Dumpingprijzen voor staal uit China: ‘Goedkoper is niet altijd beter’

CHINEES STAAL "De Chinese overheid blijft geld pompen in zwaar verlieslatende staalbedrijven." © REUTERS
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

De Europese Commissie plant heffingen op te goedkoop staal uit China. “Aan zulke praktijken paal en perk stellen heeft weinig met protectionisme te maken”, oordeelt Astrid Pepermans, die doctoreert over de handelsrelaties tussen Europa en China.

“Er is een verschil tussen protectionisme en het afdwingen van eerlijke vrije handel”, zegt Astrid Pepermans, die aan de VUB doctoreert over de handelsrelaties tussen Europa en China. “Vrije handel kan leiden tot welvaart, maar dat moet dan wel gebeuren in een kader van regels met eerlijke concurrentie. China behandelt zijn staalbedrijven niet marktconform. Dat leidt tot overcapaciteit. Chinese staalproducenten verkopen hun staaloverschotten tegen dumpingprijzen, tot 29 procent onder de marktprijs.”

“Aan zulke praktijken paal en perk stellen heeft weinig met protectionisme te maken. Vrijhandel levert de meeste voordelen op voor iedereen. Je kunt niet ontkennen dat de uitzonderlijk lage Chinese exportprijzen extra druk op de Europese bedrijven zetten. De Europese import van Chinees staal is in het derde kwartaal van 2015 met 40 procent gestegen.”

Waarom is de Chinese staalconcurrentie oneerlijk?

Pepermans: “China’s staalaanbod komt niet overeen met de vraag naar staal. Dat heeft verschillende oorzaken. De Chinese vraag naar staal is in 2015 met 5 procent gezakt door de lagere groei in China. Bovendien blijven overheidsinstanties, en dan vooral lokale overheden, zich vastklampen aan de verouderde groeimotoren van de industrie. Ze blijven geld pompen in zwaar verlieslatende staalbedrijven. Chongqing Iron and Steel bijvoorbeeld boekte in 2014 een verlies van bijna 140 miljoen euro, maar kreeg in dezelfde periode 70 miljoen euro aan subsidies en fiscale voordelen. Nog sprekender: Valin Steel Co ontving 11 miljoen euro aan subsidies, een equivalent van vier keer zijn totale opbrengsten.”

Maar goedkoop staal uit China kan toch een goede zaak zijn voor de consument?

Pepermans:“Op korte termijn zal de koopkracht van de staalconsument stijgen. Maar in de Europese staalsector werken 330.000 mensen. Dat is een aanzienlijke groep, die zeer kwetsbaar is voor de Chinese dumpingprijzen. Je moet de afweging maken tussen de voordelen van goedkoop staal en het verlies van een industrie die Europa per jaar 170 miljard euro omzet oplevert.

“Het is een tweeledig proces: Europa moet optreden als oneerlijke handelspraktijken zijn economie schade berokkenen, maar het moet er ook voor zorgen dat het niet achterblijft op andere grootmachten. Als het internationaal competitief wil blijven, moet Europa blijven investeren in de ontwikkeling van alternatieve innoverende sectoren. Trouwens, goedkoper is niet altijd beter. Als dat argument zou opgaan, mogen we veel sectoren opdoeken.”

De Europese Commissie zou vanaf augustus importheffingen op Chinees vlakstaal overwegen, wellicht tegen 16 procent per ton. Is dat wel voldoende? De wereldwijde marktleider ArcelorMittal gewaagt van een daling van de gemiddelde staalprijs van 19 procent tot eind november 2015.

Pepermans: “Het is goed dat de Europese Commissie die maatregel neemt, want ze gebruikt de instrumenten die ze ter beschikking heeft tegen dumpingpraktijken. Het heeft trouwens lang geduurd. Eurofer, de Europese vereniging van staalproducenten, diende al in maart 2015 een klacht in tegen het dumpen van staal uit China. Het duurde bijna een jaar eer Europa tot een besluit kwam. In Groot-Brittannië werden verscheidene sites gesloten en verloren meer dan 3000 mensen hun baan. In prangende situaties zou Europa sneller moeten kunnen handelen.”

De Verenigde Staten gaan sneller te werk. Ze ondernamen forsere maatregelen tegen de invoer van Chinees staal tegen te goedkope prijzen.

Pepermans: “In november vorig jaar voerden de Verenigde Staten een heffing van 236 procent in op de import van Chinees staal. Hoewel China niet het enige land was dat werd geviseerd – Italiaans, Zuid-Koreaans en Indiaas staal kregen heffingen van 3,11, 3,25 en 6,76 procent opgelegd – moest China toch veruit het hoogste tarief slikken. Bovendien werd het in december 2015 nog eens opgetrokken naar 255 procent, met de bijkomende waarschuwing dat het kan oplopen tot 500 procent. Vergelijk dat eens met de Europese heffing van 16 procent: peanuts. “

“Toch wil ik niet pleiten voor zulke extreme maatregelen. Europa moet vooral een signaal geven aan China dat dumpen niet kan. Het terugdringen van de staalproductie en het elimineren van de inefficiënte bedrijven in de Chinese staalindustrie is de enige duurzame oplossing voor de aanhoudende overproductie. Dat geldt overigens niet enkel voor China. In elke industrie, ook in Europa, moet efficiëntie een prioriteit blijven, zodat overschotten worden vermeden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content