“De industrie heeft nog toekomst in Vlaanderen”

© belga

Fernand Hollevoet, 55, gewezen rijkswachter en topman bij diverse telecombedrijven, kocht een rasecht Vlaams industriebedrijf.

Atcomex en zusterbedrijf Atrefco maken tankwagens voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Zopas werd een tankwagen voor de luchthaven van Frankfurt geleverd. Die tankt 4000 liter per minuut.

Het vergt veel engineeringwerk en daarin zijn beide bedrijven uit Gullegem en Hamme sterk. Trends sprak met de nieuwe gedelegeerd bestuurder en eigenaar Fernand Hollevoet.

U maakt opleggers voor vrachtwagens en tanks voor die wagens. Dat is bijzonder conjunctuurgevoelig, met heel veel spelers en dus lage prijzen. Wat maakt u anders? Hollevoet: “We maken enkel tanks voor wegtransport van gevaarlijke stoffen. We zullen nooit tanks voor voeding maken. In België hebben we twee concurrenten, LAG en Stokota. We zijn op die markt actief in de Benelux en Noord-Frankrijk. Daarnaast maken we wagens voor het voltanken van vliegtuigen. Dat is een wereldmarkt, met vijf grote spelers. Maar we zijn inderdaad heel conjunctuurgevoelig. De cijfers de voorbije twee jaar waren niet goed.” (in 2010 haalde Atcomex een bedrijfsresultaatmarge van amper 1,2 procent op de omzet, nvdr)

De conjunctuur veerde de voorbije maanden krachtig op. Of hebt u alweer last van de komende dip? Hollevoet: “Nee. We zien hoe de markt herleeft. De luchtvaart blijft sowieso een groeimarkt. Niet in België of zelfs Europa, maar in Azië en het Midden-Oosten. Maar ook de individuele brandstofleveranciers en leveranciers van de tankstations zijn een belangrijk deel van onze klanten. Wel, die markt trekt weer aan. Je kunt met een vrachtwagen acht tot tien jaar rijden. Maar na elf jaar moet je hem toch wel vervangen. Een aantal bestellingen werd vorig jaar nog uitgesteld. Maar ze zijn dit jaar dan toch gekomen.”

Maar de belangrijkste groeimarkt is dus de luchtvaart? Hollevoet: “We bouwen nu voertuigen op het tarmac, voor het tanken van vliegtuigen. Een uitbreidingsmogelijkheid is het vaste gedeelte bij het tanken, voor de vliegtuigen aan de pier dus. Daar komt de kerosine uit leidingen in de grond. De technologie hebben we in huis. De pompen zijn dezelfde. Vast of op een vrachtwagen. We kijken wat we doen. Van de 127 luchthavens in India hebben er slechts vier ondergrondse aanvoersystemen. Bovendien bouwt India twintig nieuwe luchthavens. Daarnaast heeft de Indiase luchtmacht duizend nieuwe gevechtsvliegtuigen gekocht.”

U plant een joint venture in India. Dat houdt dan ook een verhuis van de productie in? Hollevoet: “Nee. Maar het grootste nadeel in India zijn de invoerrechten. Als ik vanaf hier afgewerkte producten naar ginds verscheep, zijn ze onbetaalbaar. Daarom willen we ginds assembleren. Maar ik ga in India zeker niet produceren voor de Belgische markt. Want de transportkosten zijn te hoog. En de normvereisten voor de tanks ginds zijn anders dan hier.”

Hans Brockmans en Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content