Het onzekere lot van de meerwaarde op aandelen
Veel beleggers beginnen stilaan te geloven dat we aan de vooravond van een heuse heropleving van de aandelenmarkten staan. Blijven de aandelenwinsten buiten schot van de fiscus na de besparingsmaatregelen van de regering-Di Rupo?
Al enige weken kijken de beurzen naar boven, ondanks de eurosoap, de Griekse tragedie, geopolitieke risico’s zoals Iran, de wisselkoersretoriek van Brazilië en Japan en het inflatiespook. Worden de markten echt bullish?
De Belgische aandelenbelegger is grotendeels aan het fiscale opbod van de regering-Di Rupo ontsnapt. Grotendeels, want de belastingen – in de vorm van beurstaksen – zijn ook voor hem duurder geworden. Verder werd het verlaagde tarief van de roerende voorheffing op dividenden opgetrokken van 15 tot 21%.
Voor het overige valt het mee – vooral omdat Di Rupo oorspronkelijk een belasting van 50% op de meerwaarde van aandelen in petto had. U leest het goed. Gelukkig is die belasting er niet gekomen. Alles bleef bij het oude: dividenden worden in principe belast tegen 25%; de meerwaarde op aandelen is voor de particulier belastingvrij. Tenminste, op voorwaarde dat hij belegt als een goede huisvader.
Dat laatste verdient een woordje uitleg. Wanneer belegt iemand als een goede huisvader? En wat gebeurt er als hij niet blijkt te handelen als een goede huisvader? Die laatste vraag is gemakkelijk te beantwoorden. Als een particulier speculatief omgaat met aandelenbeleggingen, wordt de meerwaarde die hij of zij daarbij realiseert belast tegen 33%. Dat is een heel stuk meer dan de belasting op interest (21%) of een dividend (21% of 25%). En een immens verschil met de belastingvrijstelling van de meerwaarde die wordt gerealiseerd door de belegger die handelt als een goede huisvader.
Op de vraag wanneer iemand als goed huisvader handelt en wanneer niet, is jammer genoeg geen zwart-witantwoord te geven. Een positief punt is dat de fiscus aanvaardt dat een beursmeerwaarde ook niet-speculatief kan zijn (Comm. IB, nr. 90/8, 4°). Sommigen stellen immers dat een beursbelegging per definitie speculatief is. Dat is natuurlijk niet zo en de fiscus erkent dat. Een goede huisvader moet zijn beleggingen immers diversifiëren. Dat betekent dat hij moet kunnen investeren in een huis, aandelen, obligaties enzovoort.
Maar wanneer wordt de grens overschreden en wordt de goede huisvader een speculant? Bij die beoordeling wordt ieder geval individueel bekeken. De rode draad is of de belegger risico’s neemt waardoor hij zijn privévermogen in gevaar brengt. Met geleend geld aandelen kopen is bijvoorbeeld uit den boze. Ook daytraders zijn soms speculatief of zelfs beroepsmatig bezig. Eigenlijk moet je je afvragen wat een normale goede huisvader in die omstandigheden zou doen. Zodra je dat pad verlaat, is je fiscale lot onzeker.
Dat is de huidige visie. Maar gaat dat ook zo blijven? De Belgische overheid heeft veel geld nodig. De belastinginkomsten vallen tegen en de economische groei ook. Ondertussen zwelt de overheidsschuld aan. Dus moeten er maatregelen worden genomen. De eeuwige vraag is of de inspanningen zullen moeten gebeuren aan de inkomsten- of aan de uitgavenzijde. Het decemberakkoord voorzag in een evenwicht tussen beide. De nieuwe miljarden zullen dus vermoedelijk ook evenwichtig worden gezocht. Belastingverhogingen liggen in het verschiet. Daarbij ligt de meerwaardebelasting weer op tafel. Het wordt voor de belegger dus weer bang afwachten.
Anton van Zantbeek, advocaat Rivus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier