De Belgische staat tekent cassatieberoep aan tegen het arrest van het Brusselse hof van beroep waardoor de beklaagden in het zogenaamde KB Lux-dossier vrijuit gingen.
Op 10 december verklaarde het Brusselse hof van beroep de aantijgingen in het fraudedossier onontvankelijk. Het hof oordeelde dat het gerechtelijk onderzoek in de zaak op een deloyale manier gevoerd werd. De rechten van de verdediging zouden – zowel door onderzoeksrechter Leys als door de speurders van de toenmalige Gerechtelijke Politie en het Brusselse parket – in die mate zijn geschonden dat een eerlijk proces onmogelijk werd. Door dat vonnis gingen de veertien beklaagden vrijuit.
Tijdens het proces moesten de verdachten zich verantwoorden voor valsheid in geschrifte, gebruik van valse stukken, bendevorming en fiscale fraude. Het ging om vijf (voormalige) kaderleden van Kredietbank, zes (voormalige) kaderleden van haar zustermaatschappij KB Lux en drie klanten. Beide banken zouden hun gegoede klanten namelijk geholpen hebben om in totaal 400 miljoen euro aan de Belgische fiscus te onttrekken.
Het onderzoek werd halfweg de jaren negentig opgestart en duurde jarenlang. In 1996 kreeg onderzoeksrechter Jean-Claude Leys inzage in de gegevens van 8.000 klanten van KB Lux. Onder de veertien verdachten bevinden zich Remi Vermeiren als voormalige topman van de Kredietbank en zijn collega bij KB Lux Damien Wigny.
Minister van Justitie Stefaan De Clerck kondige dinsdag in de bevoegde Kamercommissie aan dat het parket-generaal in cassatie gaat tegen het arrest van het hof van beroep. Er bestaan volgens de minister voldoende elementen om die beslissing te staven. Zo werd onder anderen onderzoeksrechter Jean-Claude Leys niet gehoord tijdens het proces.
