Hein Lannoy (CEO Assuralia): ‘Het is logisch dat de overheid na een grote ramp tussenbeide komt’

HEIN LANNOY "We hebben gelukkig nog een verzekeringssector met een sterk Belgisch engagement." © KAREL DUERINCKX
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

De overstromingen in de Vesdervallei kosten de Belgische verzekeraars al minstens 600 miljoen euro. Daarmee ligt hun tussenkomst bijna twee keer zo hoog als wettelijk bepaald. Is dat een voorbode van hoe de toekomst eruitziet voor de verzekeraars?

De overstromingen in Wallonië van 14 en 15 juli waren de grootste sinds mensenheugenis in dit land. “De grote vraag is wanneer we nog eens een ramp zoals deze meemaken: volgend jaar of pas over vijftig jaar? Dat is koffiedik kijken”, zegt Hein Lannoy, de CEO van Assuralia, de federatie van de verzekeringssector.

De Waalse zondvloed heeft Belgische verzekeraars zwaar getroffen. Ze kregen meer dan 60.000 schadedossiers voor vernielde en beschadigde woningen binnen in het kader van de brandverzekering eenvoudige risico’s. In het vorige recordjaar 2016 waren overstromingen (dus zonder stormschade) goed voor 25.000 dossiers. In 2020, een ‘normaal’ jaar, waren dat er 4000.

De verzekerde schade door de overstromingen kan oplopen tot 1,6 miljard euro. Daarvan zullen de verzekeraars meer dan 600 miljoen euro uitkeren. Volgens minister-president Di Rupo gaat het om 638 miljoen euro. Het resterende miljard komt van het Waals Gewest, maar wordt voorgefinancierd door de verzekeraars. Daarmee keert de sector bijna twee keer zoveel uit als wettelijk verplicht (zie kader Wat staat in het protocolakkoord?), en kent de sector Wallonië een renteloze lening van 1 miljard euro toe. “Alle verzekeraars wilden er zijn voor de slachtoffers, en een volledige dekking voor iedereen garanderen”, aldus Lannoy.

Wij staan eerder terughoudend tegenover een verplichte brandverzekering

Om het wettelijke plafond op te trekken en een renteloze lening te verstrekken, moesten alle verzekeraars instemmen. Is dat van een leien dakje gelopen?

HEIN LANNOY. “We hebben verschillende weken met onze leden onderhandeld. Het heeft toch wel eventjes geduurd voor alle neuzen in dezelfde richting stonden. Bepaalde kleinere verzekeraars waren minder betrokken, omdat ze nauwelijks activiteiten in de regio hebben. 75 procent van de schade zit bij zes verzekeringsmaatschappijen. Ook de prudentiële toezichthouder keek mee, opdat de sector niet te ver zou gaan en zichzelf niet in de problemen zou brengen.”

Waren er verzekeraars die vonden dat de sector zich kon beperken tot het wettelijke minimum?

LANNOY. “We hebben gelukkig nog een verzekeringssector met een sterk Belgisch engagement. Daar wil ik de overheid toch voor waarschuwen: er zijn steeds meer verzekeringsgroepen die vanuit het buitenland opereren, en de overheid werkt dat met bepaalde maatregelen in de hand. Stel dat een grote Belgische verzekeraar overgenomen wordt door een Chinese speler. Dan wordt het veel moeilijker om zulke onderhandelingen tot een goed einde te brengen.”

Dat klinkt protectionistisch.

LANNOY. “Neen, het is een pleidooi voor een level playing field. Wij zijn naar de Raad van State getrokken tegen de effectentaks, net omdat die een ongelijk speelveld creëert: Luxemburgse of andere buitenlandse verzekeraars die in België actief zijn, hoeven die taks niet te betalen. Op die manier spoor je verzekeraars ertoe aan hun diensten vanuit het buitenland aan te bieden.”

Assuralia schat de verzekerde schade in de Vesdervallei op maximaal 1,6 miljard euro. Is die raming niet achterhaald?

LANNOY. “We maken eind oktober een nieuw cijfer bekend. Het akkoord met het Waals Gewest voorziet in een verzekerd plafond van 1,7 miljard euro. We gaan ervan uit dat we binnen dat kader blijven. Als de verzekerde schade hoger zou liggen, moeten we opnieuw om de tafel gaan zitten.”

Wat is nu de voornaamste bekommernis van de sector?

LANNOY. “Dat de expertises zo snel en zo deskundig mogelijk worden uitgevoerd. Bij waterschade moeten de huizen voldoende uitgedroogd zijn voor je een correcte inschatting van de schade kunt maken. Er zijn meer dan 60.000 schadedossiers geopend. De experts kunnen die natuurlijk niet allemaal op hetzelfde moment behandelen. Er wordt van alles ondernomen om dat proces te bespoedigen, maar de expertises blijven een belangrijke bottleneck. Dat veroorzaakt frustratie bij de slachtoffers, en daar heb ik alle begrip voor.

HEIN LANNOY
HEIN LANNOY “Bepaalde natuurrampen kunnen nooit 100 procent gedekt zijn.”© KAREL DUERINCKX

“Ik hoop dat de expertises tegen het einde van het jaar achter de rug zijn. De verzekeraars hebben er geen belang bij de zaak te laten aanslepen. Ze willen zo snel mogelijk een correcte schadevergoeding uitkeren, zodat ze deze bladzijde kunnen omslaan.”

Opmerkelijk is dat ook de niet-verzekerde schade heel groot blijkt te zijn.

LANNOY. “Ook voor ons was het een verrassing dat veel huizen niet verzekerd waren. Ruw geschat, heeft 90 procent van de huizen in België een brandverzekering, voor huurders zit dat iets boven 80 procent. In de getroffen regio lagen die cijfers beduidend lager. De streek is niet de rijkste van het land. De Vesdervallei is een oud industrieel bekken, er staan veel oude huizen waaraan geen hypothecaire lening meer vastzit. Als er een hypothecaire lening is toegekend, is er in principe ook een brandverzekering. De bank heeft er belang bij om haar onderpand te beschermen.”

Wat vindt u ervan dat de Waalse overheid de niet-verzekerde schade zal vergoeden? Geeft ze zo niet het signaal dat een brandverzekering overbodig is?

LANNOY. “Het is logisch dat de overheid na een grote ramp tussenbeide komt. Er is nu afgesproken om de niet-verzekerde schade voor de helft te vergoeden, met een plafond van 80.000 euro per dossier. Dat lijkt me aanvaardbaar. Veel mensen in de Vesdervallei hebben een laag inkomen en onvoldoende vermogen om er op eigen kracht weer bovenop te komen. Het mag natuurlijk geen incentive zijn om in de toekomst geen brandverzekering af te sluiten.”

Moet de overheid een brandverzekering verplichten?

LANNOY. “Wij staan daar terughoudend tegenover. Verplichte verzekeringen hebben in ons land altijd betrekking op schade berokkend aan derden, zoals de aansprakelijkheidsverzekeringen van bepaalde beroepen (architecten, aannemers, nvdr) of de autoverzekering. Het verzekeren van de eigen geleden schade blijft een individuele beslissing. Dat zijn belangrijke principes, waaraan je niet zomaar kunt tornen. Er zijn ook praktische bezwaren. Hoe kun je dat bijvoorbeeld controleren? Dan moet je al bijna een database van alle eigendommen aanleggen, en ik hoef niet uit te leggen hoe gevoelig dat in dit land ligt.”

Ik verwacht pittige onderhandelingen met de herverzekeraars

Hoe moet het nu verder? Het wettelijke plafond voor de tussenkomst van de verzekeraars bij waterschade lijkt achterhaald. Kan de sector een structureel hogere tussenkomst aan?

LANNOY. “Zolang we onder het wettelijke plafond blijven, is er geen probleem. Maar onder de huidige voorwaarden zou een gelijkaardige ramp zoals in juli voor de verzekeraars belangrijke gevolgen hebben. Daarom pleiten we voor een aanpassing van de wet. We moeten met de overheid samenzitten om een nieuw systeem te ontwikkelen. Het valt te verwachten dat de tussenkomst van de verzekeraars hoger zal liggen dan het huidige wettelijke plafond.”

Op welke termijn ziet u dat?

LANNOY. “We moeten dat zo snel mogelijk regelen. Het aantal natuurrampen zal toenemen en ze zullen zwaarder zijn. Er is een duurzame oplossing voor de lange termijn nodig, zodat iedereen weet waar hij aan toe is. Maar daarvoor zijn wettelijke aanpassingen nodig. De federale wetgeving legt ons een plafond op, maar de manier van tussenkomst verschilt tussen de drie regio’s. Dat is niet werkbaar. Er moet een draaiboek komen, zodat we bij een natuurramp niet opnieuw met drie regio’s om de tafel moeten zitten.”

Zullen de premies voor een brandverzekering nu stijgen?

LANNOY. “Dat is nog onduidelijk. De markt is zeer concurrentieel. Zoals gezegd zijn niet alle verzekeraars even hard geraakt door de ramp. Ik ben er niet zeker van dat er op korte termijn een impact op de prijzen zal zijn. De stijging van de prijzen in de bouwsector zal wel een effect hebben op de premies. Dat zal volgend jaar leiden tot een aanpassing van de Abex-index (die de evolutie van de kosten voor de bouw van een woning volgt, nvdr).

“Het is ook uitkijken naar de nieuwe herverzekeringscontracten, die momenteel afgesloten worden. Het is afwachten hoe de herverzekeraars zich opstellen. Voor hen is de overstroming in Wallonië maar één evenement. Zij baseren zich op globale trends en op wat ze verwachten voor de komende jaren. Ik verwacht pittige onderhandelingen.”

En zo komen we bij de klimaatverandering. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de risico’s van de opwarming van de aarde verzekerbaar blijven?

LANNOY. “Ten eerste moeten we aanvaarden dat bepaalde natuurrampen nooit 100 procent gedekt kunnen zijn. Er zal dus altijd een plafond bestaan. Ten tweede moeten we vooral inzetten op preventie. Betekent dat dat je niet meer kunt bouwen naast de Vesder? Wellicht niet, maar misschien is een kelder dan niet aangewezen en moet je hoger bouwen. De overheid moet daar een rol spelen door de bouwvoorschriften aan te passen. Maar even goed: als het peil van de Noordzee stijgt, zijn meer en betere dijken nodig. Het Sigmaplan is een goed initiatief, maar er zal meer nodig zijn. Dat preventief investeren kan bakken geld kosten.”

Wat staat in het protocolakkoord met de Waalse overheid?

De brandverzekering eenvoudige risico’s dekt waterschade aan de woning van particulieren. Maar die dekking is wettelijk beperkt. Per ‘evenement’ mag de sector niet meer uitkeren dan 45 procent van de premie-inkomsten die ze het jaar daarvoor inde in die verzekeringstak. Voor de kleinere verzekeraars is er een extra plafond van 2,7 miljoen euro. In de praktijk leverde dat dit jaar een wettelijk plafond van circa 365 miljoen euro op, die de verzekeraars maximaal mochten uitkeren om de schade in de Vesdervallei te vergoeden.

Het protocol dat Assuralia sloot met de Waalse overheid trekt dat plafond op tot 90 procent van de premie-inkomsten. Voor de kleinere verzekeraars is de limiet van 2,7 miljoen euro behouden. Daardoor kan de sector meer dan 600 miljoen euro uitkeren. Minister-president Elio Di Rupo (PS) heeft het over 638 miljoen. Omdat de totale verzekerde schade op 1,6 miljard euro geraamd wordt, moet het Waals Gewest ongeveer 1 miljard betalen. De verzekeraars kennen Wallonië daartoe een renteloze lening op acht jaar toe. De eerste afbetaling start in 2024, de laatste is in 2031 gepland.

1,6 miljard euro is de raming van de verzekerde schade in de Vesdervallei.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content