Kiki Vervloessem (companymanager Ballet Vlaanderen): ‘Er zit peper in onze organisatie’

KIKI VERVLOESSEM "We zijn veel te bescheiden over de zaken waar we echt goed in zijn." © Franky Verdickt
Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

Het Ballet Vlaanderen is vijftig. De onrust die enkele jaren geleden nog in het gezelschap heerste, heeft plaats gemaakt voor een aangename heftigheid, zegt companymanager Kiki Vervloessem.

Er was een tijd dat Ballet Vlaanderen en het woord onrust vaak in dezelfde zin klonken. Toen artistiek directeur Kathryn Bennetts in 2012 vertrok omdat ze het niet eens was met de fusie met Opera Vlaanderen. Toen haar opvolger, Assis Carreiro, in 2014 na twee jaar alweer moest opstappen. Toen de dansers het daarna een jaar zonder artistiek directeur moesten stellen. En toen Sidi Larbi Cherkaoui in september 2015 werd aangesteld als artistiek directeur. Want paste zijn profiel als hedendaagse choreograaf wel bij het klassieke gezelschap?

In een nieuw boek blikt het gezelschap terug naar zijn vijftigjarige bestaan en kijkt het vooruit naar de toekomst. “We zijn ambitieuzer dan ooit”, bevestigt companymanager Kiki Vervloessem. “We werken bijvoorbeeld hard aan de vermenging van dans en opera. Wees er maar zeker van dat het binnenkort vanzelfsprekend wordt dat opera, dans, beeldende kunst en andere kunstvormen samen het podium delen. We zijn ervan overtuigd dat daar een publiek voor te vinden is.”

Peter De Caluwe van De Munt maakt zich nochtans zorgen over de nieuwe generatie publiek.

KIKI VERVLOESSEM. “Echt? Wij merken de voorbije jaren een serieuze verjonging, zowel bij opera als ballet. Al zal kunst nooit voor de grote massa weggelegd zijn. Als je de bezoekersaantallen van alle cultuurhuizen optelt, kom je nog niet aan de enkels van wat sport aan toeschouwers aantrekt. Maar is dat erg? Ik denk het niet.”

Er zijn mensen die zeggen dat er daarom minder overheidsgeld naar cultuur moet stromen.

VERVLOESSEM. “Er gaat ook niet zoveel privégeld naartoe als naar sport. Ik ben het er wel mee eens dat wij inspanningen moeten doen om nog meer eigen inkomsten te genereren. Al is dat niet altijd eenvoudig. We kunnen het operahuis, onze uitvalsbasis, bijvoorbeeld niet groter maken dan het is. Als de stoelen vol zitten, zitten ze vol. We proberen daarom zo veel mogelijk te spelen en de reeksen slim in te plannen, zodat we voor zo goed als uitverkochte zalen dansen. Wij kunnen geen stadion met 30.000 bezoekers vullen, daar zijn we het genre niet voor. Al mag het publiek nog breder en diverser worden.”

Wij merken de voorbije jaren een serieuze verjonging, zowel bij opera als ballet

Sidi Larbi Cherkaoui liet weten open te staan voor sponsors, zoals Porsche het ballet van Stuttgart sponsort.

VERVLOESSEM. “Ons marketingteam is daar heel actief mee bezig, maar het is in België niet zo eenvoudig de privémarkt voor grote bedragen te betrekken bij de publieke kunstsector. Anders had elk gezelschap in eender welke kunsttak al lang een exclusieve sponsor aan zich gebonden. Ook dat is voor sportclubs veel gemakkelijker. Merken die een voetbalclub sponsoren, zien elf sporters met hun naam op het veld lopen. De wedstrijden worden bovendien op televisie uitgezonden. Ons bereik is misschien groot voor wat we doen, maar niet zo groot dat commerciële partners er meteen hun targets mee halen. “Wat wel steeds beter loopt, is de verkoop van de businessseats. Bedrijven kopen een apart contingent in de zaal en organiseren bijvoorbeeld soms een congres in onze zaal. Ook de taxshelter zorgt voor extra inkomsten, maar die verdient nog wel wat bijstelling.”

Welke bijstellingen zijn er dan nodig?

VERVLOESSEM. “Iedereen in de sector is daar gretig opgesprongen, maar je merkt toch dat het ook voor banken en investeerders nieuw was om centen in podiumkunsten te steken. Er werd daarom veel blind geïnvesteerd. Dat zal nog wel gebeuren als mensen alleen op zoek zijn naar een interessante belegging, maar er zijn evengoed investeerders met een liefde voor een bepaalde kunstvorm. Die kennen wij nog te weinig. We moeten de relaties met hen beter aanhalen en te weten komen waarom Opera Ballet Vlaanderen hen zo interesseert. Want die mensen willen ook wel weten waar hun geld naartoe gaat en welke kunde achter de creatie van producties schuilt.

“Uit de verhalen van achter de schermen valt nog wel iets meer te halen. Ook op een andere manier trouwens. De kostuums en de decors die we maken, hadden in het verleden vaak maar één leven. We proberen die nu meerdere levens te geven door producties en alles wat erbij hoort te verhuren of te verkopen. Dat brengt ook iets op, maar het vraagt veel specifieke zorg. Je kunt niet zomaar een mailtje sturen: ‘Hallo, collega in Straatsburg, kunnen wij je een plezier doen met een productie?'”

Komen er nieuwe markten bij om producties aan te verkopen, bijvoorbeeld in Azië?

VERVLOESSEM. “In de danswereld zie je specifieke golfbewegingen. De markt wordt heel lokaal bepaald door de leiding van een gezelschap. Er zijn voorbeelden van artistiek directeurs die dertig jaar blijven, maar vaak zie je toch cycli van tien of zelfs maar vijf jaar. Een Canadees gezelschap vroeg ons laatst naar een productie die niet bij hen leek te passen. Toen bleek dat er een nieuwe artistiek directeur was aangesteld, die zich meer op het klassieke repertoire wilde toeleggen. Zoiets moet je in de gaten houden om je producties te verhuren of verkopen.”

De wissel van een artistiek directeur is ook voor een gezelschap een uitdaging. Onder de dansers van Ballet Vlaanderen leefde een tijd onrust.

VERVLOESSEM. “Terecht, want ze hebben het ooit een jaar zonder artistieke leiding moeten doen. Als die er niet is, is een danser die tot een gezelschap behoort ontheemd. Ik begrijp dat wel, want de carrières van dansers zijn al zo kort. Als je maar tien à twintig jaar hebt om je te bewijzen, is het logisch dat je je afvraagt waar je mee bezig bent als er een jaar geen richting wordt aangegeven. Zoiets is niet meteen voorbij zodra er een nieuwe naam is. Dat heeft wat tijd nodig.”

Zo kun je toch nooit op lange termijn plannen? Want als één iemand wegvalt, heeft dat een gigantische invloed op de organisatie.

VERVLOESSEM. “De artistiek directeur bepaalt nu eenmaal wat op het podium komt. Dat maakt het boeiend, maar het maakt de organisatie soms ook fragiel. Al moet ik zeggen dat we bij Opera Ballet Vlaanderen met 400 mensen werken en dat wel voor een zekere stabiliteit zorgt. De collega’s van de boekhouding of de personeelsdienst zijn bij zo’n wissel minder ontheemd. Als die onderbouw goed zit, kun je dus al veel wissels en eventuele onrust aan. Ook bij ons publiek is er een kern die altijd is gebleven. We hebben heel trouwe fans die alles hebben gezien. Hoewel ze misschien niet alles even goed vonden, want het zijn vaak heel kritische toeschouwers.”

KIKI VERVLOESSEM
KIKI VERVLOESSEM “Het publiek mag nog breder en diverser worden.”© Franky Verdickt

Welke kritiek is dat dan?

VERVLOESSEM. “Het gaat soms over ogenschijnlijk banale zaken. Dat de muziek te luid staat bijvoorbeeld ( lacht). Of dat de thema’s van de stukken te donker zijn. We nemen die opmerkingen wel behoorlijk serieus. Gelukkig weten de meesten ondertussen wel waar Sidi Larbi Cherkaoui en Ballet Vlaanderen voor staan. Enfin, mensen in het buitenland weten dat heel goed, dus het zal nu hier ook wel zo zijn.”

Zegt u met enige twijfel.

VERVLOESSEM. “Festivals stellen zich er al lang geen vragen meer bij als ze ons programmeren voor een zaal van tweeduizend mensen. Zij weten dat ze die gevuld krijgen. Dichter bij huis moeten we toch nog altijd veel overtuigingskracht gebruiken. We toeren hier niet zoveel, maar we zijn vooral veel te bescheiden over de zaken waar we echt goed in zijn. Het repertoire en de compagnie zijn een troef. We werken nu bijvoorbeeld met 45 dansers, heel gepassioneerde mensen. Ook onze technische ploeg bestaat uit gepassioneerde mensen. Er zit dus veel peper in onze organisatie. Ik houd daar heel erg van. Dat zorgt voor een aangename heftigheid.”

Succes kan van zoveel factoren afhangen, en niet alleen van talent of training

Is die heftigheid niet moeilijk om te managen?

VERVLOESSEM. “Werken met gepassioneerde mensen is niet nieuw voor mij. Wat wel nieuw was, is dat hier mensen uit zoveel verschillende culturen samenwerken. Bovendien hebben we dansers van 17 tot 37 jaar. Ik heb moeten leren om gevoelig te zijn voor die verschillen tussen hen. Je moet ook openheid en vertrouwen in de organisatie installeren, en dat is niet zo eenvoudig in de balletwereld. Veel dansers komen uit heel rigide opleidingen, vaak in het buitenland. Zij kennen die openheid nog niet en voelen zich goed bij veel discipline en top-downsturing. Ik werk toch liever anders.”

Er is veel onderlinge concurrentie tussen dansers. Andere bedrijven spelen die concurrentie tussen collega’s soms ook uit om betere resultaten te krijgen. Terecht?

VERVLOESSEM. “Onze dansers kijken elke dag in de spiegel. Al sinds ze heel jong zijn, zien ze zichzelf staan en zien ze de anderen staan. Je moet er maar mee kunnen omgaan. Zeker omdat de carrières van dansers zo kort zijn, wil iedereen het onderste uit de kan halen, maar gelukkig niet ten koste van de ander. Dat zou niet werken, daar ben ik heel gevoelig voor. Op dit moment werken we nog met rankings, zoals overal in de klassieke balletwereld. Je hebt een principal, een eerste solist, een solist, een lid van het corps de ballet. Mensen vinden dat soms wat speciaal, maar in een bedrijf heb je toch ook een senior manager, een manager, een junior? Ook bij ons heeft een principal een hoger loon en een zekere verantwoordelijkheid tegenover de groep. Alleen speelt dat bij een casting voor mij geen rol. Dan komt iedereen gelijk aan de start.”

Dat maakt dat iedereen ook immens goed met afwijzing moet kunnen omgaan.

VERVLOESSEM. “Dat klopt. De ene keer word je gecast, dan weer niet. Ik moet vaak tegen jonge dansers zeggen dat ze geduld moeten hebben. Dat het wel zal komen, soms door toeval, soms door hard werken. Ze moeten trouwens ook goed kunnen omgaan met succes. Geniet er maar van, denk ik telkens als ik dansers hoor zeggen dat ze een heel goed seizoen hebben gehad. Volgend jaar kan het plots veel minder zijn. Dat kan van zoveel factoren afhangen, en niet alleen van hun talent of hun training. Ook in andere sectoren is dat zo. En voor sommigen zal het nooit genoeg zijn. Ook dat is in andere bedrijven zo.”

Kunt u zelf omgaan met afwijzing? Hoe kijkt u naar het feit dat de regering Opera Ballet Vlaanderen minder subsidie toekent?

VERVLOESSEM. “Een organisatie moet vooral een visie hebben en we zullen uiteraard het best mogelijke doen met het geld dat wordt vrijgemaakt. Los daarvan kan je als organisatie natuurlijk niet bij elke subsidieperiode 180 graden draaien. En een overheid weet toch ook: met minder zal het nogal moeilijk worden om meer te verwachten. Subsidies zijn ook noodzakelijk om zo veel mogelijk bezoekers een aanvaardbare prijs te laten betalen voor een ticket. Er hangt altijd een prijskaartje vast aan het bereiken van een breed publiek, en zonder dat publiek zijn we niets. Echt niets.”

Koen Bollen en Staf Vos, 50 jaar Ballet Vlaanderen, Lannoo, 224 blz., 49,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content