Het pessimisme op de oliemarkt is terecht
‘Het forse herstel van de olieprijs boven 30 dollar in de afgelopen week dreigt niet te zullen standhouden’, zegt Danny Reweghs, directeur strategie Inside Beleggen.
Op maandag 9 maart beleefden we een historische dag op de oliemarkt. De olieprijs kelderde met meer dan 20 procent nadat Saudi-Arabië zich boos had gemaakt. Dat doet terugdenken aan de periode tussen het najaar van 2014 en het begin van 2016, toen de olieprijs ook in een behoorlijk korte tijd een enorme duik nam, van 115 naar 28 dollar. Deze keer is de prijs van een barrel (een vat van 159 liter) ruwe Brent-olie uit de Noordzee met een rotvaart van 70 naar 22 dollar gevallen.
Gezworen vijanden
Dat bevestigt dat er met de Amerikaanse schalieolieproductie het afgelopen decennium een serieuze olifant in de porseleinwinkel van de wereldwijde oliemarkt is gekomen. Het maakte van de Verenigde Staten de grootste olieproducent ter wereld en deed de OPEC, de organisatie van olie-exporterende landen, haar greep op de oliemarkt grotendeels verliezen.
Dat leidt tot een regelmatig terugkerende nervositeit, zeker in zo’n heterogene organisatie met zelfs gezworen vijanden als Saudi-Arabië en Iran. Het werd de sjeiks van Saudi-Arabië al een keer eerder te veel en ze draaiden de oliekraan in 2014-2015 volledig open om de bloeiperiode van de schalieolieproductie in de Verenigde Staten te counteren. Het deed de begroting van Saudi-Arabië diep in het rood gaan.
Dat leidde in 2016 in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen tot een historisch akkoord om de olieproductie met 1,8 miljoen vaten per dag te verminderen. Het was historisch omdat het al decennia geleden was dat de OPEC tot een akkoord over een productiebeperking was gekomen. OPEC+ ontstond toen ook. Andere olieproducerende landen onder leiding van Rusland sloten zich aan bij het akkoord om de productie te verminderen.
Nog geen nieuw evenwicht
Maar er bleef een latent probleem van overaanbod op de internationale oliemarkten. Dat komt weer aan de oppervlakte door de uitbraak van covid-19. Het coronavirus deed eerst China – de belangrijkste invoerder van olie – heel wat minder olie afnemen. Daarna was er een verspreiding over de rest van het noordelijke halfrond, wat ook daar de economische activiteit aan banden legde.
Een productiebeperking van de OPEC+ was onvermijdelijk. Saudi-Arabië wilde dat de OPEC-landen 1 miljoen vaten per dag minder zouden oppompen, maar Rusland zei njet tegen het voorstel dat het zijn productie met 500.000 barrels zou verlagen. Waarop het grote woestijnland uit het Midden-Oosten voor de tweede keer de oliekraan volledig opendraaide, op een moment dat de vraag een nooit eerder geziene daling onderging. Het gevolg: een duik in de olieprijs.
Lang kon dat koppig gedrag niet blijven duren. Met veel moeite kwam er net voor Pasen een akkoord tot een productiebeperking van de OPEC+ met 10 miljoen vaten per dag. Maar de vraag is sterker gedaald door de wereldwijde lockdown. Het forse herstel boven 30 dollar in de afgelopen week dreigt niet te zullen standhouden. We wikken en wegen de kansen van de olie- en de oliedienstenaandelen. Een normalisering richting een evenwichtsprijs op langere termijn van 50 tot 60 dollar lijkt ten vroegste voor 2022.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier