50.000 bedrijven moeten duurzaamheid bewijzen

Jef Poortmans
Jef Poortmans redacteur bij Trends

Europa legt bedrijven nieuwe regels op rond het meten en rapporteren van duurzaamheidsdata. Het moet greenwashing voorkomen en Europese ondernemingen voorgoed op het groene pad zetten. De impact op het bedrijfsleven is groot.

Net voor de zomer klopte de commissie Juridische Zaken van het Europees Parlement een akkoord af dat de komende jaren tienduizenden bedrijven in Europa zal treffen, waaronder enkele duizenden in België. Het gaat om nieuwe regels rond de duurzaamheidsrapportering. Bedrijven zijn al decennia verplicht hun financiën op orde te hebben, daar verslag van te doen en dat te laten controleren door bedrijfsrevisoren. Europa wil dat ze vanaf 2024 hetzelfde doen voor alle duurzaamheidskwesties die voor hen relevant zijn.

Het Instituut van de Bedrijfsrevisoren berekende dat tegen 2026 zo’n 2.500 Belgische bedrijven onder die nieuwe regels vallen. Onder de huidige regels rond niet-financiële rapportering vallen in heel Europa zo’n 11.000 ondernemingen en in België een honderdtal. Met de nieuwe verordening zouden er dat in de Europese Unie meer dan 50.000 worden.

De nieuwe regels worden in fases ingevoerd, maar tegen 2026 zullen ze gelden voor alle beursgenoteerde ondernemingen en voor bedrijven die voldoen aan twee van de volgende drie criteria: meer dan 250 werknemers in dienst hebben, een jaaromzet van 40 miljoen euro of meer draaien, of een balanstotaal van minstens 20 miljoen euro hebben.

Dubbele materialiteit

De nieuwe rapporteringsregels zijn een van de drie pijlers waarop de Europese Unie de vergroening van het Europese bedrijfsleven wil bouwen. Een andere pijler is de befaamde ‘taxonomie’, die bepaalt welke economische activiteiten de stempel duurzaam krijgen en welke niet. De derde zijn nieuwe rapporteringsregels voor de financiële sector, die duidelijk moeten maken hoe duurzaam banken, vermogensbeheerders, verzekeraars en hun producten zijn.

Financiële verslaggeving hebben de bedrijven intussen onder de knie. De duurzaamheidsrapportering zullen ze zich eveneens eigen moeten maken. “Alles begint met een duurzaamheidsvisie en -strategie, die de bedrijven moeten koppelen aan actieplannen om die strategie uit te voeren”, vertelt Dirk Leroy van Sustenuto, een adviesbureau dat ondernemingen en organisaties onder meer begeleidt in duurzaamheidsrapportering.

Cruciaal in de nieuwe Europese regels is de zogenoemde dubbele materialiteit. Dat betekent dat de bedrijven niet alleen kijken naar de impact van hun kernactiviteiten op mens en milieu, maar ook naar de gevolgen die maatschappelijke en milieukwesties kunnen hebben voor hun bedrijfsvoering. Dat verschilt sterk van bedrijf tot bedrijf. Zo zal voor een bierbrouwer waterverbruik een hoge prioriteit hebben in die materialiteitsanalyse, terwijl dat voor een modebedrijf de werknemersrechten van hun onderaannemers zullen zijn.

Jan Beyne, onderzoeker duurzaamheid aan de Antwerp Management School, vindt dat een vooruitgang: “Vandaag wordt vooral inside out naar duurzaamheid gekeken: wat is de ecologische en sociale impact van een onderneming op de mens en het milieu, zoals de CO2-uitstoot of schendingen van de mensenrechten? Er is veel meer inzicht nodig in de impact outside in: wat zijn de financiële risico’s voor een bedrijf als gevolg van duurzaamheidsontwikkelingen als migratie, inclusiviteit, klimaatverandering of het verlies aan biodiversiteit? Dat is natuurlijk niet makkelijk in te schatten. Daarvoor is veel meer onderzoek nodig.”

Een bedrijf dat nog niet op die manier verslag doet over die thema’s, moet eerst die dubbele materialiteitsanalyse doen. “Daarna hangt het daar prestatie-indicatoren aan vast, die het via gegevensverzameling kan meten”, raadt Dirk Leroy aan.

Om die analyse te kunnen doen, moeten de bedrijven in gesprek gaan met hun stakeholders. Dat zijn alle partijen die van dichtbij of veraf geraakt worden door de bedrijfsactiviteiten. “Daaruit zal naar voren komen op welke duurzaamheidsthema’s een bedrijf het meeste impact heeft en aan welke thema’s zijn stakeholders het grootste belang hechten. Daar moet de onderneming in haar strategie en actieplannen vooral op focussen”, legt Leroy uit.

Transparantie is een ander doel en gevolg van de nieuwe rapporteringsregels. “Die duurzaamheidsgegevens zullen voor iedereen toegankelijk zijn. Daarmee wordt een groot manco van de huidige regels verholpen. Dat zal het ook mogelijk maken bedrijven op het gebied van duurzaamheid met elkaar te vergelijken”, zegt Arie Van Hoe, die voor het Verbond van Belgische Ondernemingen het thema volgt. Die transparantie is aan te moedigen. “Ondernemingen moeten op een correcte manier rapporteren. Doen ze dat bewust niet, dan lopen ze het risico beschuldigd te worden van greenwashing.”

De duurzaamheidsgegevens die bedrijven zullen moeten verzamelen en rapporteren, zullen via een Europees dataplatform digitaal beschikbaar zijn. Europa zal dus één enkele databank hebben met duurzaamheidsdata van bedrijven. Voor financiële bedrijfsgegevens bestaat zoiets niet op Europees niveau.

Standaarden en audits

Nieuwe regels vergen nieuwe standaarden en criteria, waartegen de prestaties van bedrijven worden afgemeten. Die zijn volop in ontwikkeling. “Ze worden uitgewerkt door een adviesraad, die de Europese Commissie heeft aangesteld”, verduidelijkt Arie Van Hoe.

Die criteria zullen een extra inspanning vergen van bedrijven. “De nieuwe standaarden leren kennen, daar datapunten voor verzamelen en dat allemaal in een rapport presenteren zal veel vergen van de bedrijven. Dat is een proces van jaren. Maar het is een waardevolle oefening, die de ondernemingen toekomstbestendig maakt”, zegt Van Hoe. “Het streefdoel van die standaarden moet rechtszekerheid zijn. Ze moeten zo duidelijk mogelijk zijn.”

“Die standaarden sporen bedrijven aan te bewijzen dat hun activiteiten in lijn liggen met de Europese duurzaamheids- en klimaatdoelstellingen voor 2030 en het uiteindelijke doel van klimaatneutraliteit tegen 2050”, voegt Dirk Leroy van Sustenuto toe.

Regels zijn niets zonder controle erop, en dus zijn ook nieuwe controle-instanties en -mechanismen nodig om de groene bedrijfsrapporten tegen het licht te houden en goed te keuren. Net zoals financiële cijfers een audit vergen, moet er ook een audit komen voor de duurzaamheidscijfers. Daarvoor kijkt Europa voorlopig naar de financieel revisoren. Zij zijn de partij bij uitstek om die taak op te nemen, al staat het elke lidstaat vrij die nieuwe auditmarkt voor duurzaamheidsrapportering open te stellen voor andere partijen.

“Het takenpakket van bedrijfsrevisoren wordt daarmee uitgebreid”, zegt Patrick Van Impe, de voorzitter van het Belgische Instituut van de Bedrijfsrevisoren. “In eerste instantie zullen ze zich buigen over hoe een bedrijf zijn duurzaamheidsdata verzamelt en welke zekerheden het geeft dat die gegevens kwalitatief oké zijn. De auditors zullen eerst en vooral naar het proces van die rapportering kijken en daar een oordeel over geven. In een volgende fase zullen ze bekijken of het rapport zelf en/of de prestatie-indicatoren, getallen en procenten die daarin staan, kloppen.”

Elia – ‘Alles begint bij de juiste cultuur’

De netbeheerder Elia doet al enkele jaren een uitvoerige dataverzameling, meting en rapportering van alle aspecten rond duurzaamheid die belangrijk zijn voor het bedrijf. Die ervaringen zijn nuttig voor bedrijven die daar hun eerste stappen nog in moeten doen.

“Alles begint bij de cultuur”, zegt Pierre-Henri D’Haene, hoofd duurzaamheid bij Elia. “Het vergt een culturele verandering om iedereen in het bedrijf zover te krijgen dat ze zoiets niet langer zien als een bijkomende taak of een last, maar als een deel van de inspanning die bedrijven moeten leveren in de bredere context waarin het niet zo goed gaat met het klimaat en het milieu. Mensen moeten het waarom van een dergelijke rapportering begrijpen.”

Wanneer dat besef er is, kunnen bedrijven concreet aan de slag. “De volgende stap is een matrix op te stellen waarin je de prioriteiten op het gebied van duurzaamheid van het bedrijf en de stakeholders rangschikt”, zegt hij. “Daarna kun je kijken welke data en doelstellingen je daarover al hebt en hoe je de kloof dicht met wat onder de nieuwe regels nodig zal zijn.”

Op die manier rapporteren heeft het bewustzijn van het bedrijf verruimd. “Vroeger deden we in onze rapporten vooral verslag van de activiteiten die we hadden ondernomen op het gebied van duurzaamheid. Nu is die rapportering meer een spiegel die we onszelf voorhouden en die laat zien hoe wij, als bedrijf, impact hebben op duurzaamheidsthema’s en de samenleving, en andersom”, zegt Marleen Vanhecke, hoofd communicatie.

Duurzaamheidsrapportering is iets dynamisch, waaraan continu nieuwe doelen worden toegevoegd of uit weggehaald. “Een recente parameter die we hebben toegevoegd, is de impact van extreem weer op onze installaties en hoe we ze daartegen kunnen beschermen”, verklaart Vanhecke. “Een andere is onze impact op het leven onder water. We zetten veel installaties op zee, dus hebben we bekeken hoe we de betonnen fundamenten daarvoor zo kunnen vormgeven dat ze de bloei van bepaalde vis- en andere onderwatersoorten stimuleren.”

Roularta – Eerst het kader, dan de doelstellingen

Ook het mediabedrijf Roularta verzamelt en rapporteert sinds een paar jaar duurzaamheidsdata die relevant zijn voor de bedrijfsvoering. “Wij verzamelen al heel veel data, die we continu meten en waarover we regelmatig rapporteren”, zegt duurzaamheidsverantwoordelijke Ingeborg Locy. “En we zijn in blijde verwachting van de nieuwe standaarden waaronder we dat in de toekomst zullen doen.”

Onze doelstellingen hebben we vastgelegd met inspraak van alle stakeholders, intern en extern’ – INGEBORG LOCY

Voorlopig gebruikt Roularta de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen (sustainable development goals of SDG’s) van de Verenigde Naties. “We hebben vier SDG’s naar voren geschoven als prioriteit. Voor elk van die vier hebben we tientallen doelstellingen ontwikkeld, waar we naartoe werken”, zegt ze. “Zo heeft de drukkerij heel sterk aan haar energieverbruik gewerkt, met stevige doelstellingen en een energieteam dat daar constant over waakt. Het belangrijkste is dat je een kader hebt en dat concreet in doelstellingen giet, zodat je weet waar je naar streeft.”

“Daarnaast neemt Roularta zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid door zijn lezers via de verschillende mediatitels te bewust te maken rond duurzaamheid en hen aan te zetten tot actie. Dat kadert binnen de SDG rond onderwijs”, klinkt het.

“Zo heeft bijvoorbeeld het vrouwenmagazine Flair een label voor alles rond duurzame make-up. Of krijgen alle artikelen rond duurzaamheid het label Happy Planet.”

Ook de stakeholders zijn belangrijk. “Die doelstellingen hebben we vastgelegd met inspraak van alle interne stakeholders. Het zorgt ervoor dat iedereen met concrete voorstellen komt, hoe klein ook, die de doelstellingen dienen. Zoals bijvoorbeeld iets in zwart-wit printen in plaats van in kleur”, zegt Ingeborg Locy.

Maar ook externe stakeholders moeten bij dat proces betrokken worden. “Dat gaat van leveranciers met wie we aankoopcharters aangaan om ze mee te nemen in dat duurzaamheidstraject, tot de buurtbewoners rond de drukkerij voor wie we een aanspreekpunt zijn en die regelmatig langskomen om op de hoogte te blijven van onze activiteiten.”

Partner Content