Grote euforie afgewisseld door zware ontgoochelingen bij Option

Het beursparcours van het Leuvense Option kenmerkt zich volgens Arnaud Delaunay van Leleux door periodes van grote euforie en zware ontgoochelingen.

Wat is er aan de hand? In augustus 2003 werd Option op de beurs geïntroduceerd aan 1,25 euro, het aandeel piekte op 24 euro in 2006 en vervolgens zakte het af naar het niveau van de “penny stocks” (aandelen met een koers lager dan 1 euro) op het einde van 2009.

Momenteel noteert Option rond 0,30 euro en de verhandelde volumes zijn laag (een daggemiddelde van 20.000 verhandelde aandelen, meestal transacties van “traders” die zeer snel in- en uitstappen in aandelen die aan minder dan 1 euro noteren).

De instorting begon in september 2006 toen Nokia een contract voor draadloze apparaten met Intel in de wacht sleepte.

Speculatieve waarde verdween uit koers Option

Hierdoor verdween de “speculatieve waarde” die op toeleveranciers uit de telecomsector werd gekleefd omdat een mogelijke samenwerking tussen Option en Nokia hierdoor volledig van de baan was.

Naast deze daling leed Option vooral onder de sterke concurrentie (legale en illegale) van haar Chinese tegenhangers.

Eind 2010 heeft Option dan ook beslist om klacht in te dienen (via de Europese Commissie) wegens dumping, dit wil zeggen de verkoop met verlies door enkele Chinese bedrijven.

“Pschitt” Met deze klanknabootsing kan volgens Arnaud Delaunay het best de “groei” van de inkomsten van het bedrijf Option aangegeven worden. In het boekjaar 2007 klom de omzet tot 300 miljoen euro, in 2009 was de omzet reeds gezakt tot 150 miljoen euro en eind 2011 was de omzet verschrompeld tot 49 miljoen euro. Dit is een deling door 6 in 5 jaar tijd.

Hetzelfde verhaal geldt voor de winstontwikkeling van de Leuvense groep: de nettowinst was nog postief op het einde van 2007 (6,40 miljoen euro), eind 2011 werd er echter een verlies van 2,86 miljoen euro opgetekend.

Maar vanuit fundamenteel standpunt is niet alles slecht: de omzet die gehaald werd uit de verkoop van software (producten met zeer hoge marges) heeft toegelaten de brutomarge significant te verhogen: tot 62% eind 2011 tegen 25% één jaar voordien.

En de operationele kasstroom bedraagt 6 miljoen euro en dit stemt nagenoeg overeen met één derde van de openstaande leveranciersschulden.

Maar ondanks dit alles is de kaspositie (liquide middelen plus snel in cash omzetbare effecten) eind 2011 tot 25,2 miljoen euro gestegen en dit stemt overeen met de huidige marktkapitalisatie. Een teken dat de groei niet op de afspraak is!

Een speculatief aandeel dat door de markt correct gewaardeerd wordt

Een paar weken voor de publicatie van de jaarresultaten 2011 kende de koers een mooie stijging met meer dan 90%, alvorens terug te vallen tot op de zeer belangrijke steun van 0,30 euro. Deze belangrijke steun valt samen met de intrinsieke waarde van de onderneming (die wij op 0,32 euro ramen).

Zodoende gaan volgens Arnaud Delaunay de technische en fundamentele analyse hand en hand en zijn beide het erover eens dat het aandeel aan de “juiste prijs” noteert.

Aan 0,30 euro biedt dit aandeel een mooi instapmoment aan beleggers die willen inzetten op de groei van het orderboek van de Leuvense telecomtoeleverancier.

Maar eens te meer wil Arnaud Delaunay er op wijzen dat beleggers voorzichtig moeten zijn voor de lage liquiditeit en het speculatieve karakter van dit aandeel dat op één dag tijd 10% kan verliezen/winnen.

Ter vervollediging van deze analyse is het belangrijk op te merken dat de resultaten van het eerste kwartaal (eind april gepubliceerd) in lijn met de verwachtingen waren. Nu rest de vraag of het bedrijf genoeg groei kan vinden om opnieuw in de zwarte cijfers te komen. Houden, zo luidt het advies van Delaunay.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content