‘Landbouwers en de vrije markt, het lijkt een onmogelijk huwelijk’

Bij de landbouwers speelt meteen een pavlovreflex: als de markt even tegenzit, moet de overheid het subsidiemanna laten vloeien. Dat zegt Trends-redacteur Wolfgang Riepl.

De boeren klagen weer. Vorig jaar werd te veel geoogst, dit jaar te weinig. Het is altijd wat. Zondag gaven de Boerenbond en land- en tuinbouwers van Groene Kring het startschot van De Ronde van Roza. Een roze tractor trekt een maand door Vlaanderen met een mobiele marktkraam. De consument kan daar zelf bepalen hoeveel hij voor een landbouwproduct betaalt.

Ook de melkveehouders trekken opnieuw aan de alarmbel, want de melkprijzen duikelen de dieperik in. Hoorde u hen anderhalf jaar geleden, toen de wereldwijde melkprijzen piekten? Bovendien hebben zowat alle sectorkenners het over een tijdelijke dip, met een wereldwijde melkconsumptie die ook het volgende decennium blijft aanwakkeren.

Conjunctuurschommelingen passen op boeren als een tang op een varken. Bij hen speelt meteen een pavlovreflex: als de markt even tegenzit, moet de overheid het subsidiemanna laten vloeien. Terwijl die boeren al massaal overheidssteun ontvangen, via het systeem van de directe inkomenssteun. Welke andere categorie van zelfstandige ondernemers heeft recht op een stevige vervangingsuitkering en mag daarnaast zijn taak nog uitvoeren?

Een andere nietszeggende leuze bij de melkveehouders is ‘een eerlijke prijs’. Blijkbaar zou de consument meer moeten betalen voor melk. Maar je kunt het de consument niet kwalijk nemen dat hij geen extra toeslag wil betalen voor een liter gewone witte melk. De winkelrekken puilen uit door het overaanbod van het banale goedje.

Nee, melkveehouders moeten op zoek naar meer creativiteit en toegevoegde waarde. ‘Heerlijk duurt het langst’ is de mooie slogan van een trappistenbier dat zich onmisbaar in de markt plaatste. Wanneer gaan ook de melkveehouders voor heerlijk waar?