België krijgt weer meer buitenlandse investeringen

INVESTERINGEN IT is de groeisector van de toekomst, maar België dreigt die trein te missen. © Getty Images
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Vorig jaar hebben buitenlandse investeerders ruim 6100 nieuwe banen aangekondigd voor België, een stijging met 13 procent. Ons land volgt daarmee de trend in andere ontwikkelde landen, voorlopig toch. De toekomst is aan IT-investeringen, en die boot dreigen we te missen.

Buitenlandse bedrijven herontdekken België. Ze kondigden vorig jaar 219 investeringsprojecten aan, goed voor 6133 nieuwe banen. Sedert 2014 was het cijfer stabiel gebleven, of zelfs gezakt. De 6133 jobs in 2017 betekenen een stijging van liefst 13 procent tegenover een jaar eerder (zie grafiek De terugkeer naar boven).

Ook internationaal scoren we niet slecht, volgens de consultant Plant Location International (PLI), die de cijfers bijeenzocht. PLI is gevestigd in Brussel en is een onderdeel van het Amerikaanse concern IBM. Het adviseert bedrijven bij hun keuze van een vestigingsplaats in de wereld. Op de wereldwijde landenrangschikking van nieuwe banen door buitenlandse investeringen staat het kleine België op een eerbare veertigste plaats.

Die rangschikking wordt aangevoerd door grote economieën als de Verenigde Staten, China, Mexico en India. Als we corrigeren voor de omvang van het land, dan doet België het nog beter. In de rangschikking van het aantal nieuwe banen per miljoen inwoners haalde België vorig jaar een behoorlijke 29ste plaats. Daarin zijn de toplanden Servië, Litouwen, Bosnië en Herzegovina, Slovenië en Costa Rica.

Het aantal banen zegt niet alles. PLI bekeek ook de kwaliteit van de gecreëerde jobs. Een baan in de farma levert meer toegevoegde waarde op dan werk in een callcenter. In die rangschikking stond België vorig jaar op een mooie elfde plaats. De top drie bestaat uit Ierland, Singapore en Litouwen. Op de plaatsen 4, 5 en 6 staan Zwitserland, Finland en Nederland. “Farma en chemie, de traditionele leveranciers van buitenlandse investeringen in België, zijn weer in actie geschoten”, legt Roel Spee, het hoofd van PLI, uit. “Het Amerikaanse farmabedrijf Pfizer bijvoorbeeld heeft vorig jaar 300 nieuwe banen aangekondigd in Puurs.”

Automatisering

België zit daarmee in het zog van zowat alle ontwikkelde landen, met de VS op kop. In Europa trokken Duitsland en Frankrijk de kar. Allemaal kenden ze vorig jaar een flink herstel van het aantal banen door buitenlandse investeringen, dankzij de heroplevende economie. Opmerkelijk is de achteruitgang in de opkomende landen. China, Mexico en India konden hun plaats in de wereldwijde top weliswaar behouden, maar gingen niettemin met 20 tot 30 procent achteruit. In Europa kregen Polen en Hongarije stevige tikken.

Hoe komt dat? “Dankzij hun lage lonen konden de opkomende landen de voorbije jaren profiteren van grootschalige, arbeidsintensieve projecten, zoals callcenters. Maar de rek was er vorig jaar uit”, zegt Spee. “Wereldwijd zijn nu kleinere projecten in trek, zoals zakelijke en financiële dienstverlening, en vooral IT. Daar zijn minder mensen voor nodig, zodat de loonkosten een kleinere rol spelen. De lagelonenlanden voelen dat meteen.”

Het afgenomen belang van loonkosten is in principe goed nieuws voor België. Maar ons land blijkt de golf van IT-investeringen mis te lopen. “De IT-investeringen kennen een enorme doorbraak in de ontwikkelde landen”, zegt Spee. “Dankzij de toenemende automatisering is het de groeisector van de toekomst. In Nederland bijvoorbeeld behoort IT tot de top drie van buitenlandse investeringen. In België bengelt IT achteraan. Het levert hier amper 3 procent van de nieuwe banen door buitenlandse investeringen.”

Dat ligt niet aan een gebrek aan kennis. “Met onderzoekscentra zoals imec staat België mee aan de wereldtop”, zegt Koen Gijpers, projectmanager bij PLI. “Maar al die kennis trekt weinig buitenlandse investeringen aan. We hebben geen IT-cluster die investeerders aantrekt. Het is ook een kwestie van marketing. Ondanks al onze kennis, staan we niet bekend als een IT-land.”

Onderspit

België moet het dus hebben van buitenlandse bedrijven die ons land al kennen, zoals Pfizer, of het Chinese Yin Yi, de eigenaar van het voormalige Punch Powertrain in Sint Truiden. Yin Yi zal 450 nieuwe banen creëren bij de producent van versnellingsbakken. Een ander voorbeeld is de Zuid-Afrikaanse papiergroep Sappi, die voor 150 nieuwe banen zal zorgen in Lanaken.

Het lijkt goed nieuws, maar dat is het in feite niet. De bedrijven die zich uitbreiden zijn vaak in Vlaanderen gevestigd, zodat Wallonië en Brussel de uitbreidingsinvesteringen mislopen. Van de 6133 aangekondigde nieuwe jobs vorig jaar, komen er amper 955 in Wallonië en 161 in Brussel. Voor beide gewesten komt het neer op een achteruitgang tegenover 2016, met respectievelijk 9 en 65 procent. Het leeuwendeel van de nieuwe arbeidsplaatsen, 5017, komt in Vlaanderen (+27%).

Juichen doet Vlaanderen maar beter niet. “We zijn te afhankelijk geworden van uitbreidingsinvesteringen”, stelt Spee. “Er komen te weinig nieuwe bedrijven naar ons land. Nieuwe bedrijven kunnen hun vestigingsplaats vaak vrij kiezen, zodat landen moeten knokken om hun projecten. Daarbij delft België meer dan eens het onderspit. Onze hoge loonkosten en zware belastingdruk spelen ons nog altijd parten. We houden dus maar beter onze bestaande buitenlandse bedrijven.”

Jobs, jobs, jobs

Een miljardeninvestering heeft daarom nog geen miljardeneffect op de lokale economie. Dat is de reden waarom Plant Location International (PLI) geen bedragen als maatstaf gebruikt voor buitenlandse investeringen. “Als een buitenlands bedrijf een nieuwe fabriek opzet in België, vloeit een groot deel van het investeringsbedrag terug naar het buitenland, bijvoorbeeld voor de aankoop van Duitse machines”, zegt Roel Spee. “Wij gebruiken het aantal nieuwe banen als maatstaf. Dat geeft een veel beter idee van de impact op de lokale economie. De buitenlandse investeerder moet immers ter plekke mensen aanwerven, en zorgt zo voor lokale welvaart.”


Jobs zijn ook een duidelijke graadmeter voor het engagement van een buitenlandse investeerder. Wie mensen aanwerft, meent het. Dat is anders bij pure beleggingen in aandelen of obligaties van een bedrijf. De belegger kan die stukken morgen weer verkopen. PLI laat ook overnames en fusies buiten beschouwing. Daar draait het vaak om het verwerven van marktaandeel of van technologie. Daarom is een lokaal bedrijf dat in buitenlandse handen terechtkomt, geen onomwonden bewijs voor de aantrekkelijkheid van een land als investeringsplek. Banencreatie is wél zo’n bewijs. PLI baseert zich op aangekondigde nieuwe jobs. Het controleert niet of die aankondigingen ook realiteit worden. “Dat zou ondoenbaar zijn”, zegt Spee.


“Wij registreren investeringsbeslissingen van alle bedrijven wereldwijd. Het gaat om zo’n 15.000 aankondigingen per jaar. Het is onmogelijk die allemaal op te volgen. Al bij al zijn de aankondigingen een goede benadering van de realisaties. Vaak moeten bedrijven hun plannen indienen bij de overheid, en die eist het nodige realisme.”

Het rapport van PLI is vrij beschikbaar op ibm.biz/GLTR2018

België krijgt weer meer buitenlandse investeringen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content