philippe Lambrecht, bestuurder-secretaris-generaal van het VBO.
Terwijl er in 2008 minder dan 80 gerechtelijke akkoorden werden toegekend, waren dat twee jaar later al 2.250 vonnissen voor een WCO. De nieuwe wet laat namelijk makkelijker een minnelijke schikking toe, is goedkoper en wordt ook meer door kleine ondernemingen toegepast. Tegelijk rijst de kritiek omdat de procedure niet altijd juist wordt gebruikt.
“De wet zou een reddingsboei moeten zijn voor een bedrijf dat acuut een tijdelijk probleem kent, nu wordt ze nog te veel gebruikt door bedrijven die virtueel failliet zijn”, vindt Eric Van den Broele van studiebureau Graydon. De WCO zou bovendien veel te weinig bekend zijn: amper 12 procent van de bedrijfsleiders kent de wet bij naam.
