Luc Huysmans

‘Belgisch voetbal verdient een betere hervorming’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

De hele competitiehervorming is een typisch Belgisch compromis, oordeelt Trends-redacteur Luc Huysmans.

Wat zou Joseph Schumpeter vinden van de hervorming van de Belgische voetbalcompetitie? De Oostenrijkse econoom lanceerde het begrip ‘creatieve destructie’, waarbij de welvaart van de maatschappij als geheel wordt verzekerd doordat innoverende nieuwe bedrijven steeds opnieuw in de plaats komen van gevestigde ondernemingen.

De hervorming die de Belgische voetbalbond vanaf het seizoen 2016-2017 doorvoert, is enkel innoverend in zijn complexiteit. Om maar een voorbeeld te geven: theoretisch kan een ploeg die vierde eindigt in tweede klasse, toch Europees voetbal halen.

Officieel heet het dat de nieuwe regeling, met 24 profploegen, verdeeld in 16 eersteklassers en 8 tweedeklassers, vooral die laatsten ten goede moet komen. Dat gebeurt door hen een groter deel van de tv-gelden toe te kennen (niet zo moeilijk, gezien ze nu amper iets krijgen), en vooral door een stevige rem op te werpen tussen de profploegen en de andere teams, die voortaan tot de Nationale Amateurliga behoren. Promotie is enkel mogelijk indien een ‘amateurploeg’ kampioen speelt én voldoet aan een hele hoop voorwaarden.

Opmerkelijk, want precies die al te strikte scheiding werd in Nederland enkele jaren geleden afgevoerd. Reden: een aantal tweedeklassers nam, in de wetenschap dat ze toch niet konden degraderen, onverantwoorde risico’s in de hoop op promotie. Of er veel verandert in het economische vagevuur van tweede klasse, is dus nog maar de vraag.

Ook tussen eerste en tweede klasse zal er per jaar maar één stijger/daler zijn. Dat is vooral in het voordeel van de eersteklassers. Zij lopen de helft minder risico dat ze na degradatie worden beroofd van de vetpotten van de tv-gelden.

‘Belgisch voetbal verdient een betere hervorming’

Door dat verminderde degradatiegevaar wordt de kloof tussen eerste en tweede klasse jaar na jaar enkel versterkt. De kans dat het voor veel promovendi (overigens niet noodzakelijk de ploeg met het meeste punten, één van de twee rondes winnen volstaat) een retourtje tweede klasse wordt, is levensgroot. Waardoor je de facto een bijna gesloten systeem krijgt.

In se is de hele hervorming een typisch Belgisch compromis. Wie de logica van het zelfbehoud van de (investeerders achter de) bestaande ploegen doortrekt, komt uit bij het Amerikaanse systeem. Daar is een ploeg een franchise, die door de eigenaar willekeurig kan worden verplaatst, waar maximumlonen voor spelers gelden, en waar de laagst geëindigde ploegen eerste keus krijgen bij het aanwerven van aan universiteiten en colleges opgeleide talenten.

Het alternatief is het Europese systeem, dat veel beter aansluit bij de ambitie van het voetbal om te worden beschouwd als een economische sector als alle andere. De consequentie daarvan moet dan ook zijn om daar voluit de economische wetten te laten spelen. Daar horen faillissementen bij, én de kans om vanuit het niets een topploeg op te bouwen. Zoals pakweg het Oostende van Marc Coucke – acht jaar geleden nog vechtend tegen degradatie naar derde – of, in het buitenland, Manchester City, Chelsea en PSG. Het bemoeilijken van promotie en degradatie fnuikt de nodige innovatie in het systeem. Het zou Schumpeter doen huiveren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content