‘De textielbedrijven hebben enorme innovatie-inspanningen gedaan’

© Fred Debrock

Na enkele moeilijke jaren heeft de textielindustrie de wind weer in de zeilen. Fa Quix, de directeur-generaal van de overkoepelende federatie Fedustria, ziet een nieuw elan. Zijn leden werven weer aan en zetten zwaar in op productontwikkeling en procesinnovatie.

“Het was zeker geen slecht jaar”, stelt Fa Quix, de directeur-generaal van Fedustria, de Belgische federatie van de textiel-, de hout- en de meubelindustrie. De textielomzet steeg in de eerste negen maanden van 2015 met 8,4 procent tegenover dezelfde periode het jaar daarvoor. De afzetprijzen stegen met 2 procent, in volume bedroeg de groei 6,3 procent. De houtindustrie zag haar omzet met 2,4 procent klimmen, de meubelindustrie boekte 4,3 procent groei.

“In textiel zagen we in de eerste jaarhelft een omzettoename met meer dan 10 procent. Zo’n stijging was lang geleden. Het derde kwartaal bleef positief, al verzwakte de groei tot 4,6 procent”, duidt Quix. Als we de productgroepen in de textielsector bekijken, valt op dat vorig jaar geen enkel segment achteruitboerde. De belangrijkste productgroepen, tapijt en technisch textiel, boeken twee jaar op rij een omzetstijging. De omzet van het segment weefsels, bijvoorbeeld voor kleding en meubelstoffen, veerde op met meer dan 8 procent, na een daling van 6 procent in 2014.

Lean and mean

De heropleving van de textielsector startte in de zomer van 2014, na tien kwartalen van dalende omzet en krimpende productie. “In 2015 was er geen enkele grote herstructurering in de sector. Dat gebeurt zelden. De bedrijven zaten in de startblokken om mee te surfen op de aantrekkende conjunctuur. De herstructureringen waren achter de rug, de textielbedrijven zijn weer lean and mean om de internationale concurrentie aan te gaan. Ze hebben geïnvesteerd in productontwikkeling en productie-efficiëntie”, zegt Quix. De economische omstandigheden zitten ook mee met de zwakke euro, de daling van de olie- en andere grondstoffenprijzen en het stijgende producenten- en consumentenvertrouwen.

“Volgens onze bedrijven ziet het er ook voor het begin van dit jaar nog altijd positief uit. Zeker de eerste maanden kunnen we de positieve lijn doortrekken, al blijft de internationale context onzeker. De situatie in het Midden-Oosten, Rusland en Oekraïne, en de mogelijke brexit veroorzaken allemaal onzekerheid. Maar voorlopig gaat het goed. Ondernemers en consumenten geloven erin”, zegt Quix.

Nieuwe machines kopen

Een andere indicator die wijst op het toenemend vertrouwen in de sector, is dat de investeringen weer toenemen. De investeringsinspanningen stegen in 2014 met 26 procent, in de eerste negen maanden van 2015 kwam daar nog eens 7 procent bij. Er wordt volgens de topman van Fedustria vooral geïnvesteerd in procesverbeteringen en nieuwe technologie. “Innoveren betekent ook nieuwe machines kopen”, weet Fa Quix. “Bedrijven installeren nieuwe productielijnen waarmee ze nieuwe producten kunnen maken.”

In de eerste negen maanden van 2015 werd gemiddeld 71 procent van de productiecapaciteit in de textielindustrie benut. “Daarmee zitten we op een van de hoogste niveaus sinds 2010. We zouden moeten evolueren naar een bezettingsgraad van 75 procent om weer op een normaal niveau te komen. We zijn er nog niet, maar we gaan in de goede richting”, duidt Quix.

Stijgende export en stabiele import

Ook de export van de textielindustrie zit in de lift. In de eerste negen maanden van 2015 steeg de export met 5,6 procent. “Groot-Brittannië is een van de sterkste groeimarkten, met dank aan het sterke pond. We zagen de export naar dat land stijgen met meer dan 6 procent in de eerste drie kwartalen van 2015. Het is een zeer belangrijke markt voor tapijten, meubelstoffen en interieurtextiel. Ook onze buurlanden – nog altijd onze grootste afzetmarkten – doen het niet slecht. De export naar Nederland steeg met 6,4 procent, die naar Frankrijk met 7,8 procent en die naar Duitsland met 2,7 procent”, zegt Fa Quix.

De import is ongeveer stabiel gebleven. China blijft de grootste leverancier, goed voor een kwart van alle niet-EU-import. Quix: “De Chinezen hebben het nu wat moeilijker, maar het blijven straffe ondernemers. De druk van China op onze exportmarkten blijft groot. We zien wel de omslag van hun groeimodel, van zuiver exportgedreven naar meer interne consumptie. Maar het is niet het ene of het andere, het gaat om een herbalancering. De Chinezen blijven mikken op de twee.”

'De textielbedrijven hebben enorme innovatie-inspanningen gedaan'
© .

Nieuwe producten

Voor de werkgelegenheid verwacht de textielsector een status-quo. Vooral in de eerste helft van 2015 werden nieuwe aanwervingen gedaan. De sector is goed voor 20.000 banen, of 15.000 arbeiders en 5000 bedienden. In 2000 had de textielindustrie nog 45.000 banen in België.

“Onze bedrijven hebben een enorme inspanning gedaan om te innoveren en producten te ontwikkelen”, stelt Fa Quix. “De impact van de crisis van 2008-2009 was enorm. We hebben toen een omzet- en productieverlies van 30 procent gehad. In een jaar tijd gingen 5500 banen verloren. Dat is een Ford Genk, maar in stilte.”

“De recessie had een verwoestend effect. Dan zie je ook de veerkracht van onze industrie. Het besef groeide dat we producten moesten maken waarmee we ons op de internationale markten konden verdedigen. De sector kwam niet alleen met nieuwe producten en nieuwe ontwerpen, maar ook met andere vezels, recycleerbare materialen en nieuwe businessmodellen.

Geven en nemen

Voor dit jaar rekent Fedustria erop dat de taxshift goed wordt uitgevoerd. “Het effect is minder groot dan men vaak laat uitschijnen”, merkt Quix op. “Voor 2016 bedraagt de totale impact op de loonkosten ongeveer 0,7 procent. Alleen voor bedrijven die met ploegen- en nachtarbeid werken, is het voordeel groter.”

Ook de wet van 1996 op de competitiviteit moet worden herzien. “We willen vermijden dat de loonkosten in de toekomst ontsporen. Met de compenserende maatregelen voor de taxshift, en vooral de btw-verhoging voor elektriciteit, moeten we zes maanden vroeger dan voorzien weer indexeren. De regering neemt met de ene hand wat ze met de andere geeft. Onze leden zijn ontgoocheld dat die btw-stijging wordt verhaald op de bedrijven. We hadden de neutralisering ervan in de index verwacht”, zegt Fa Quix.

Energiekosten blijven stijgen

Een ander pijnpunt voor de textiel-, de hout- en de meubelindustrie is dat de energiekosten blijven stijgen en er maar geen schot komt in de beloofde energienorm. “Dat is bedreigend voor onze bedrijven. Er worden steeds weer nieuwe kosten naar de bedrijven doorgeschoven, die ze niet allemaal kunnen doorrekenen aan de klanten. Blijkbaar is dat geen prioriteit, terwijl energie een grote kostenfactor is voor de industrie”, verklaart Quix. Dat de kerncentrales langer in werking blijven, juicht hij wel toe. “Iedereen wil alternatieve energie, maar dat is vooral dure energie. Zijn we daarmee gebaat? We hebben die kerncentrales staan. Ze produceren goedkope energie en stoten bovendien amper CO2 uit. Wat is het probleem? We kunnen onze bevoorrading niet garanderen zonder kerncentrales.”

Ook het dossier van de twee grote biomassacentrales die in Gent en Genk zouden komen, houdt de Fedustria-leden bezig. “De centrale in Genk zou vooral draaien op houtpellets. Dat is voor onze houtindustrie een grondstof. Het gaat jaarlijks om meer dan 1,5 miljoen ton hout, dat is enorm veel. Dat zal druk zetten op onze houtbevoorrading, onze grondstofprijs zal stijgen en uiteindelijk zal ook de energiefactuur verder toenemen, omdat die elektriciteit wordt gesubsidieerd met groenestroomcertificaten. Waar zijn we mee bezig, terwijl het ook niet duurzaam is? Het is rechtstreeks bomen opstoken met subsidies”, benadrukt Fa Quix.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content