“Belgisch-Amerikaanse Kamer van Koophandel was ten dode opgeschreven”

De prestigieuze Belgisch-Amerikaanse Kamer van Koophandel (BACC) in New York was enkele jaren geleden verworden tot een zieltogende businessclub. De Vlaming Olivier Smekens, een 38-jarige bankier van KBC, heeft ondanks de nodige tegenkanting, de BACC uit het slop gehaald.

“Een van de belangrijke aandachtspunten van de BACC is tonen aan de VS dat we meer zijn dan wafels, chocolade, frieten, bier, Brugse kant en af en toe eens diamant. Die clichés, ik werd er bijna ongezond van”, zegt Smekens aan Trends. “Over nanotechnologie en biotech- of softwarebedrijven werd amper gesproken. Er zijn nochtans enorm veel Belgische geologen die in Houston in de petrochemie werken en ook over heel wat startupentrepreneurs in Silicon Valley wordt niet gesproken. Ik vind dat bijna vernederend voor honderden andere toptalenten die werken in de VS, die van nul een bedrijf willen opstarten en er ook in slagen, maar amper aandacht krijgen.”

Smekens kwam officieel aan het roer van de BACC in januari 2009. “Het was een slapende organisatie. Het aantal leden daalde, de inkomsten gingen drastisch naar beneden. We hebben samen gezeten en gezegd “als we hier niets aan doen en geen sterk nieuw businessmodel ontwikkelen, bestaat de kamer niet meer over drie jaar. Ze was ze ten dode opgeschreven.”

“Ik heb de BACC dan proberen te hervormen van een oude, passieve club die zich richtte op lobbywerk voor grote bedrijven, naar een jonge ondernemersclub die gefocust is op het strategisch adviseren en consulteren van jonge start-ups en entrepreneurs in heel de VS.”

“Dat zou zo moeten zijn voor heel veel Europese kamers van koophandel. Maar al te vaak zijn dat brave, rustige clubs die worden geleid door semi retired old school-ondernemers, die iedere maand wel een glas champagne heffen met de ambassadeur. Maar ik wil geen events club zijn, maar Belgisch ondernemerschap stimuleren.”

Dat de nieuwe structuur van BACC nog niet volledig op poten staat, wijt Smekens deels aan de relatie met de overheidsagentschappen voor buitenlandse handel. “Het is historisch dat de relatie van BACC met de regio’s niet optimaal was”, zegt Smekens. “Daar blijf ik hard tegen vechten. Ik kan niet in anderhalf jaar een positieve constructieve club uitbouwen, die alle Vlamingen en Walen even fijn vinden”.

“We krijgen ook soms de opmerking dat een kamer van koophandel ook Amerikaanse bedrijven moet helpen om te investeren in België. Dat kan wel zijn, maar wij missen daarvoor de resources, zowel in mankracht, geld en tijd. We kunnen niet zowel de dolfijnen en de pinguïns als de Eskimo’s redden.”

Smekens ergert zich vanuit de VS intussen wel mateloos aan de sluipende economische debranding van België. “De grootste marketingblunder die je kunt maken, is om een toch relatief sterke brand, België, te vernietigen en tegelijk twee of drie kleinere merken, Vlaanderen, Wallonië en Brussel, proberen op te bouwen van nul. Dat is nu wel de realiteit en draagt niet bepaald bij tot een positief beeld voor onze Belgische bedrijven.”

“Het heeft ook geen positief effect op het aantrekken van buitenlandse investeringen. De cijfers spreken voor zich. De FDI’s (foreign direct investments) in België zakken als een pudding ineen. Het is niet zo dat onze buurlanden verliezen. Dus er is zonder twijfel iets aan de hand in België.”

Be.L.

Het volledige artikel leest u in Trends van deze week

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content