Macro-economische boekhouding laat iets vreemds zien

De macro-economische boekhouding laat volgens Bank Degroof iets vreemds zien. De belangrijkste indicator is de schommeling van het bbp, dat wil zeggen de schommeling in de rijkdom (of de toegevoegde waarde) die een land in een jaar tijd creëert.

Bij de berekening van het bbp, en dus van de schommeling ervan, wordt geen rekening gehouden met de vernietiging van het menselijke en fysieke kapitaal ten gevolge van een aardbeving.

De inspanningen die moeten worden geleverd om het fysieke kapitaal opnieuw op te bouwen, dat wil zeggen de heropbouw van woningen, bedrijven en infrastructuur, maakt wel deel uit van het bbp en dus van de maatstaf van de economische groei.

Daaruit vloeit voort dat een natuurramp zoals in Kobe op korte termijn een directe negatieve invloed heeft op de schommeling van het bbp.

Maar ze heeft een gunstige invloed zodra de inspanning om het land herop te bouwen belangrijker wordt dan de verstoring van de activiteit.

Dat is volgens Bank Degroof niet het enige rare aan de macro-economische boekhouding. Voor die boekhouding heeft een euro die in de heraanleg van een weg geïnvesteerd wordt evenveel waarde als een euro die naar onderwijs of research gaat.

Over tien jaar zal het productiepotentieel van de economie de vruchten plukken van wat nu voor de heropbouw moet worden uitgegeven of van wat nu geïnvesteerd wordt in activiteiten die extra toegevoegde waarde creëren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content