Zijn goudproducenten opnieuw bullish?
Producenten kopen de grondstoffen die ze nodig hebben via termijncontracten. Dankzij die contracten kopen ze vóór een prijsstijging en verkopen ze vóór een prijsdaling.
Een producent van chocolade koopt de cacao die hij nodig heeft via termijncontracten. Een producent van snoepgoed weet precies wanneer hij zijn suikervoorraden moet opbouwen. De opvolging van al die termijncontracten gebeurt via de US Commodity Futures Trading Commission (CFTC). Die Amerikaanse commissie werd in 1974 opgericht, om opties en futures te regulariseren en te controleren. In de beginjaren rapporteerde die instantie maandelijks, sinds 2000 doet ze dat wekelijks. Haar rapporten – de Commitment of Traders Reports (COT’s) – bevatten de gegevens van alle transacties in termijncontracten.
Er zijn drie soorten kopers en verkopers van termijncontracten: de producenten; de banken en de institutionele beleggers; en de kleine handelaars. De producenten kopen en verkopen met het belang van hun onderneming voor ogen. Door de aankoop van een termijncontract kunnen ze bijvoorbeeld hun aankoopprijs bevriezen. Stijgt de marktprijs verder, dan kunnen ze hun waren aankopen tegen de lagere prijs die werd vastgelegd in het contract.
Wanneer producenten vrezen dat de prijzen van hun koopwaar gaan dalen, beschermen ze die door de verkoop van termijncontracten. Anders gezegd: ze gaan hun koopwaar ‘hedgen’. Ze moeten de waar leveren op de vervaldag van het termijncontract tegen de prijs die is vastgelegd in het contract. Die kan hoger zijn dan de marktprijs, als die ondertussen is gedaald.
Een producent doet al het mogelijke om zijn onderneming zo winstgevend mogelijk te maken. Doordat ze over de hele wereld contactpersonen hebben, zijn ze het beste geplaatst om prijsfluctuaties in te schatten. De andere twee partijen kopen en verkopen op relatief korte termijn. Ze schaffen zich de onderliggende waarde van het termijncontract nooit echt aan. Hun enig doel is winstbejag. Het zijn kortetermijnspeculanten.
Er zijn meerdere mogelijkheden om COT’s te analyseren. Een ervan is de COT Net Position Index. Die studie is toepasbaar op alle termijncontracten. De COT Net Position Index berekent de relatieve sterkte van het verschil tussen long- en shortposities over drie jaar. Zo bereikte het goud in augustus 2011 een top tegen 1924 dollar per ounce. Op de grafiek is duidelijk te zien dat de producenten hun goud tegen die prijs massaal hebben gehedged: ze hebben massaal termijncontracten verkocht (‘short’).
Telkens als goudprijs de voorbije zeven maanden terugviel tot 1550 dollar per ounce, piekte de COT Net Position Index boven de 90 punten (‘long’ op de grafiek) en steeg de goudprijs met 250 dollar per ounce tot 1800 dollar per ounce. Het goud nadert de belangrijke steunlijn (S1). Valt het goud door die steunlijn, dan volgt de horizontale steunzone 1500-1550 dollar per ounce. Gaan we ook daaronder, dan zullen trendliefhebbers massaal uitstappen.
Toch is een ommekeer mogelijk. Als de COT Net Position Index (95 op 1 april 2012) een aantal weken na elkaar piekt op 100 – zoals in december 2008 – dan zijn de steunen een instapmoment. De producenten zijn dan opnieuw bullish.
Paul Gins, zaakvoerder CompuGraphics nv
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier