Havenbedrijf Antwerpen: ‘Geen concrete signalen dat havens bedreigd zijn’

EDDY BRUYNINCKX"Een van de basisregels in publieke dienstverlening is de continuïteit van dienstverlening." © Wiegandt

Na de terreuraanslagen in Zaventem en Brussel wordt aan de bedrijven in de Antwerpse haven gevraagd extra waakzaam te zijn. Hoewel het dreigingsniveau voor heel het land opgetrokken werd naar niveau 4, blijft het beveiligingsniveau in de haven voorlopig behouden op niveau 1.

Na de aanslagen in Zaventem en Brussel houdt België drie dagen van nationale rouw. Ook de vlaggen aan het Havenhuis hangen sinds dinsdagmorgen halfstok. Volgens een mededeling van het Havenbedrijf werden de bedrijven in de Antwerpse haven gevraagd extra waakzaam te zijn en verdachte zaken te melden aan de politiediensten. Er zijn ook extra politiepatrouilles aanwezig in de haven.

Hoewel het OCAD het dreigingsniveau in het hele land heeft opgetrokken naar niveau 4, blijft het internationale beveiligingsniveau (volgens de ISPS-code) in de haven voorlopig behouden op niveau 1. Dat houdt in dat de normale werkzaamheden kunnen plaatsvinden, al wordt extra waakzaamheid gevraagd aan iedereen die zich in de haven bevindt. “Er zijn geen concrete signalen dat havens bedreigd zijn”, stelt Annik Dirkx, woordvoerder van het Havenbedrijf Antwerpen. De veiligheidsniveaus volgens de internationale ISPS-code (International Ship and Port Facility Security Code) worden ook op federaal niveau bepaald.

Geen droomstart

Voor de nieuwe editie van de Trends Top Transport & Logistiek hadden we een gesprek met Eddy Bruyninckx, gedelegeerd bestuurder van het Havenbedrijf Antwerpen. Bruyninckx is aan zijn laatste maanden bezig als topman van de Antwerpse haven. Eind dit jaar gaat hij met pensioen. Na het recordjaar 2015 – voor het eerst in haar geschiedenis doorbrak de Antwerpse haven de grens van 200 miljoen ton goederenoverslag – kende 2016 geen droomstart. Het nieuwe jaar was nog geen kwartaal ver of de Vlaamse loodsen legden het werk neer. De stakers weigerden nog schepen langer dan 340 meter de Schelde op te loodsen. Pas na bijna een week staken en een marathonvergadering van 19 uur bereikte Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts een akkoord en gingen de loodsen weer aan de slag. Havenbaas Eddy Bruyninckx reageerde opgelucht toen een einde werd gesteld aan “deze nachtmerrie”.

Mijnheer Bruyninckx, u was scherp voor de loodsenstaking maar de haven is kwetsbaar. Als de loodsen het werk neerleggen, ligt de haven plat.

Bruyninckx: “Dat is een problematiek van jaren. Voor mij zijn er drie criteria waarop men de loodsen in Vlaanderen moet beoordelen. Eén: het professionalisme van de loodsen is top. Als we die kathedralen van schepen hier kunnen ontvangen, dan is dat voor een flink stuk ook op hun conto te schrijven. Voorts is er de beschikbaarheid en de betaalbaarheid. De tarieven die momenteel gehanteerd worden, zijn haalbaar. Alleen de beschikbaarheid is de achilleshiel van dit dossier. Beschikbaarheid is een functie van een bedrijfsorganisatie en daar zit het volgens mij fout. Het is heel moeilijk om vanuit een ministerieel kader een bedrijfseconomische organisatie op punt te zetten.”

Hoezo?

Bruyninckx:“Je kan de analogie trekken met wat hier gebeurd is. Het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen is een publieke nv. Wij werken als een bedrijf, maar onze doelstellingen zijn publiek van aard. En dat zou voor het Loodswezen ook zo moeten zijn. Dat hoeft geen afbreuk te doen aan het publieke karakter van de dienstverlening van de loodsen. Er loopt nu een audit over de hele keten met de sluizen, de sleepboten en de loodsen. Laat ons nog maar eens de hoop uitdrukken dat het niet het zoveelste auditrapport wordt, want er liggen er al wat in de kasten in Brussel. Hopelijk kan het aanleiding geven tot een aantal hervormingen die noodzakelijk zijn om op een duurzame wijze gerust te kunnen zijn. Wat helemaal niet kan, is dat wanneer er een haar in de boter is tussen de loodsen en de minister, dat ze dan onmiddellijk naar het stakingswapen grijpen. Dat heb ik hen al duizend keer gezegd, dat doe je niet met je klanten. Dat moeten ze afleren. Een van de basisregels in publieke dienstverlening is de continuïteit van dienstverlening.”

Hoe kijkt u terug op 2015, een recordjaar voor de Antwerpse haven?

Bruyninckx:“Als we het jaar beoordelen op trafieken en investeringen, dan was het een goed jaar. Maar 2015 was vooral de bevestiging dat we er als topcontainerhaven echt helemaal staan. Ik zeg dat niet alleen omdat we Hamburg voorbij zijn gegaan, dat is allemaal relatief. We hebben bewezen dat we hier in Antwerpen supergrote schepen kunnen ontvangen. Hoewel er nautische beperkingen zijn. Voor de grote rederijen met hun megaschepen is deze haven een must om aan te lopen. In de Hamburg-Le Havre-range zijn we de enige containerhaven met positieve groeicijfers.”

Vooral het containervolume uit onder meer Azië neemt sterk toe.

Bruyninckx:“Dat is de volle erkenning van datgene wat al decennialang bleek. Antwerpen had een solide positie op de handelsroutes naar Noord- en Zuid-Amerika. Door hard te werken en door het geloof van de rederijen hebben we onze positie op Azië serieus verbeterd in een dalende markt. Dat is vooral te danken aan de 2M-alliantie van de rederijen Maersk en MSC die ons ook die plaats in hun vaarschema’s heeft willen toekennen. Daarop volgt dan referentiegedrag van de andere rederijen. Ik was in Marseille bij de Franse rederij CMA een paar jaar geleden en we gaven daar het signaal dat de Schelde was verdiept om die megaschepen te ontvangen. Eerst zien en dan geloven, was hun reactie. Laat MSC maar voorop lopen, we zullen wel zien hoe het gaat. Zo is het ook gebeurd. De MSC Beatrice met een capaciteit van 14.000 TEU (standaardcontainers, nvdr) kwam en dat lukte. Onze groei in de containertrafiek vind ik persoonlijk een van de belangrijkste realisaties van 2015. Er is niet alleen Rotterdam, Antwerpen speelt ook mee. Die boodschap is in Nederland ook aangekomen.”

Naast de containertrafiek doet ook de vloeibare bulk het goed.

Bruyninckx:“We spreken veel over containers, maar de toegevoegde waarde van onze petrochemische industrie ligt ons ontzettend na aan het hart. Het feit dat de vloeibare bulk dat mee ondersteunt, is positief. We hebben die groei op het terrein kunnen realiseren door de geslaagde reconversie van vroegere stukgoedterminals. Dat segment is door de trend naar containers verschrompeld. Vandaag is het vloeibare massagoed een tweede groeimotor voor de haven. De industrie investeert sterk en een ondernemer zoals Philippe Van de Vyvere van Sea Invest bouwt hier terminals voor wereldspelers zoals Glencore en Total. Ook de Amerikaans-Japanse groep ITC Rubis heeft recentelijk een nieuwe overslaginstallatie voor vloeibaar gas opgestart op linkeroever.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content