Klassieke industrie begint opnieuw aan belang te winnen

De term ‘herindustrialisatie’ begint hier en daar op te duiken en slaat op het fenomeen waarbij in zgn. ‘post-industriële’ landen de klassieke industrie opnieuw aan belang begint te winnen.

Voor vele economen is dit vergelijkbaar met neutrino’s die sneller dan licht bewegen, en de aanwijzingen ervoor zijn gebaseerd op zeer erg voorbarige cijfers.

Maar een blik op de meest recente Amerikaanse tewerkstellingscijfers deed de analisten van Aphilion er toch onwillekeurig aan denken.

In die beruchte “non-farm payrolls” voor April scoorde ‘manufacturing’ opnieuw positief (in een al bij al teleurstellend rapport). Dit betekent dat er in april opnieuw netto arbeidsplaatsen bijgekomen zijn in de Amerikaanse industrie, en dat voor nu al bijna de 20e maand op rij.

Hogere energieprijzen zijn verantwoordelijk

De voorbije 20 jaar kunnen Jan Holvoet en Nico Goethals zich nochtans enkel negatieve cijfers hiervoor herinneren, stelling die door de charts bevestigd wordt. Of de cijfers meer zijn dan een cyclische opleving moet natuurlijk nog afgewacht worden, maar toch worden er al dure theorieën aan gewijd. Vooral de structureel duurdere energieprijzen (transport) worden dan als oorzaak aangehaald.

Die zouden het globaal economisch model gebaseerd op vrije internationale handel, delocalisatie, etc. op de helling zetten. Ook het opmerkelijke succes van Duitsland wordt vaak terloops mee in de vergelijking opgenomen. Voorbarig, maar daarom niet oninteressant.