De bestuurders stonden aan het roer toen de bank zich bezondigde aan rentemanipulatie.
Deutsche Bank onderzoekt of het zijn oud-bestuurders kan laten opdraaien voor de fouten uit het verleden. Dat zei voorzitter Paul Achleitner donderdag op de algemene vergadering van de bank.
Deutsche Bank bezondigde zich in het verleden aan rentemanipulatie en de verkoop van toxisch schuldpapier. Er zal nu worden gekeken in hoeverre de bestuurders van toen hiervoor “persoonlijk of collectief” verantwoordelijk kunnen worden gesteld. De gesprekken met hen zijn “vergevorderd”, luidde het donderdag.
De bedoeling is om binnen enkele maanden knopen door te hakken over een eventuele financiële bijdrage die ze moeten leveren. De schandalen wegen al jaren op de grootste bank van Duitsland. In januari bereikte Deutsche Bank een schikking van 7,2 miljard dollar met het Amerikaanse ministerie van Justitie over de verkoop van toxische beleggingen.
Het schandaal met de Libor-rente is daarentegen nog niet afgehandeld. De bestuurders die geviseerd worden, zijn Josef Ackermann, die van 2002 tot 2012 aan het hoofd van de bank stond, en zijn opvolgers Jürgen Fitschen en Anshu Jain. Het is mogelijk dat zij hun variabele vergoedingen die nog niet zijn gestort, zullen moeten inleveren.
