Financiële markten moeten met het onwaarschijnlijke blijven rekening houden
De S&P 500 index is dankzij de stijging vorige week weer in het kwadrant van ‘bodemvorming’ beland, hetgeen per definitie als een gunstig proces moet worden beschouwd voor de opwaartse ambities onder beleggers die hopen op een eindejaarsrally of nieuwjaarsrally.
De mogelijkheid bestaat volgens Loef Technische Analyse dat met de laatste bodem het fundament is gelegd voor hogere aandelenkoersen, maar tegelijkertijd is het ook een bekend fenomeen dat hoe langer de cyclische kracht wordt weerstaan, des te groter de reactie kan uitvallen als de opgebouwde spanning zich ontlaadt.
In de periode tussen juli 1984 en augustus 1987 steeg de S&P 500 index met 128,6%, waarna een heftige reactie optrad. De S&P 500 index is sinds maart 2009 met 121,1% gestegen en vertoont in de onderliggende indicatoren in grote lijnen een spanningsveld tussen vraag en aanbod die tot voorzichtigheid dwingen.
De afloop hoeft nadrukkelijk niet dezelfde te zijn, maar de schrijver van het boek ‘The Black Swan’ – Nassim Taleb – heeft al eens gepleit om met het onwaarschijnlijke rekening te houden, hoe onwaarschijnlijk een scenario ook kan worden beoordeeld. Loef publiceert zijn analyses in opdracht van Theodoor Gilissen Bankiers.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier