Grondwettelijk Hof moet zich uitspreken over Uber

Het hof van beroep in Brussel heeft nog geen definitieve uitspraak gedaan in het proces dat is aangespannen door de Belgische Taxifederatie (FeBet) tegen Uber en de chauffeurs die met de app UberX werken. Alvorens zijn oordeel te vellen, heeft het hof heeft twee prejudiciële vragen gesteld aan het Grondwettelijk Hof.

Het tussenarrest stelt Uber in staat om actief te blijven in Brussel, zegt de app. De advocaat van de FeBet ziet enkel wat tijdwinst voor Uber.

Op 16 januari 2019 oordeelde de Franstalige ondernemingsrechtbank van Brussel dat taxibedrijf Uber voldeed aan de Brusselse wetgeving rond betaald personenvervoer. In het vonnis stond dat Uber passagiers in contact brengt met professionele chauffeurs, maar dat het niet om een taxidienst ging. Op basis daarvan mocht Uber blijven opereren in de hoofdstad. FeBet tekende beroep aan. De advocaten van de federatie voerden voor het hof van beroep aan dat Uber ‘een verdoken taxidienst’ is, dat de app UberX werkt als een platform voor het verzenden van boodschappen en dat de chauffeurs met een LVC-vergunning (licentie voor verhuurwagens met chauffeur) die gebruikmaken van Uber ‘geen limousineservice verlenen zoals bepaald door de wetgever’.

De raadsmannen van Uber en de onafhankelijke chauffeurs met een LVC-licentie betwistten alle aantijgingen van de tegenpartij. Ze baseren zich met name op het mededingingsrecht en voerden aan dat hun klanten het wettelijke kader naleven. Het hof van beroep heeft nu beslist om twee prejudiciële vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof, om uit te klaren of er geen discriminatie is tussen de taxi’s en de chauffeurs met een LVC-vergunning. De uitspraak van het Grondwettelijk Hof wordt binnen een jaar verwacht.

‘Geen reden om te triomferen’

‘Met de tussentijdse uitspraak van het Brusselse Hof van Beroep kunnen 2.000 gelicentieerde LVC-chauffeurs de Uber-app blijven gebruiken om inkomsten te generen’, zegt Laurent Slits, de topman van Uber in België, in een reactie. ‘Bovendien kunnen 300.000 passagiers de Uber-app in Brussel blijven gebruiken.’

Meester Pierre Chomé, de advocaat van FeBet, ziet voor Uber nog geen reden om te triomferen. ‘Dit is zeker nog geen overwinning maar enkel een manier om tijd te winnen’, klinkt het. ‘Het hof van beroep was verplicht die prejudiciële vragen te stellen als het een cassatieberoep wilde vermijden. Tijdwinnen is al de hele tijd de strategie van Uber, want ze weten dat ze in een illegale situatie zitten. Ze hebben al prejudiciële vragen laten stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat hen ongelijk heeft gegeven, en het Grondwettelijk Hof heeft al drie arresten geveld die in hun nadeel zijn.’

Partner Content