De hamburgerketen Quick, die in België de marktleider is met 87 restaurants, voelt nog altijd de naweeën van het sterfgeval in Avignon in januari vorig jaar.
Daar stierf een jongen nadat hij een hamburger had gegeten. Quick beklemtoont dat na “duizenden analyses” nog altijd geen enkel oorzakelijk verband is aangetoond tussen het overlijden en het bezoek aan zijn restaurant.
Toch daalde de omzet in Frankrijk vorig jaar met 6,2 procent naar 761 miljoen euro. Pas sinds december heeft de Franse omzet opnieuw zijn normale peil bereikt. In België klom hij vorig jaar met 2,3 procent naar 175 miljoen euro. In het eerste kwartaal van dit jaar is Quick gegroeid met dubbele cijfers.
Maar het overlijden heeft ook gevolgen voor de schuldpositie van de restaurantketen. Quick verbrak enkele convenanten voor de aflossing van een deel van zijn kortetermijnschulden. Het voerde daarover onderhandelingen met zijn bankiers. Half juni werd een voorlopig akkoord bereikt, waarbij de financiers hun schuld niet versneld opeisen. In theorie kunnen ze dat wel, omdat de boekhoudkundige IFRS-regels Quick een versnelde terugbetaling opleggen.
Een woordvoerder van Quick noemt de situatie vooral een “theoretisch risico” vanwege de IFRS-verplichting. De hamburgerketen haalt voldoende verse geldmiddelen uit haar activiteiten, die haar courante geldbehoeften de volgende 24 maanden “probleemloos” dekken. Ook de revisor ziet niet meteen een probleem, want hij heeft de jaarrekening van 2011 zonder voorbehoud goedgekeurd. (W.R.)
