Stijn Fockedey

‘Onze privacy mag bedrijven ook wel iets kosten’

Stijn Fockedey Hoofdredacteur a.i.

Bedrijven willen veel meer weten dan de naam, het adres en de leeftijd van hun klanten. Maar het is absoluut niet duidelijk wat ze met die extra informatie willen aanvangen. Dat zegt Trends-redacteur Stijn Fockedey.

De Europese Unie krijgt na jaren onderhandelen eindelijk nieuwe regels voor de bescherming en de verwerking van persoonsgegevens. De 28 lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement zijn deze week tot de compromisteksten gekomen. Vandaag werd dat privacybeleid al goedgekeurd door de commissie-Justitie van het Europees Parlement en in het voorjaar van 2016 moet het door alle partijen zijn geratificeerd.

Er is een hoofdstuk over hoe justitie met privacy moet omgaan en een hoofdstuk dat het algemene gebruik van persoonsgegevens regelt. Die tweede tekst legt basisregels vast die voor bedrijven veel implicaties hebben. De komende maanden zullen veel bedrijvenlobby’s de kritiek uiten dat de nieuwe privacyregels het hun zeer moeilijk maken, de boetes veel te hoog zijn of hen nodeloos op kosten jagen.

‘Onze privacy mag bedrijven ook wel iets kosten’

Wellicht zal nog wat aan het compromis worden geschaafd, maar aan geest van de hervorming mag niet worden geraakt. Onze privacy mag bedrijven ook wel iets kosten. Dat dwingt hen er zorgvuldig mee om te springen. Bedrijven, de banken voorop, hebben nu de mond vol van ‘big data’. Anders gezegd, ze willen veel meer weten dan de naam, het adres en de leeftijd van hun klanten. Maar het is absoluut niet duidelijk wat ze met die extra informatie willen aanvangen.

Het is nog minder duidelijk of klanten daar zelf ook beter van worden. De balans oogt mager als mensen hun volledige bestedingsgedrag en andere intieme informatie met bedrijven delen en daar slechts een gepersonaliseerd beleggingsproduct of een promotie op maat voor terugkrijgen. Als bedrijven nog strengere regels willen vermijden, moeten ze daarom niet alleen de nieuwe hervorming respecteren. De klant moet centraal staan in hun big-data-experimenten, en niet het extraatje vormen dat bedrijven kunnen binnenhalen door persoonsgegevens te commercialiseren.

Het grootste misverstand over Google, Facebook, Twitter en andere gratis onlinediensten is dat gebruikers er hun privacy verpatsen voor niemendalletjes. Vroeger konden enkel rijken zich een ruime bibliotheek (Google), een telexmachine (Twitter) of een hofhouding om mee te keuvelen (Facebook) veroorloven. Het is een enorme democratisering van informatie en diensten, waarvan de return heel duidelijk is voor de gebruikers. Dat is voor hen veel waardevoller dan een gepersonaliseerde promotie van een traditioneel bedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content