Koen Dejonckheere (Gimv): “De versnipperde Europese kapitaalmarkt wiegt ons in slaap”

© belga
Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Bedrijven als Cmosis, Xeikon en Mobile Vikings zijn gegroeid op Vlaamse bodem en komen nu in handen van grote spelers, al dan niet uit het buitenland. Ongerust moeten we daarover niet zijn, zegt Koen Dejonckheere, de CEO van de investeringsmaatschappij Gimv.

Met Cmosis, Xeikon en Mobile Vikings gaan weer enkele Vlaamse beloftevolle bedrijven de deur uit. Mogen we spreken van een uitverkoop?

Koen Dejonckheere: “Dat is een veel te enge voorstelling van zaken. Die drie dossiers weerspiegelen een bredere trend in de economie, de digitalisering. Die zal binnen drie à vijf jaar de kaarten drastisch hertekenen in veel sectoren. Klassieke spelers hebben de keuze: zelf digitale activiteiten ontwikkelen, of overnames doen in de digitale sector. Dat laatste gaat sneller en je realiseert onmiddellijk synergie met je eigen activiteiten. Spelers met een gezonde cashflow kunnen tegenwoordig goedkoop lenen om een overname te financieren. Ook voor de overgenomen bedrijven is een overnamescenario voordelig: zij hoeven zich niet aan avonturen te wagen om groeifinanciering te vinden en het op hun eentje te proberen.

“In de Verenigde Staten loopt het enigszins anders. Digitale spelers als Uber en Airbnb ontstaan en groeien op eigen houtje, omdat ze forse bedragen kunnen ophalen op de grote Angelsaksische kapitaalmarkt. Het is daar zaak een zeer hoge waardering te scoren, dan kun je meer ophalen. Met dat geld doe je vervolgens overnames. In Europa is de kapitaalmarkt te versnipperd om er grote bedragen op te halen. Wij moeten het hebben van allianties tussen digitale bedrijven en klassieke spelers met een verworven marktaandeel.”

Speelt dat verschil tussen Europa en de Verenigde Staten in ons voordeel? Of juist niet?

Er is veel spaargeld in Vlaanderen, maar het raakt niet geïnvesteerd in durfkapitaal, of in aandelen tout court

Dejonckheere: “Voor een goeie start-up kun je vandaag geld vinden in Vlaanderen, maar de financiering van doorgroei lukt ons veel minder. In de Verenigde Staten is de geldvijver gewoon veel groter. Dat trekt tot ver buiten de grenzen bedrijven aan. Zelfs Australische ondernemingen willen een beursnotering in Wall Street. De fragmentatie van de Europese kapitaalmarkt beschermt ons tegen grote schokken, maar wiegt ons ook in slaap. Er zullen kolossen ontstaan met Angelsaksisch geld. Enkele daarvan zullen niet overleven, en de winnaars kennen we nog niet. Maar het vuurwerk is aangekondigd. We zijn gedoemd erin mee te gaan.”

Maakt het kleine Vlaamse risicokapitaal een kans in die wedstrijd?

Dejonckheere: “Onze onderzoekscentra zijn onze ruggengraat. Ik denk aan het Vlaamse Instituut voor Biotechnologie, aan imec voor nanotechnologie en aan de research aan onze universiteiten. Al dat onderzoek moeten we valoriseren, en daar is meer kapitaal voor nodig. Hoeveel winst naar het buitenland gaat, hangt van de Vlamingen af. Hoe meer zij investeren, hoe meer winst ze incasseren. Er is veel spaargeld in Vlaanderen, maar het raakt niet geïnvesteerd in durfkapitaal, of in aandelen tout court.”

Durfkapitaal is een riskante belegging. Dat kun je niet van alle Vlaamse spaarders verlangen.

Dejonckheere: “Absoluut. Durfkapitaal is een groot risico. Maar het is wellicht nog riskanter om geen enkel risico te nemen. De nieuwe bedrijven zullen de banen creëren voor onze kinderen, en onze kinderen zullen onze pensioenen betalen. We moeten ons daarover geen illusies maken.

“De vraag is of Vlaanderen zijn kennis en technologie kan clusteren en dat ook financieel kan ondersteunen. Dan spreek ik niet eens over de grote bedragen. Zodra het gaat over honderden miljoenen euro’s, heb je investeerders van een internationaal kaliber nodig. Daarom moeten we ook werk maken van een efficiëntere Europese kapitaalmarkt.”

Vroegen waren de banken en de verzekeraars grote leveranciers van risicokapitaal, maar dat mag niet meer van de regulatoren.

Ik hoop dat pensioenfondsen een beetje geld mogen vrijmaken voor investeringen in durfkapitaal en aandelen

Dejonckheere: “De regulatoren zijn nog altijd onder de indruk van de financiële crisis, en terecht. Maar de nieuwe regelgeving laat zelfs geen voorzichtige investeringen in risicokapitaal of aandelen toe. Ongetwijfeld zijn de regulatoren verstandige en bezorgde mensen. Maar als we twintig of dertig jaar wachten met risico nemen, zullen we een aantal boten missen. Dat zal ons veel meer spijten dan wanneer we vandaag een stukje investeren in durfkapitaal. Ik denk ook aan de pensioenfondsen, zij hebben het meeste spaargeld op lange termijn. Ik hoop dat ze een beetje geld mogen vrijmaken voor investeringen in durfkapitaal en aandelen.”

Daar gaan onze pensioenen.

Dejonckheere: “Ik spreek over een klein beetje geld. Kijk gewoon naar de bedragen die uitstaan op de risicokapitaalmarkt. Gimv heeft een marktkapitalisatie van 1 miljard euro. Bij de Belgische spaarboekjes spreek je gemakkelijk over honderden miljarden euro’s. Als daarvan slechts een paar procenten naar risicokapitaal vloeien, krijg je een andere wereld. In absolute termen gaat het over zeer grote sommen, in relatieve termen zijn het kleine bedragen. Dat besef dringt niet door. Ons spaargeld komt wel in hypothecaire leningen of bedrijfskredieten terecht, maar investeringen in aandelenkapitaal zijn er te veel aan. Wij hebben geen voldragen durfkapitaalmarkt, toch niet op de maat van onze spaarberg. Zo dreigen we de diepe trends in onze economie te missen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content