Droogte in Vlaanderen: hoe landbouwers proberen water te beheren

CAMILLE DEKIE, RIK DELAMEILLEURE EN LIESBET PERNEEL De landbouwers rond Ardo in Ardooie gebruiken het water van de fabriek. © EMY ELLEBOOG
Wolfgang Riepl
Wolfgang Riepl redacteur bij Trends

Vier opeenvolgende droge en hete zomers doen de landbouwers zoeken naar creatieve en intelligente manieren om water te beheren. “Het lijkt me wel zeker dat we extremere weersomstandigheden krijgen.”

Het West-Vlaamse groentebedrijf Ardo is een Europese kampioen. De hoofdzetel in Ardooie is ook de trotse bezitter van een gigantisch waterbekken met een opvangcapaciteit van 150.000 kubieke meter, het equivalent van de inhoud van 60 olympische zwembaden.

Aan de oever van het tientallen vierkante meters grote waterreservoir ligt een roeibootje. “Dat gebruiken we voor het onderhoud van het bassin”, zegt Camille Dekie, de duurzaamheids- en energiecoördinator van de Ardo-vestiging. “Het gaat dan om de inspectie van de bodem of herstelwerken aan de zonnepanelen die op het water liggen.”

Het project van Ardo is het antwoord van plaatselijke ondernemingen en landbouwers op mogelijke waterschaarste. Ardo gebruikt jaarlijks 600.000 kubieke meter water, waarvan de helft leidingwater. Door zuivering en hergebruik kan het water twee keer worden benut, vooral voor de verwerking van de groenten. Dat water wordt vervolgens nog eens gezuiverd. “Vroeger loosden we het gezuiverde water in de Veldbeek naast onze fabriek”, vertelt Camille Dekie. “Vandaag kunnen de boeren in een straal van 5 kilometer rond de fabriek het water gebruiken.”

23 kilometer pijleidingen

Aan de Vernagelingstraat, enkele honderden meters van de fabriek van Ardo, toont Rik Delameilleure hoe het systeem werkt. Hij is landbouwer en voorzitter van Inero, een landbouwcoöperatie van vijftig boeren uit de streek. Met een grote stalen sleutel wrikt hij een waterput open. Daarin zit nog wat brak water van het vorige seizoen, een grote waterleiding blijft voorlopig onbenut. “De investering in het netwerk van waterleidingen tot in onze velden kostte 2,6 miljoen euro”, zegt Rik Delameilleure. “De helft kwam van Vlaamse en Europese subsidies, voor de andere helft heeft Inero geleend. Dat krediet wordt afbetaald met een heffing per kubieke meter water. In het begin van het seizoen schatten de landbouwers hoeveel water ze zullen gebruiken. Dat kost 73 cent per kubieke meter. Wie in de loop van het jaar meer water nodig heeft, betaalt 90 cent per kubieke meter.”

Vroeger loosden we ons water in de Veldbeek. Vandaag kunnen de boeren rond de fabriek het gebruiken’ Camille Dekie

Ardo verdient dus niet aan het project. De landbouwers hebben aandelen van Inero afhankelijk van het aantal waterputten op hun akkers. In totaal zijn er 150, voor 500 hectare akkers. In 2018 en 2019 werd tussen die waterputten een ondergronds netwerk van 23 kilometer pijpleidingen aangelegd. Op de balans van de cvba Inero stond in 2019 een lening van ruim 1 miljoen euro op een balanstotaal van 2,55 miljoen euro. De leninglasten bedroegen iets meer dan 21.000 euro, met dank aan de goedkope rente.

In 2020 werkte het watersysteem voor het eerst een volledig seizoen. “In april zit in ons waterbassin 150.000 kubieke meter water”, zegt Camille Dekie. “Dat zou normaal moeten volstaan, al kunnen we tot maximaal 180.000 kubieke meter water gaan. Na april kunnen we ook extra water toevoegen.”

Extreem scenario vermeden

Rik Delameilleure kweekt vooral bloemkolen, die hij levert aan de REO-veiling in Roeselare. De watergebruikers van het bassin zijn dus niet noodzakelijk leveranciers van Ardo. Zijn velden vol tere bloemkoolplantjes zijn nog bedekt met witte plastic, om ze te beschermen tegen de koude en de vogels. “We zijn nu half april. Voorlopig heb ik het water uit het bekken van Ardo nog niet hoeven gebruiken”, zegt Rik Delameilleure. “Normaal beginnen we te sproeien vanaf mei. Maar de voorbije jaren werd dat almaar vroeger. Vorig jaar was er al vanaf april geen regen meer en moesten we de velden al zelf irrigeren. Het voordeel van de droge hete zomer van vorig jaar waren de heel hoge prijzen voor bloemkool. Het nadeel is uiteraard dat je veel meer water moet geven en dat je de planten veel intensiever moet verzorgen. Sinds 2017 hadden we alleen nog maar droge zomers. Bovendien worden de droge periodes almaar langer. Het midden van West-Vlaanderen is hoe dan ook al een streek met weinig water. Vandaag staat het grondwaterpeil nog altijd te laag. Het moet nog twee, drie maanden regenen voor een min of meer aanvaardbaar niveau.”

“Het lijkt wel op de processie van Echternach”, vindt landbouwster Liesbet Perneel. “Het waterniveau gaat soms een beetje omhoog, maar dan daalt het opnieuw. De jongste jaren hebben we ook minder sneeuw. Net die is uitstekend voor het aanvullen van de grondwaterreserves, want sneeuw sijpelt heel langzaam in de bodem.”

Vorig jaar verbruikte Rik Delameilleure twee keer meer water dan hij had begroot. In totaal werd vorig jaar 155.000 kubieke meter uit het waterbekken van Ardo gehaald. Daarmee werd de herhaling van het extreme scenario van 2019 vermeden. Toen werd water, opgepompt uit de Leie in Bavikhove, 20 kilometer verder, aangevoerd met tankwagens. Dat kostte maar liefst 4 euro per kubieke meter, vijf keer meer dan de aan Inero betaalde prijs.

Drainagesysteem

Ook in Noordoost-Limburg werken twintig landbouwers samen aan een duurzaam waterbeheer, in de gemeenten Bocholt, Hamont-Achel, Peer en Pelt. Gerard Vangerven, een melkveehouder met 150 koeien in Bocholt, installeerde een aangepast drainagesysteem. Dat zorgt ervoor dat het water slechts geleidelijk in de bodem sijpelt, zodat het grondwaterpeil behoorlijk blijft. Dat water wordt gebruikt voor het irrigeren van de akkers, waarop onder meer maïs wordt geteeld. “In lange droge periodes kan het grondwater zakken tot een diepte van 2,5 meter, terwijl het normaal 1 meter diep zit”, zegt Gerard Vangerven. “Het drainagesysteem betekende een investering van 3000 euro per hectare. We kunnen er zowel heel natte als heel droge akkers mee regelen. Want het is niet zeker of we lange droge periodes zullen hebben. Het lijkt me wel zeker dat we extremere weersomstandigheden krijgen.”

Partner Content