De Vlaamse biotechcluster heeft het kruim van de Japanse farmasector op visite gehad. Het bezoek wil leren van de Vlaamse aanpak, maar heeft ook interesse voor de biotechbedrijven, zegt de biotechsectorfederatie FlandersBio.
“Wij willen Vlaanderen introduceren aan onze leden en de toestand van biotechclusters in Europa leren kennen”, zegt Yoshiyuki Kawakami, directeur van het farmabedrijf Eisai en hoofd van de negenkoppige delegatie van de invloedrijke Japan Pharmaceutical Manufacturers Association (JPMA).
Volgens Kawakami kunnen de bedrijven ook individuele akkoorden sluiten met Vlaamse biotechondernemingen. Maar zijn collega Haruyama Hideyuki, hoofd R&D van Daiichi Sankyo, weerlegt dat. “We zijn niet hier om iets te kopen. We leren hier het rolmodel voor samenwerking met universitaire instellingen.”
Ann Van Gysel, algemeen directeur van de sectorvereniging FlandersBio, weet dat de Japanse bedrijven liefst niet in hun kaarten laten kijken. “Ze komen natuurlijk naar onze cluster kijken, om dat principe bij hen te kopiëren (lacht), maar het is typisch voor hen om niet bekend te maken dat ze ook aan het shoppen zijn.”
Van Gysel wijst erop dat de Japanse bezoekers vooraf hadden bepaald welke bedrijven ze wilden ontmoeten. Dat waren in eerste instantie Ablynx, ThromboGenics, TiGenix, Pronota, reMYND, Galapagos, arGEN-X en ReGenesys. “En nu hoop ik op investeringen en dat wij met een aantal bedrijven tot bij hen raken”, zegt Van Gysel. “Te meer omdat de pijplijn van de Japanse farmabedrijven duidelijk opdroogt, terwijl de starters in biotech er op de vingers van een hand te tellen zijn. De Japanse overheid investeert nochtans meer, maar met veel minder resultaat.”
Het bezoek is het gevolg van een samenwerkingsakkoord dat FlandersBio eerder dit jaar sloot met de biofarmacluster in Osaka. Als gevolg daarvan kon Vlaanderen op de valreep worden ingelast in een korte Europese toer die de JPMA al eerder had gepland.
Be.L.
