Drie lessen uit de financiële crisis
Het is vandaag exact tien jaar geleden dat de Britten in rijen stonden aan te schuiven aan de loketten van Northern Rock. De Britse bank had noodkredieten aangevraagd bij de Bank of England en spaarders vreesden dat ze hun spaargeld niet meer zouden krijgen. Welke lessen trekken we tien jaar later?
Ongeveer een jaar na de bankrun op Northern Rock ging de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers over de kop. Het was slechts een van een lange rij dominosteentjes die zouden vallen in het wereldwijde financiële systeem. De financiële crisis bracht een aantal zaken onder de aandacht, die we nooit meer mogen vergeten.
1. Een bank kan failliet gaan
In België leerden we die harde les pas in het weekend van 27 en 28 september 2008, toen de grootste bank van het land door de overheden moest worden gered. Fortis werd in stukken gekapt en genationaliseerd. Vervolgens werd Fortis België verkocht aan de Franse bank BNP Paribas en na protest van de aandeelhouders werd enkel Fortis Bank ondergebracht bij BNP Paribas en kwamen de verzekeringsactiviteiten terecht in de holding die nu Ageas heet.
Beleggers die tien jaar geleden aandelen van Dexia hadden en die bijhielden, zijn nu 99,99 procent van hun inleg kwijt, om niet te zeggen alles. De aandelen van Ageas zijn ruim 80 procent minder waard dan de aandelen van Fortis, maar de verzekeraar kan nog altijd waarde creëren voor de aandeelhouders en de aandeelhouders hebben ook uitzicht op een kleine schadevergoeding voor de geleden verliezen, al moeten de precieze details daarvoor nog uitgewerkt worden. De aandeelhouders van KBC staan het dichtste bij break-even, hoewel ook daar nog altijd ruim een kwart van de aandeelhouderswaarde van weleer vernietigd is.
Voor de bankencrisis stopten veel Belgische beleggers meer geld dan goed was in één sector, namelijk de financiële sector. De banken boden een zeer hoog dividendrendement en sommige beleggers lieten zich door dat hoge dividend verblinden. Als er al zoiets bestaat als aandelen voor de goede huisvader, dan is nu wel bewezen dat banken dat niet zijn.
Beleggers moeten zich er altijd van bewust zijn dat ze met aandelen hun geld kunnen verliezen. En er kan altijd een event plaatsvinden dat een hele sector door mekaar schudt. Spreiding in een beleggingsportefeuille is dan ook geen overbodige luxe.
2. Spaargeld is beschermd, maar niet onbeperkt
De bescherming van het spaargeld werd in de nasleep van de val van Fortis verhoogd van 20.000 tot 100.000 euro om het vertrouwen van spaarders in de banken te herstellen. In België werd de depositogarantie ook uitgebreid naar tak21-levensverzekeringen. Wanneer de financiële instelling failliet gaat, dan garandeert het depositogarantiefonds u een terugbetaling van uw verlies tot 100.000 euro per klant en per bank. Alle banken en verzekeraars dragen ook af aan het Garantiefonds om dat fonds te spekken.
Het Garantiefonds moest de voorbije jaren al twee keer in gang schieten, toen de kleine verzekeraar Apra Leven over de kop ging en toen Optima Bank vorig jaar failliet werd verklaard. Wanneer het om geld op rekeningen gaat, dan betaalt het fonds u normaal gezien binnen een periode van twintig werkdagen uit. Wanneer het om tak21-levensverzekeringen gaat, is er een terugbetalingstermijn van drie maanden. Na het Optima-debacle besliste de overheid de depositogarantie in uitzonderlijke gevallen op te trekken tot 500.000 euro. Grotere sommen geld kunnen bijvoorbeeld beschermd zijn, wanneer het gaat om de verkoop van uw huis of de storting van een kapitaal voor uw aanvullend pensioen of een uitkering van een verzekering.
De belangrijkste les voor spaarders is wellicht dat ze hun geld moeten spreiden over verschillende financiële instellingen of dat ze het gedeeltelijk moeten investeren in producten die buiten de balans van de financiële instelling valt. Aandelen, obligaties en deelbewijzen van fondsen op een effectenrekening bijvoorbeeld blijven uw eigendom en gaan niet op in het faillissement van de bank. Uw spaargeld wordt beschermd door de overheid, zolang het niet de drempel van 100.000 euro per bank en per klant overschrijdt.
Het heeft ook weinig zin om te overdrijven met die spreiding, want de verschillende banken rekenen ook kosten aan. Bij een overlijden bijvoorbeeld rekenen sommige banken meer dan 100 euro aan voor de administratie die daarbij komt kijken. Wie bij tien banken klant is, zadelt zijn erfgenamen dan op met 1000 euro kosten voor het nalatenschapsdossier.
3. Spreid uw risico’s, spreid uw centen
Heel wat Belgen hebben op de financiële crisis gereageerd door hun spaargeld op te potten op spaarboekjes. In totaal staat er 259 miljard euro op Belgische spaarrekeningen. Heel wat banken bieden vandaag nog maar de wettelijke minimumvergoeding van 0,01 procent basisrente en 0,1 procent getrouwheidspremie. Het leven wordt sneller duurder dan uw spaarcenten rente opbrengen. Met een verwachte inflatie van 2,1 procent is het resultaat daarvan massaal veel koopkrachtverlies.
Wie wil dat zijn geld meer rendement genereert, moet meer risico nemen. Dat kan door te investeren in beleggingsfondsen, in aandelen, in tak23-verzekeringen, in vastgoed, enzovoort. Wanneer de ene beleggingscategorie het goed doet, zullen andere categorieën het misschien wat minder goed doen. Aandelen kunt u bijvoorbeeld ook gemakkelijk spreiden over werelddelen via multinationals. U kunt spreiden over sectoren via beleggingsfondsen, via holdings of portefeuillemaatschappijen zoals Sofina, Gimv of GBL. Obligaties in een vreemde munt kunnen u extra rendement opleveren en ineens ook blootstelling aan de economische en politieke gezondheid van een andere regio.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier