Pralineproducent Gudrun bestaat 80 jaar: ‘Automatiseren is technisch onhaalbaar voor ons’

Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur bij Trends

Na enkele moeilijke jaren met pijnlijke schulden ziet de toekomst van de chocolademaker Gudrun er weer rooskleurig uit. Daar zit de komst van de nieuwe CEO Sofie De Lathouwer zeker voor iets tussen. “Ik wilde volledig mijn ding kunnen doen om de tanker te keren.”

In het Research & Development-lab van de Lierse pralinemaker Gudrun is Jos aan de slag met chocolade en een pipet. De 69-jarige oud-werknemer draait wekelijks nog enkele uren mee als flexi-jobber. Het blijkt moeilijk om afscheid te nemen van de werkplaats waar hij jarenlang zijn ziel en passie in tientallen creaties heeft gelegd.

Dat het laboratorium net naast de inkomhal ligt, is een weloverwogen keuze. “Een praline zonder vulling is maar een simpel chocolaatje”, zegt Sofie De Lathouwer (41). Een jaar geleden kwam ze, als eerste vrouw, aan het hoofd van het bedrijf. Al lachend noemt ze zichzelf ‘de Obelix van de chocolade’. Ze viel als kind niet in een ketel toverdrank, maar groeide wel op naast de fabriek van de chocoladeleverancier Barry Callebaut in het Oost-Vlaamse Wieze. Daar werkte ze zeventien jaar, waarvan zeven als general manager.

“Onze klanten komen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan. Zij moeten meteen zien dat we kunnen innoveren en inspireren, want gepersonaliseerde chocolade is ons unique selling point“, verduidelijkt De Lathouwer. Dat is meteen ook de reden waarom de naam Gudrun misschien geen belletje doet rinkelen. Slechts 15 procent van wat hier van de band rolt, wordt onder de eigen merken Miss Gavarny, Grand Belgian Specialties en Chocolissimo op de markt gebracht. Alle andere pralines en truffels van de 360 miljoen geproduceerde stuks worden onder het private label van supermarkten verspreid. Onder meer de Amerikaanse supermarktketen Costco is een vaste afnemer bij Gudrun.

Ik houd niet van een verticaal management, waarin iedereen verantwoording aan mij moet afleggen

Die gepersonaliseerde aanpak is ook de reden waarom de mogelijkheden eindeloos zijn. Het aanbod bestaat uit een honderdtal verschillende pralines en truffels. Die kunnen gevuld worden met zeventig smaken. En ook de verpakking is volledig naar wens van de klant, met een ontwerpster die nadenkt over de indeling en het design. Het bedrijf stelt jaarlijks zo’n 250 verschillende assortimentsdozen samen.

De pralines en truffels worden nog altijd met de hand gedecoreerd, geselecteerd, gecontroleerd en ingepakt. “We willen graag automatiseren”, benadrukt De Lathouwer. “Maar dat zou betekenen dat er meer technische profielen nodig zijn. We zouden de machines voortdurend moeten aanpassen, bijvoorbeeld aan de vorm en de smaak van de praline. Technisch onhaalbaar voor ons.”

Elke crisis overleven

Toch is het bedrijf er het voorbije boekjaar, afgesloten in april, in geslaagd te groeien. De geconsolideerde netto-omzet van de groep steeg met 12 procent tot 46 miljoen euro. De ebitda steeg van 2,5 naar 4,2 miljoen euro. En dat is heel goed nieuws. Na enkele minder succesvolle acquisities, waarvan Grand Belgian Specialties de minst geslaagde wordt genoemd, was de schuldenberg behoorlijk toegenomen. De banken verwachtten een duidelijk groeiplan van de pralinemaker om de situatie te keren.

“Het komende jaar hoeven we zeker niet zo sterk te groeien”, zegt De Lathouwer. “En ik betwijfel of dat zou lukken. Enerzijds zien we de vraag naar kwaliteit sinds corona weer stijgen, maar wil men daar niet extra voor betalen. Anderzijds is er de stijging van de prijzen van vrijwel al onze grondstoffen, gas en elektriciteit. We gaan dit jaar opnieuw moeten onderhandelen met onze klanten en een deel van die meerkosten doorrekenen.”

De CEO hoopt dat ze daardoor geen klanten zal verliezen. “Ik vraag me echt af hoe de consument zal reageren. Gelukkig heeft mijn jarenlange ervaring tussen de chocolade al getoond dat het product elke crisis overleeft.”

Ondanks die vooruitzichten zijn de aandeelhouders wel gelukkig gestemd. Gudrun is voor meer dan 70 procent in handen van private-equityspeler Down 2 Earth Capital. “Ik heb niet alleen voor Gudrun, maar ook voor hen gekozen”, zegt De Lathouwer. “Ik hoor die mensen dagelijks. Het was dus noodzakelijk dat ze mijn visie zouden delen: volledig mijn ding kunnen doen om de tanker te keren. Die vrijheid heb ik gekregen.”

De Lathouwer voegde de daad bij het woord. De interne structuur werd volledig herdacht en vernieuwd. “Ik houd niet van een verticaal management, waarin iedereen verantwoording aan mij moet afleggen”, zegt ze. “Ik heb daarom verschillende cellen opgericht met elk een aanspreekpunt. Met die mensen overleg ik over onze werking. Maar ze hebben ook de vrijheid om zelf rechtstreeks met elkaar te praten, om onze werking optimaal te doen verlopen.”

Daarnaast hecht De Lathouwer enorm veel belang aan haar werknemers. Tijdelijke aanwervingen kunnen vaak langere tijd bij het bedrijf blijven, veelal met een vast contract als resultaat. Ook zijn er heel wat nieuwkomers aan de slag in het bedrijf. Bovendien krijgt iedereen de kans om door te groeien of iets nieuws te proberen. “In januari en februari moeten we soms overschakelen op technische werkloosheid voor onze arbeiders, omdat het even kalmer wordt na de eindejaarsdrukte. Ik vind dat echt niet leuk, dus kon iedereen die dat wilde aansluiten bij een andere afdeling. Een van onze mensen is zo in de R&D-afdeling terechtgekomen en heeft daar een nieuwe truffel met rode vruchten gecreëerd. Die is nu uitgekozen door een van onze Japanse klanten. Ik hoef niet te vertellen hoeveel deugd zoiets doet. Dit is zeker voor herhaling vatbaar.”

Plant based

En dan is er nog de uitbreiding van de eigen merken. De Lathouwer zou de verkoop daarvan graag tot 20 procent van de omzet zien stijgen. Het paradepaardje moet de vegan versie van de Grand Belgian Specialties worden. “Al mogen we ze niet vegan noemen”, lacht De Lathouwer. “Als je zulke producten in Amerika en het Verenigd Koninkrijk wilt laten aanslaan, noem je ze plant based. Ziehier een gratis tip voor de concullega’s.”

De resultaten zijn bemoedigend voor de toekomst. Toch weigert De Lathouwer dit haar grote succesverhaal te noemen. “Alles wat we hebben bereikt, deden we als team. Ik beschouw dit hooguit als enkele kleine ingrepen die de werking van Gudrun aantoonbaar hebben verbeterd. Ik mag hopen dat het beste nog moet komen. En ik zal pas tevreden zijn als iedereen hier met een even goed gevoel vertrekt als Jos, of dat nu komt door een pensionering of omdat ze een nieuwe uitdaging hebben gevonden.”

360 miljoen

pralines en truffels rollen jaarlijks van de band bij Gudrun.

SOFIE DE LATHOUWER
SOFIE DE LATHOUWER “Ik mag hopen dat het beste nog moet komen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content