“Het Verenigde Koninkrijk gooide in een overreactie het luchtruim dicht. De rest volgde als een kudde.” De luchtvaartverenigingen zijn niet tevreden over de aanpak van de aswolk afkomstig van de vulkaan Eyjafjallajokull.
150 tot 200 miljoen euro per dag. Dat heeft de aswolk per dag gekost volgens de internationale luchtvaartverenigingen. De extra kosten om passagiers op te vangen niet inbegrepen. Bovendien zijn de luchtvaartverenigingen niet tevreden over de aanpak van het probleem.
“Het luchtruim is gesloten op basis van mathematische modellen”, zegt Vincent De Vroey, de Vlaamse adviseur voor techniek en operaties van de Association van European Airlines (AEA).
“Het London Vulcanic Ash Advisory Centre verschaft informatie over vulkaanassen, maar niet over de dichtheid en de concentratie van die wolken. Het duidt alleen aan in welke richting de wolken gaan. Elke afzonderlijke Europese lidstaat moest dan beslissen of het luchtruim al dan niet dicht ging. Eén lidstaat, het Verenigde Koninkrijk, gooide in een overreactie het luchtruim dicht. De rest volgde als een kudde.”
Alleen de Italiaanse overheid was ontevreden over de sluiting van het luchtruim. Zij heeft ervaring met vulkanen – de Etna – en het omzeilen van die wolken met as. “Een bijkomend probleem is dat niet de Europese Commissie, maar de lidstaten over het luchtruim beslissen.”
De aswolk was volgens De Vroey erger dan de aanslagen van 11 september. “Oké, de luchtvaart trekt wellicht snel weer aan als het verbod wordt opgeheven. Maar onze operaties in Europa stonden enkele dagen stil. Dat was ook zo in Noord-Amerika na de aanslagen.” Ook de CEO van Brussels Airlines, Bernard Gustin, sprak van ‘een echte ramp’.
Autocars op volle toeren
Bij de Federatie van de Belgische Autobus- en Autocarondernemers en van Reisorganisatoren (FBAA) klinkt wat meer enthousiasme. Al nuanceert de gedelegeerd bestuurder Paul Laermans de berichten over explosief gestegen ticketprijzen.
“We hebben als vereniging geen duidelijke kijk op de tarieven. Maar we zijn een vereniging met 500 autocarbedrijven en 2700 autocars. Uiteraard is dit een opportuniteit, maar wij vervullen ook een sociale verplichting.”
De paasvakantie is normaal een niet al te drukke periode, met een bezetting van 80 procent. Door de problemen in de lucht werden alle voertuigen intensief gebruikt. Alle chauffeurs, gepensioneerden inbegrepen, waren aan de slag. De prijsstijgingen kunnen ook verklaard worden door de uitzonderlijke trajecten. Normaal rijden de bussen heen en terug gevuld, maar nu was dat alleen bij de terugreis het geval.
Dit kan een verdubbeling van de tarieven betekenen omdat er geen opbrengsten waren via de heenreis.
Laermans verwacht niet meteen een boomeffect die de sector weer kan aanzwengelen. De budgetluchtvaartmaatschappijen deden de autocars naar verre bestemmingen de das om. De autocarbedrijven mikken vooral op reizen van 300 tot 700 kilometer zoals het Rijnland of Normandië. (T)
W.R.
