Dienstverlening aan olie-industrie is achterblijver
De dienstverlening aan de olie-industrie is een sector die volgens Arnaud Delaunay van Leleux sinds een jaar achterblijft op de rest van de markt.
De toename van de wereldwijde vraag naar energie en de uitputting van de fossiele brandstofreserves bieden heel wat opportuniteiten voor de toeleveranciers aan de oliebedrijven.
Wanneer groepen als Exxon en Total op zoek gaan naar nieuwe energiebronnen (olie en gas) moeten ze eerst over uitgebreide seismische data beschikken die zij o.a. bij CGG Veritas kopen.
Ten tweede moeten ze de gevonden oliereserves ontwikkelen en boorinstallaties opzetten (zoals Schlumberger, Halliburton, Vallourec) en tenslotte moeten ze de olievelden uitbaten (via drijvende boorplatforms) en de olie vervoeren (via pijpleidingene en tankers).
Hiervoor doen ze een beroep op gespecialiseerde constructeurs van olieinfrastructuur (zoals Technip en SBM Offshore).
De schaarste aan natuurlijke hulpbronnen speelt dus in het voordeel van de oliedienstenleveranciers. Echter deze redenering werkt pas als de olieprijs hoog blijft.
Want een daling van de olieprijs zal ertoe leiden dat de oliemaatschappijen hun investeringen terugschroeven om hun cash-flow en dividend op peil te houden.
De stabiliteit van de olieprijzen verklaart waarom de sector van de olietoeleveranciers het afgelopen jaar achterbleef op
de algemene beursindices. De belangrijkste spelers in de sector zijn:
Technip | Euronext Parijs | TEC |
SBM Offshore | Euronext Amsterdam | SBMO |
Vallourec | Euronext Parijs | VK |
CGG Veritas | Euronext Parijs | GA |
De voorkeur mag volgens Arnaud Delaunay uitgaan naar SBM Offshore en Vallourec.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier