Syndicate One wil een nieuwe generatie start-upmaffia’s creëren

Syndicate One met medeoprichter Laurens De Poorter (m.) © .
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

Syndicate One is een nieuw netwerk dat vroeg in beloftevolle Belgische start-ups wil stappen. Het profileert zich als een ondernemersvriendelijk, divers en ambitieus netwerk met een aparte aanpak. De eerste deal is bijna rond.

Het pas opgerichte Syndicate One is in eerste instantie een netwerk van 32 oprichters die vaak topfuncties hebben in bekende scale-ups zoals Collibra, Showpad, Cowboy, Qover, Deliverect, Datacamp en ML6; daarnaast zijn er investeerders en innovatie-experts. Volgens medeoprichter Laurens De Poorter, durfkapitalist bij Kraken Ventures, is een van de sterktes van Syndicate One de combinatie van enerzijds operationele mensen uit scale-ups, met hun kennis over sales, producten of operaties, en anderzijds facilitatoren zoals investeerders, experts met juridische kennis en journalisten – zoals Robin Wauters van Tech.eu.

Het gaat inderdaad om een diverse groep, met veel vrouwen, Belgen met migratieroots en mensen die in het buitenland aan de slag zijn, onder meer bij het Nederlandse Adyen en het Oostenrijkse GoStudent. Er zijn zowel ondernemers uit het zuiden als het noorden van het land bij betrokken. Enkele bekende namen zijn JC Velge (Qover), Joris De Bruyne (Eyesee), Julie Scherpereel (ML6), Karim Slaoui (Cowboy) en Laura Warnier (van het Oostenrijkse GoStudent). De techscene is in België versnipperder dan in Nederland of Frankrijk. Met zijn diverse groep wil Syndicate de kennis en de middelen van de Belgische techwereld dichter bij elkaar brengen.

Samen uit, samen thuis

De nieuwe organisatie werkt anders dan andere, bekende businessangelnetwerken zoals BAN Vlaanderen en BeAngels. Elk lid legt 25.000 euro in, goed voor 800.000 euro in totaal. Syndicate One wil daarmee investeringen van 25.000 euro doen, in eerste instantie zo’n vijftien à twintig per jaar. De eerste deal zit in de eindfase, maar het is nog niet bekend om welk bedrijf het gaat.

Opmerkelijk is het samen-uit-samen-thuisidee. Wanneer moet worden beslist of Syndicate investeert in een bedrijf, heeft elk lid één stem. Als de meerderheid ja zegt, stapt Syndicate One – iedereen dus – in de start-up. Een organisatie als BAN Vlaanderen werkt anders. Het sluit zelf geen deals, maar begeleidt wisselende groepjes businessangels om te investeren. Syndicate One staat open voor samenwerkingen met andere partijen bij investeringen, laat het weten.

Het Facebook van Europa

Medeoprichter Laurens De Poorter vindt dat het potentieel van de Belgische techwereld nog niet voldoende is ontgonnen. Hij haalt cijfers aan om aan te tonen dat het Belgische tech-ecosysteem internationaal nog te veel onder zijn gewicht bokst. Hij betreurt dat er te weinig bedrijven zoals het vroegere sociale netwerk Netlog zijn, waar jonge techondernemers ervaring en ambitie kunnen opdoen om later zelf een bedrijf op te richten. Onder meer het Gentse Showpad werd door ex-Netloggers opgericht.

“Netlog is de reden dat Gent zo’n succesvolle techscene heeft”, zegt Laurens De Poorter. “Het was het Facebook van Europa. De werknemers zagen dat het mogelijk was vanuit Europa zo’n bedrijf te bouwen.” Wanneer heel wat ex-ondernemers uit een bepaald bedrijf zelf succesvolle ondernemingen oprichten, wordt dat in het start-upjargon een ‘maffia’ genoemd. “Zo hadden we in Gent de Netlog-maffia, maar in Frankrijk en Nederland zag je dat verschijnsel veel vaker dan bij ons. Met Syndicate One willen we een nieuwe generatie start-upmaffia’s creëren.”

Blanke mannen

Een van de bekendste namen van Syndicate One is Karim Slaoui, een van de oprichters van het Brusselse e-bikebedrijf Cowboy, dat vorige maand nog 80 miljoen dollar ophaalde. Waarom doet hij mee? Ten eerste omwille van het hefboomeffect, zegt hij, waarbij ondernemers deals krijgen met goede voorwaarden door investeerders met kennis van zaken. “Ten tweede krijg ik elke dag twee tot drie berichten van ondernemers die me raad vragen, maar mij niet als investeerder zien”, zegt Karim Slaoui. “Ten derde is er ook de operationele kant en blijf ik op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.”

Slaoui verwacht ook meer diversiteit bij de deals – nog altijd een groot probleem in de techsector. “Een van de grootste hindernissen is dat de meeste investeerders blanke mannen zijn”, zegt Slaoui, die zelf migratieroots heeft. “Wat je het meest nodig hebt bij een investering, is vertrouwen in de oprichters. Dat zij investeren in bedrijven met oprichters met een soortgelijke achtergrond als zijzelf, is gewoon de menselijke natuur. Gewoon al de meer diverse achtergrond die wij als groep hebben, zal tot investeringen leiden in meer diverse bedrijven.”

Open organisatie

Syndicate One ziet zich als een open organisatie. Na pakweg achttien maanden kunnen sommigen de organisatie verlaten en plaats maken voor nieuwe investeerders. Bovendien is Syndicate One de kern van de organisatie, maar is er rond de groep een losser netwerk, dat The Family werd gedoopt. Ook zij kunnen mee-investeren en hun kennis delen, maar zijn minder betrokken dan hun collega’s in de kerngroep. Ook bij The Family – dat niets te maken heeft met het gelijknamige Franse fonds – zitten bekende techondernemers, maar hun namen zijn nog niet bevestigd.

“We willen angelinvesteren democratiseren”, zegt Laurens De Poorter. “Er zitten heel wat mensen bij die in hun eentje niet zouden kunnen investeren in start-ups.” De Poorter is ambitieus. “We willen nieuwe unicorns creëren (jonge niet-beursgenoteerde techbedrijven die meer dan 1 miljard dollar waard zijn, nvdr) en het Belgische tech-ecosysteem naar een hoger niveau tillen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content