Europa krijgt met vijf crisissen tegelijk te maken
De Europese Commissie die wakker schiet, Duitse rechters die het noodfonds steunen en de Europese Centrale Bank die zijn bazooka boven haalt: zeldzame goede dagen voor Euroland en meteen opluchting en hoop op alle fronten.
Het zal volgens Marc De Vos, directeur van het en Itinera Institute, hoofddocent UGent, niet lang duren vooraleer de nuchterheid weer inzet.
Er schijnt zeker licht aan het einde van de tunnel, maar die tunnel is niet wezenlijk korter geworden. We moeten immers goed
beseffen hoe diep en complex de Eurocrisis precies is.
Wat begon als een financieringsprobleem voor de Griekse overheidsschuld is intussen veelvuldig verveld. De eurocrisis is een metafoor geworden voor meerdere, overlappende
crisissen.
Er zijn de schulden van overheden: nationaal, regionaal en lokaal. Het tijdperk van de overheidsschuld – ingezet met de olieschokken van de jaren 1970 – beleeft zijn stervensuur.
We moeten afkicken van de schuldverslaving
De schulderfenis moet worden afbetaald en de schuldverslaving afgekickt: eerste crisis. Het economisch potentieel van de Zuiderse probleemlanden, in de voorbije jaren gedopeerd of gemaskeerd door krediet, blijkt structureel ondermaats: tweede crisis.
De royale verzorgingsstaten die Europa heeft uitgebouwd, staan zo op drijfzand juist op het moment dat de vergrijzing meer middelen vraagt: derde crisis. De Europese Unie mist de infrastructuur om haar muntcrisis adequaat te bestrijden en moet
zichzelf heruitvinden terwijl de klok tikt: vierde crisis.
Voor Europa is de eurocrisis een existentiële politieke crisis geworden: vijfde crisis. Met alleen een beperkte centrale bank als gemeenschappelijke instelling, is Europees crisisbeheer permanente conflictbeheersing tussen de zeventien eurolanden.
Uiteenlopende nationale belangen zaaien volgens Marc De Vos wantrouwen bij de Europese partners, tot over het randje van etnische stereotypen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier