De jacht op zombiebedrijven is open

ELKE JANSSENS EN SOPHIE JACMAIN "De moeilijkheden bij kmo's komen met Geens' plan sneller in het vizier van het gerecht. Een goede zaak." © KAREL DUERINCKX
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Een grondige hervorming van het vennootschapsrecht zal ertoe leiden dat ondergekapitaliseerde vennootschappen sneller worden opgespoord en uit het economisch verkeer gehaald. De bestuurders van die bedrijven worden harder aangepakt.

België heeft 8930 nv’s en 46.763 bvba’s met een negatief eigen vermogen. Dat blijkt uit cijfers van Roularta Business Information. Die situatie is bij wet verboden. Toch zijn het niet allemaal ‘zombie-bedrijven’, die het best zo snel mogelijk juridisch kaltgestellt worden, meent Elke Janssens, partner van het advocatenkantoor NautaDutilh en gespecialiseerd in vennootschapsrecht. “Veel van hen vormen geen enkel gevaar voor andere bedrijven”, poneert ze (zie kader Doelbewust ondergekapitaliseerd). “Tegen andere moet volgens het vennootschapsrecht wel degelijk worden opgetreden.”

Herstelplan

Het vennootschapswetboek legt maatregelen op als het nettokapitaal (de totale activa verminderd met de provisies en de schulden aan derden) van vennootschappen met de helft daalt of onder de minimumkapitaalvereiste duikt. Dat bedrag is 61.500 euro voor nv’s en 18.550 voor bvba’s. De raad van bestuur moet twee maanden na de vaststelling van de onderkapitalisering een herstelplan voorleggen aan de algemene vergadering.

“Dat kan gepaard gaan met een kapitaalverhoging, de waarborg door een groepsvennootschap of een aandeelhouder”, aldus Sophie Jacmain, de vennoot bij hetzelfde kantoor die insolventiedossiers behandelt voor klanten als onder meer BNP Paribas Fortis, ING en KBC. “Ook kan het bedrijf via de wet op de continuïteit van de ondernemingen proberen een grondige herstructurering door te voeren, terwijl de terugbetaling van kredieten wordt opgeschort.”

De inhoud van het herstelplan is niet publiek. “Het bevat commerciële en financiële informatie die concurrenten of klanten zouden kunnen misbruiken”, aldus Jacmain. “Het bestaan van een herstelplan moet trouwens evenmin worden bekendgemaakt.”

De algemene vergadering kan het herstelplan afkeuren. De raad van bestuur moet dan zijn werk opnieuw doen of de ontbinding van de vennootschap voorstellen aan de algemene vergadering. Als de bestuurders de aandeelhouders niet bijeenroepen of geen herstelplan indienen als de wet dat vereist, worden ze mee aansprakelijk tot betaling van de schulden van de vennootschap. “Dat speelt vooral een rol na een faillissement, als de curator hen ter verantwoording kan roepen”, aldus Jacmain.

Ontbinding als dreigement

Als bovendien blijkt dat het nettokapitaal met driekwart of onder de minimumkapitaalsdrempel is gedaald, kan volgens de vennootschapswet “elke belanghebbende” de ontbinding van de vennootschap vorderen voor de rechtbank van koophandel. “De rechtbank kan de onderneming ontbinden en een vereffenaar aanstellen”, aldus Jacmain. “Het is dikwijls vooral een drukmiddel van schuldeisers, die een snelle betaling willen bekomen.”

Soms leggen bedrijven geen jaarrekening neer om te vermijden dat de moeilijkheden aan het licht komen. Als dat drie keer na elkaar gebeurt, kunnen belanghebbenden ook een ontbinding uitlokken. Ook gaat dan een knipperlicht aan bij de kamers voor handelsonderzoeken, die in de rechtbank van koophandel bedrijven in moeilijkheden opsporen. De verantwoordelijken van de onderneming kunnen de situatie regulariseren. Blijven ze weg of doen ze niets, dan kan de kamer het dossier aan het parket voorleggen om het bedrijf failliet te laten verklaren. “Dat gebeurt zelden, omdat ondergekapitaliseerde ondernemingen geen prioriteit zijn voor het parket”, aldus Jacmain.

Een wetsvoorstel, dat vorige maand werd goedgekeurd door de Kamercommissie Justitie, wil de kamers van handelsonderzoeken daarom een ruimere bevoegdheid geven. Als een onderneming wegblijft als ze wordt gevraagd uitleg te komen geven over haar situatie, of zeven maanden na de afsluiting van het boekjaar geen jaarrekening heeft ingediend, zouden die kamers zelf de ontbinding kunnen aanvragen bij de rechtbank. “Het is een verregaande stap om ondernemingen in moeilijkheden uit de economie te weren”, aldus Janssens.

Hervorming vennootschapsrecht

Het voorstel is nog maar de aanloop van een grote hervorming van het wetboek van vennootschappen, die minister van Justitie Koen Geens (CD&V) voorbereidt. Hij wil de minimumkapitaalvereiste voor bvba’s opheffen. Die op het eerste gezicht paradoxale versoepeling wordt gecompenseerd door een versterking van de bestuurdersaansprakelijkheid in het insolventierecht (zie kader Bestuurdersaansprakelijkheid neemt toe).

“De aanpassing is een goede zaak, want het minimumkapitaal voor kleinere ondernemingen betekent een concurrentienadeel tegenover buitenlandse bedrijven die er niet aan onderworpen zijn”, poneert Janssens. “Buitenlandse bedrijven die met Belgische vennootschappen handelen, begrijpen niets van al die stringente regels.” Normaal gezien moest de nieuwe vennootschapswetgeving voor april klaar zijn, maar Janssens verwacht nog politiek getouwtrek. “Het lobbywerk rond de hervorming van het vennootschapsrecht is enorm”, weet ze.

Doelbewust ondergekapitaliseerd

Niet alle bedrijven met te weinig kapitaal vormen een bedreiging. Het zijn soms dochters van bedrijven die wel een sterke financiële structuur hebben. “Bij een groot contract zal de tegenpartij van zo’n onderneming geen risico willen lopen”, aldus advocaat Sophie Jacmain. “Een waarborg van de sterkere moederholding of een zuster geeft meestal voldoende zekerheid om de relatie te bestendigen.”

Sophie Jacmain behandelt soms dossiers van groepsvennootschappen, die geen jaarrekening neerleggen. “Dan worden ze opgeroepen voor de rechtbank van koophandel en zijn ze verbaasd dat ze uitleg moeten geven waarom hun dochter geen jaarrekening publiceert of te weinig eigen vermogen heeft. Dikwijls zijn het bedrijven met de hoofdzetel in een land als Nederland, waar dochterbedrijven van geconsolideerde groepen geen jaarrekening hoeven neer te leggen als de moedervennootschap hierover een verklaring aflegt. We kunnen die situatie in België dan snel regulariseren door de neerlegging van de jaarrekening van alle afgelopen jaren. Officieel stonden die bedrijven wel geboekstaafd als zombies, terwijl ze springlevend zijn.”

Ondernemingen waarvan de activiteiten zijn stopgezet, worden soms ook kunstmatig in leven gehouden om fiscale redenen. “Dat wordt vaak geadviseerd door de accountants of fiscalisten die dergelijke ondernemingen begeleiden”, weet collega Elke Janssens. “In afwachting van de vereffening blijven ze halve zombies, maar ze vormen geen gevaar voor de economie bij gebrek aan activiteit.”

Bestuurdersaansprakelijkheid neemt toe

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wil het verplichte mimimumkapitaal voor bvba’s afschaffen. Die maatregel wordt gecompenseerd door de versterking van de bestuurdersaansprakelijkheid in de codificatie van het insolventierecht, waaraan zijn kabinet ook werkt.

Als bestuurders bijvoorbeeld een verlieslatende onderneming doelbewust in het handelsverkeer laten opereren (‘wrongful trading‘ volgens de vakliteratuur) kan de curator hen aansprakelijk stellen voor de schade die anderen daardoor leiden.

Ook zal de accountant aan de alarmbel moeten trekken als hij vaststelt dat een onderneming financiële moeilijkheden heeft. Vandaag al legt het Instituut van de Accountants zijn leden op de klant aan te manen een herstelplan uit te werken bij achterstand van btw- of RSZ-betalingen, een negatief eigen vermogen, twee jaar opeenvolgend verlies of te hoge langetermijnkredieten. Als dat binnen een maand niet gebeurt, moet de accountant of de fiscalist in het voorstel van Geens de rechtbank van koophandel verwittigen over de moeilijkheden. Als de onderneming of de adviseur foutief handelt in die verplichtingen, kan hij bij een faillissement volgens het nieuwe wetsontwerp mee aansprakelijk worden gesteld voor de schulden.

Bart Van Coile, de ondervoorzitter van het Instituut van de Accountants: “Onze leden worden zo ingeschakeld als een soort financiële politieagent bij hun klanten. Het is een uitbreiding van onze maatschappelijke taak, die trouwens ook al groter werd via de witwaswetgeving en de wet op de continuïteit van de ondernemingen (WCO).” Het verscherpte toezicht door accountants, vier jaar geleden ingevoerd, had onder meer tot gevolg dat het aantal goedgekeurde WCO-herstelprocedures daalde van 1475 in 2012 naar 727 in 2016.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content