De Belgische kristalproducent Val Saint-Lambert heeft de voorbije jaren onterecht Waalse staatssteun ontvangen, waardoor het bedrijf een oneerlijk voordeel kreeg ten opzichte van concurrenten. Dat heeft de Europese Commissie donderdag geoordeeld. De onterechte staatssteun moet worden terugbetaald, al is het bedrag nog niet bekendgemaakt.
Val Saint-Lambert kreeg van de Waalse overheid onder meer een staatsgarantie voor leningen, het exclusieve recht op de merknaam ‘Val Saint-Lambert’, een lening en een kapitaalverhoging, zo brengt de Europese Commissie in herinnering. Bovendien kon het bedrijf vastgoed verkopen aan overheidsorganen en kreeg het overheidssteun om vervuiling op te ruimen.
De Europese Commissie werd vooraf echter enkel op de hoogte gebracht van de lening van 1 miljoen euro. Al de rest gebeurde zonder medeweten van het dagelijks bestuur van de Unie, hoewel de Europese concurrentieregels vereisen dat dergelijke maatregelen worden aangemeld. Begin 2013 begon de Commissie met een onderzoek. Daaruit bleek dat de verkoop van het vastgoed tegen marktvoorwaarden gebeurde en dus geen probleem vormt.
Alle andere maatregelen gebeurden echter tegen voorwaarden die een private investeerder nooit zou aanvaarden. “Het gaat dus om een ongeoorloofd economisch voordeel”, besluit de Commissie. “Val Saint-Lambert moet nu de ongeoorloofde steun die het ontving terugbetalen, om zo de concurrentieverstoring terug te dringen.”
Val Saint-Lambert werd in oktober 2013 echter opnieuw failliet verklaard. Naar aanleiding daarvan worden bepaalde activa van het bedrijf verkocht. “De Commissie heeft besloten de verplichte terugbetaling niet over te dragen op de koper van de activa, bij gebrek aan economische voortzetting met VSL.” (Belga/BO)
